Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kröger en Bromet over de stikstofdepositie bij luchthaven Lelystad
Vragen van de leden Kröger en Bromet (beiden GroenLinks) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de stikstofdepositie bij luchthaven Lelystad (ingezonden 14 februari 2019).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) mede
namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 27 maart 2019)
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1742
Vraag 1
Kent u de met Aerius (Calculator) gemaakte berekening van de stikstofdepositie in
en bij de Natura 2000-gebieden die het gevolg is van de emissies van startende en
landende vliegtuigen op Lelystad Airport en de daarbij verwachte stikstofdepositie?
Antwoord 1
Ja, deze ken ik.
Vraag 2
Waarom is deze studie niet openbaar gemaakt, zoals de Commissie voor de milieueffectrapportage
adviseerde, maar slechts opvraagbaar zonder dat het bestaan ervan publiek is gemaakt?1 Kunt u deze studie alsnog openbaar maken?
Antwoord 2
De resultaten van de AERIUS berekeningen zijn samengevat in het geactualiseerde MER
Lelystad Airport van februari 2018. De gedetailleerde rekenresultaten, inclusief de
achterliggende invoerbestanden, zijn tot dusverre op verzoek verstrekt. Er is gekozen
voor deze werkwijze omdat de informatie zeer omvangrijk en technisch van aard is.
Conform het advies van de commissie voor de MER is er een leeswijzer geschreven bij
de berekeningen. Aanvullend hierop is de afgelopen maanden gewerkt aan een toelichting.
De leeswijzer en de toelichting treft u aan in de bijlage van deze beantwoording.2 Met behulp van de link
http://shared.airinfra.eu/I&W/EHLE/AERIUS_Resultaat_Actualisatie_MER.pdf
zijn de berekeningen te downloaden.
Vraag 3
Klopt het dat de stikstofemissies van bouwwerkzaamheden ten behoeve van Lelystad Airport
niet in de stikstofdepositieberekeningen zijn betrokken? Wat is de maximale toename
van de stikstofdepositie in stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden wanneer die emissies
wél in de Aerius-berekening betrokken zouden worden? Welke Natura 2000-gebieden betreft
het?
Antwoord 3
De gebruiksfase is maatgevend voor het bepalen van de maximale stikstofdepositie in
enig kalenderjaar als gevolg van de uitbreiding van Lelystad Airport. Dit komt onder
andere doordat in de nabijheid van de luchthaven geen stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden
gelegen zijn waar stikstof als gevolg van de bouwwerkzaamheden kan neerslaan. Het
berekenen van de depositie als gevolg van stikstofemissies van bouwwerkzaamheden leidt
dan ook niet tot een andere berekende maximale depositie per hectare per jaar.
Vraag 4
Klopt het dat transport en verkeer van en naar het vliegveld niet in de stikstofdepositieberekeningen
zijn betrokken? Wat is de maximale toename van de stikstofdepositie in stikstofgevoelige
Natura 2000-gebieden wanneer die emissies wel in de berekening betrokken zouden worden?
Welke Natura 2000-gebieden betreft het?
Antwoord 4
Wegverkeer van en naar de luchthaven is meegenomen in de stikstofdepositieberekeningen.
Het wegverkeer van en naar de luchthaven heeft alleen een bijdrage op de Veluwe, deze
bijdrage is maximaal 0,02 mol N/ha/jaar. Voor meer informatie verwijs ik u naar de
toelichting bij de berekeningen in de bijlage bij deze beantwoording.
Vraag 5
Welke depositie door vliegtuigemissies buiten de LTO-cyclus valt er te verwachten?
Waar slaan die emissies neer? Wordt hier op enige wijze rekening mee gehouden?
Antwoord 5
Voor het bepalen van de emissies, concentraties en stikstofdepositie worden de emissiebronnen
tot en met een hoogte van 3.000 voet in de berekening opgenomen. Dit komt ook overeen
met de landing and take off cycle (LTO), zoals gedefinieerd door de ICAO in Annex
16 volume II (Aircraft Engine Emissions). De oorsprong van deze hoogte is mede ingegeven
doordat emissies boven deze hoogte slechts een zeer gering percentage van de tijd
binnen de menglaag vallen. De menglaag is de onderste laag tussen het aardoppervlak
en de menglaaghoogte. De menglaaghoogte vormt een scheiding tussen de menglaag en
de vrije atmosfeer, waartussen weinig uitwisseling plaatsvindt.
Vraag 6
Wat is het gevolg van de uitspraak van het Europese Hof van Justitie3 inzake het Programma Aanpak Stikstof (PAS), met name rechtsoverwegingen 59–73 en
het eerste rechtsoordeel voor de beoordeling van deze emissies op grond van de Wet
natuurbescherming?
Antwoord 6
Volgens het Europese Hof is een systeem als het PAS juridisch toegestaan. Toestemmingsbesluiten
voor stikstofdepositie veroorzakende activiteiten kunnen daar in beginsel op worden
gebaseerd. Er blijven zware eisen gelden voor de onderbouwing van het PAS. Het is
nu aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State om te beoordelen of het
PAS aan deze eisen voldoet. Rechtsoverwegingen 59–73 en het eerste rechtsoordeel uit
het arrest hebben betrekking op het weiden van vee, het op of in de bodem aanbrengen
van meststoffen en de vraag of deze activiteiten als «project» in de zin van de Habitatrichtlijn
moeten worden aangemerkt. Hieruit volgen geen consequenties voor de uitbreiding van
Lelystad Airport.
Vraag 7 en 8
Is er voor Lelystad Airport depositieruimte gereserveerd als prioritair project binnen
het PAS?
Waaruit blijkt dat voor de bouw én de exploitatie van Lelystad Airport (inclusief
emissies van laagvliegroutes, bouwwerkzaamheden en transport naar/ van het vliegveld;
45.000 vliegtuigbewegingen) binnen het kader van het PAS voldoende ontwikkelingsruimte
beschikbaar is? Kunt u bij de beantwoording van deze vraag ingaan op de overwegingen
dat de beschikbare ontwikkelingsruimte in veel stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden
(waaronder de Veluwe, Wieden, Weerribben en Rijntakken) nagenoeg is uitgegeven, dat
u onlangs nog aan de Tweede Kamer hebt medegedeeld dat er op korte termijn geen extra
ontwikkelingsruimte wordt vrijgegeven en dat het Europese Hof van Justitie zware eisen
heeft gesteld aan het PAS, waarover de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van
State nog een oordeel moet vellen?
Antwoord 7 en 8
Aan de Kamer is meegedeeld dat er vooralsnog geen extra vrije ontwikkelingsruimte
in segment 2 (ontwikkelingsruimte voor niet-prioritaire projecten) beschikbaar zal
worden gesteld. Voor Lelystad Airport is sinds de inwerkingtreding van het PAS op
1 juli 2015 ontwikkelingsruimte gereserveerd. Deze ruimte is gereserveerd in segment
1 (ontwikkelingsruimte voor prioritaire projecten). In 2016 is voor Lelystad Airport
een melding gedaan binnen de daarvoor gereserveerde ruimte. Nadien kon het project
Lelystad Airport van de prioritaire projectenlijst worden afgevoerd. Het besluit tot
actualisatie van het MER, inclusief een actualisatie van de stikstofdepositieberekeningen
met de laatste versie van de AERIUS-model, leidt tot wijzigingen in de berekende stikstofdepositie.
Hierdoor is het opnieuw nodig om het project toe te voegen aan de lijst met prioritaire
projecten. Uit de berekeningen blijkt dat in alle Natura 2000-gebieden de extra stikstofdepositie
maximaal 0,61 mol/ha/jaar is. De maximale bijdrage blijft daarmee ruim onder de grenswaarde
voor prioritaire projecten van 1,0 mol per hectare per jaar. Dit betekent dat een
melding volstaat. Deze melding past binnen de reservering van depositieruimte voor
luchthavens door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het project zal
bij de eerstvolgende actualisatie van de lijst weer worden toegevoegd, waarna de aangepaste
melding zal worden gedaan.
Zoals eerder aangegeven accepteert het Europese Hof een programmatische aanpak bij
het toestaan van projecten. Wel heeft het Hof bevestigd dat er zware eisen blijven
gelden voor de onderbouwing van het PAS. Het is nu aan de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State om te beoordelen of het PAS aan deze eisen voldoet. De uitspraak
van het Europese Hof vormt geen reden om de toestemmingsverlening en de vrijstelling
van de vergunningplicht voor projecten met een bijdrage onder de grenswaarde op te
schorten.
Vraag 9
Is er een passende beoordeling gemaakt van alle emissies door de bouw en verkeersstromen
van en naar de luchthaven, grondverkeer van vliegtuigen en andere mogelijke bronnen?
Zo ja, kunnen de resultaten daarvan worden gepubliceerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
In het PAS is de totale depositie, inclusief die van de gereserveerde ontwikkelingsruimte
voor Lelystad Airport, in zijn geheel passend beoordeeld. De gebiedsanalyses, die
onderdeel uitmaken van het programma, vormen de onderbouwing van de passende beoordeling
op gebiedsniveau.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.