Schriftelijke vragen : Advocaten die de toegang tot de Verenigde Staten wordt geweigerd
Vragen van de leden Kuiken en Ploumen (beiden PvdA) aan de Ministers voor Rechtsbescherming en van Buitenlandse Zaken over advocaten die de toegang tot de Verenigde Staten wordt geweigerd (ingezonden 5 april 2019).
Vraag 1
            
Kent u het bericht «Angst voor inreisverbod VS: advocaten stoppen met verdediging
               terreurverdachten»?1
Vraag 2
            
Deelt u de mening dat advocaten vrij moeten zijn in het uitoefenen van hun beroep
               en daarbij ongeacht de aard van de verdenking cliënten moeten kunnen bijstaan? Zo
               ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 3
            
Deelt u de mening dat indien advocaten belemmeringen ondervinden of moeten vrezen
               ten aanzien van hun reisgedrag dat zij daarmee ook belemmerd worden in het uitoefenen
               van hun beroep? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 4
            
Acht u het mogelijk dat de Verenigde Staten advocaten, die terreurverdachten bijstaan,
               de toegang tot het land ontzeggen? Zo ja, over welke informatie of signalen dienaangaande
               beschikt u? Zo nee, waarom acht u dit niet mogelijk?
            
Vraag 5
            
Wilt u met de Amerikaanse ambassadeur in Nederland in overleg treden over het beleid
               van de Verenigde Staten ten aanzien van het toelaten van advocaten die terreurverdachten
               bijstaan en de Kamer van de uitkomst daarvan op de hoogte stellen? Zo nee, waarom
               niet?
            
Toelichting:
            
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van Nispen
               (SP), ingezonden 5 april 2019 (vraagnummer 2019Z06848).
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 A.H. Kuiken, Tweede Kamerlid
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 E.M.J. Ploumen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
