Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Lodders over het bericht 'Koeiengriep vastgesteld in Duitse grensstreek'
Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Koeiengriep vastgesteld in Duitse grensstreek» (ingezonden 20 februari 2019).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 29 maart
2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Koeiengriep vastgesteld in Duitse grensstreek»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u een actuele stand van zaken geven over de uitbraak van de runderziekte BHV1
in Duitsland?
Antwoord 2
In Duitsland is recent op 3 bedrijven een besmetting met BHV-1 vastgesteld. BHV-1
is het virus dat infectieuze boviene rhinotracheïtis (IBR) veroorzaakt, ook wel koeiengriep
genoemd. Duitsland bestrijdt IBR al vele jaren en sinds 22 mei 2017 is heel Duitsland
officieel vrij van IBR op basis van Europese regelgeving. IBR is daarmee in Duitsland
een aangifteplichtige dierziekte. In het kader van de verplichte monitoring op IBR
zijn deze 3 bedrijven opgespoord. Er zijn voor zover mij bekend geen extra besmette
bedrijven aangetroffen.
Vraag 3
Hoe vaak komt de koeiengriep jaarlijks in Nederland voor?
Antwoord 3
IBR is in Nederland op dit moment niet aangifteplichtig. De overheid houdt daarom
geen cijfers bij over het vóórkomen van IBR in Nederland. In 2015 is door het bedrijfsleven
voor het laatst een monitoring op IBR uitgevoerd. Daarbij bleek dat op ongeveer 15%
van de melkveebedrijven en ongeveer 10% van de overige rundveebedrijven IBR kon worden
aangetoond.
In Nederland loopt al sinds lange tijd een privaat vrijwillig bestrijdingsprogramma
voor IBR. In 2014 heeft de rundveesector de ambitie uitgesproken om ook Nederland
vrij van IBR te maken. Na een paar jaar stimuleren is per 1 april 2018 de bestrijding
van IBR voor melkveehouders privaat verplicht gesteld, overige rundveehouders kunnen
vrijwillig deelnemen in dit programma.
Daarnaast bereid ik een algemene maatregel van bestuur (AMvB) voor, die de nationale
bestrijding van IBR regelt, zodat alle rundveehouders verplicht worden IBR te bestrijden.
Belangrijk hierbij is dat deze voldoet aan de Europese regelgeving om in aanmerking
te komen voor een officiële IBR-status voor Nederland. Momenteel worden het Nederlandse
programma en de AMvB afgestemd op de nieuwe Europese diergezondheidsregels, die in
april 2021 in werking treden.
Vraag 4
Hoeveel koeien zijn er in Nederland sinds 2013 overleden aan de gevolgen van de koeiengriep?
Antwoord 4
Doorgaans leidt een IBR-besmetting tot lichte ziekteverschijnselen, soms tot abortus
en in incidentele gevallen tot sterfte van dieren. De belangrijkste gevolgen zijn
productiedaling en vermindering van de weerstand, waardoor dieren gevoeliger zijn
voor andere aandoeningen. Er vindt geen registratie plaats van sterfte als direct
gevolg van IBR, maar de verwachting is dat dit heel weinig voorkomt.
Vraag 5
Hoe was het verloop van de koeiengriep vóór 2013?
Antwoord 5
Naast de monitoring door het bedrijfsleven in 2015, heeft het bedrijfsleven eerder
ook het voorkomen van IBR in Nederland onderzocht. In 2005, 2007 en 2011 werd op respectievelijk
18%, 20% en 20% van de melkveebedrijven IBR aangetoond, en in 2011 op 17% van de overige
rundveebedrijven.
Vraag 6
Hoe vaak komt de koeiengriep jaarlijks in Duitsland voor?
Antwoord 6
Het is mij niet bekend op hoeveel bedrijven jaarlijks IBR wordt aangetoond in Duitsland.
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 2 heeft Duitsland een officiële EU-vrijstatus
voor IBR. Deze status kan enkel verkregen worden als is aangetoond dat de ziekte niet
meer voorkomt op het grondgebied van de betreffende lidstaat. Incidentele uitbraken
leiden niet tot verlies van de status, maar moeten wel bestreden worden om de status
te kunnen behouden.
Vraag 7
Hoeveel koeien zijn er in Duitsland de afgelopen jaren overleden aan de gevolgen van
de koeiengriep?
Antwoord 7
Het is niet bekend hoeveel dieren in Duitsland jaarlijks sterven als direct gevolg
van een IBR-besmetting. Zoals aangegeven leidt IBR slechts in incidentele gevallen
tot sterfte. Daarnaast komt IBR in Duitsland hooguit enkele keren per jaar voor.
Vraag 8, 9
Nemen de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en de Chief Veterinary Officer
voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat de koeiengriep overslaat op veehouderijen
in Nederland? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke?
Welke maatregelen hebben de NVWA en de Chief Veterinary Officer genomen om te voorkomen
dat de ziekte oversloeg naar Nederlandse veebedrijven toen eind 2017 de koeiengriep
is aangetroffen in dezelfde Duitse grensstreek?2
Antwoord 8, 9
Bestrijding van IBR is op basis van Europese regelgeving vrijwillig. Duitsland is
na jaren van verplichte bestrijding per mei 2017 officieel vrij van IBR. Bij IBR-uitbraken
treft Duitsland maatregelen om verspreiding te voorkomen en zo de vrijstatus te kunnen
behouden. Mede gezien het feit dat IBR voornamelijk door direct diercontact wordt
verspreid is de kans op verspreiding uit Duitsland daarom zeer klein. Er zijn dan
ook geen voorzorgsmaatregelen noodzakelijk.
Vraag 10, 11, 12
Klopt het dat de dierenartsen in Nederland geen instructie hebben gehad over de uitbraak
van koeiengriep net over de Duitse grens en de geboden extra alertheid? Zo nee, waarom
niet?
Zijn de boeren, dierenartsen en gemeenten in Twente en de Achterhoek op de hoogte
van de aanwezigheid van de koeiengriep vlak over de grens met Duitsland? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, op welke manieren is dit door de NVWA gecommuniceerd?
Vindt u dat er voldoende gecommuniceerd wordt over symptomen en bestrijding van dit
griepvirus? Zo nee, wat zijn de vervolgstappen?
Antwoord 10, 11, 12
IBR is in Nederland nog niet aangifte- en bestrijdingsplichtig. De sector is zelf
verantwoordelijk voor het voorkómen van verspreiding van IBR en heeft hiervoor een
bestrijdingsprogramma lopen. Vooralsnog is dit een privaat programma. Wel werk ik
aan een algemene maatregel van bestuur die de landelijk verplichte bestrijding van
IBR mogelijk maakt. Echter, zolang de bestrijding van IBR niet wettelijk is heeft
de overheid geen verantwoordelijkheid bij IBR-uitbraken. Er is vanuit de overheid
dan ook geen communicatie geweest over de IBR-uitbraken in Duitsland.
Vraag 13
Kunt u de vragen een voor een beantwoorden?
Antwoord 13
Om herhaling van mijn antwoorden te voorkómen heb ik de antwoorden op een aantal vragen
samengevoegd. Daarbij heb ik alle vragen beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.