Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Koopmans en Becker over de dreigementen van de Turkse Minister van Binnenlandse Zaken richting Europese toeristen die Turkije zouden verraden
Vragen van de leden Koopmans en Becker (beiden VVD) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de dreigementen van de Turkse Minister van Binnenlandse Zaken richting Europese toeristen die Turkije zouden verraden (ingezonden 6 maart 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) en van Minister Koolmees (Sociale
Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 5 april 2019).
Vraag 1, 2
Klopt het dat de Turkse Minister van Binnenlandse Zaken gezegd zou hebben dat degenen
die in Europa Turkije «verraden» door het bijwonen van bepaalde bijeenkomsten en vervolgens
op vakantie naar Turkije gaan, opgepakt en gedetineerd zullen worden?1
Bent u reeds door de Turkse autoriteiten geïnformeerd over dit beleid(svoornemen)?
Wat betekent dit voor Nederlandse staatsburgers die zich in Nederland of elders in
Europa kritisch uitlaten over (mensenrechtenschendingen in) Turkije of sympathie tonen
voor de Koerdische zaak? Geldt deze «belofte» enkel voor degenen die werkelijk deel
uitmaken van door zowel de EU als Turkije erkende terreurorganisaties of voor allen
die betrokken zijn bij de vele groepen en bewegingen die de afgelopen jaren door Turkse
bewindslieden als «terroristisch» zijn bestempeld?
Antwoord 1, 2
De Turkse Minister van Binnenlandse Zaken heeft gezegd dat personen die terroristische
bijeenkomsten in Europa bijwonen, in Turkije aangehouden kunnen worden. Dit werd gezegd
in een breder verband van opmerkingen over bijeenkomsten van de PKK. De PKK is een
organisatie die ook door de EU en Nederland gezien wordt als een terroristische organisatie.
Zoals in het reisadvies Turkije vermeld, beschouwt Turkije daarnaast de Gülenbeweging
als terroristische organisatie. Turkije vervolgt personen die aan deze beweging verbonden
zijn, of ervan verdacht worden deze te steunen. Nederland beschouwt de Gülenbeweging
overigens niet als een terroristische groepering. Voor zover het kabinet bekend is
er geen sprake van een beleidswijziging van de Turkse regering.
Vraag 3
Deelt u de mening dat Nederlanders met een Turkse achtergrond geen verantwoording
hoeven af te leggen aan Turkije en dat dergelijke berichten over de gevolgen van «verraad»
ongewenste spanningen opleveren in de Nederlandse samenleving en de integratie tegenwerken?
Antwoord 3
Het kabinet is van mening dat iedereen in Nederland zich vrij moet voelen om binnen
de kaders van de rechtsstaat de eigen mening te uiten. Eventueel in Nederland gepleegde
strafbare feiten, worden door het Openbaar Ministerie in Nederland onderzocht.
Vraag 4
Hoe gaat u er voor zorgen – conform de motie-Becker c.s. die vraagt om een contrastrategie2 – dat Nederlanders met een Turkse achtergrond hier in Nederland meedoen en daarnaast
niet worden lastiggevallen door Turkse regering?
Antwoord 4
Het kabinet zal de Kamer voor aanstaande zomer nader informeren over de uitvoering
van de motie Becker c.s. Meer algemeen is reeds in de Kamerbrief van 16 maart 2018
toegelicht hoe het Kabinet omgaat met eventuele ongewenste buitenlandse inmenging.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het van groot belang is dat Nederlanders met een Turkse achtergrond
in Nederland vrij moeten zijn om zich kritisch op te stellen ten aanzien van Turkije,
en elders niet zouden moeten vrezen voor een gevangenisstraf?
Antwoord 5
Het kabinet is inderdaad van mening dat iedereen in Nederland zich vrij moet voelen
om binnen de kaders van de rechtsstaat de eigen mening te uiten.
Vraag 6
Bent u bereid over deze kwestie in gesprek te treden met de Turkse ambassade, temeer
aangezien de Turkse ambassadeur recent heeft verklaard zich te willen inzetten voor
integratie van Turken in Nederland?3
Antwoord 6
De Nederlandse opvatting over Turkse diaspora-politiek wordt veelvuldig met Turkse
vertegenwoordigers besproken, dus ook met de Turkse ambassadeur in Nederland.
Zoals ook gemeld in het antwoord op de schriftelijke vragen van de leden Becker en
Koopmans over de intenties van de Turkse ambassadeur om bij te dragen aan integratie
(Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 948), is het Kabinet verantwoordelijk voor het beleid met betrekking tot integratie van
Nederlanders met een migratieachtergrond. Hierin ziet het Kabinet geen rol weggelegd
voor diplomatieke vertegenwoordigers van andere landen.
Vraag 7
Hebt u indicaties dat deze boodschap ook wordt verkondigd op Turkse weekendscholen?
Antwoord 7
Het kabinet heeft geen indicaties dat deze boodschap ook wordt verkondigd op Turkse
weekendscholen. De Turkse weekendscholen die subsidie ontvangen in het kader van het
Anadolu weekendscholen project, zijn voor zover bekend nog niet gestart met hun onderwijsprogramma.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.