Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Raan en Wassenberg over de impact van de luchtvaartplannen van de minister van Infrastructuur en Waterstaat op het natuurbeleid
Vragen van de leden Van Raan en Wassenberg (beiden PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de impact van de luchtvaartplannen van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat op het natuurbeleid (ingezonden 21 februari 2019).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 27 maart
            2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1768.
         
Vraag 1
            
Kent u de berichten «Gelderse natuurclubs: Opening Lelystad Airport funest voor Veluwse
               natuur» en «Minister van Nieuwenhuizen: Lelystad Airport gaat er komen»?1 2
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Erkent u dat de plannen voor luchtvaartgroei van de Minister van Infrastructuur en
               Waterstaat gevolgen hebben voor uw natuurbeleid, onder andere vanwege de stikstofdepositie
               en het risico op vogelaanvaringen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe zou u deze impact
               omschrijven?
            
Antwoord 2
            
Net als andere projecten die stikstofdepositie veroorzaken op daarvoor gevoelige Natura
               2000-gebieden, moeten de plannen voor uitbreiding van Luchthaven Lelystad passen binnen
               de in het Programma Aanpak Stikstof (PAS) opgenomen ontwikkelingsruimte.
            
De gevolgen van Luchthaven Lelystad voor vogels en vliegveiligheid zijn onderzocht.
               De uitgevoerde vogelonderzoeken geven een goed beeld van de vogelaantallen en bewegingen
               in de omgeving van de luchthaven en op de aansluitroutes. Dit is onderzocht in het
               kader van het Milieueffectrapport (MER) uit 2014, de actualisatie MER en in aanvullend
               onderzoek van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Tot slot is recent (van
               zomer 2017 tot zomer 2018) een nulmeting uitgevoerd door de provincie Flevoland samen
               met de exploitant van Luchthaven Lelystad naar vogelsoorten op en rond de luchthaven
               die gebaseerd op bestaande kennis een potentieel risico vormen voor vogelaanvaringen.
            
Uit de voorgaande onderzoeken blijkt dat alleen in de directe omgeving van de luchthaven
               monitoring nodig is, omdat daarbuiten geen sprake is van een verhoogd risico op aanvaringen
               tussen vogels en vliegtuigen. Er is reeds een start met de monitoring gemaakt met
               de nulmeting, op basis van de resultaten daarvan zal het vervolg van de monitoring
               bepaald worden.
            
Vraag 3, 4, 5
            
Heeft de Minister van Infrastructuur en Waterstaat haar uitspraken over Schiphol en
               Lelystad Airport vooraf met u afgestemd? Zo ja, wat heeft u de Minister van Infrastructuur
               en Waterstaat geadviseerd?3
Erkent u dat de gevolgen van de opening van Lelystad Airport voor de Veluwse natuur
               nog onvoldoende zijn onderzocht? Zo nee, waaruit blijkt dat deze gevolgen voldoende
               onderzocht zouden zijn?
            
Erkent u dat de Minister van Infrastructuur en Waterstaat de natuur een slechte dienst
               bewijst door de opening van Lelystad Airport zo snel mogelijk door te drukken, terwijl
               de gevolgen voor de natuur nog niet voldoende onderzocht zijn? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 3, 4, 5
            
De gevolgen voor de Veluwse natuur en andere Natura 2000-gebieden zijn onderzocht.
               Zie verder het antwoord op vraag 2.
            
Vraag 6
            
Erkent u dat een krimp van de luchtvaart gunstige effecten zal hebben op de natuurgebieden
               rond vliegvelden? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 6
            
Natuur is meegewogen in de integrale afweging die voor Luchthaven Lelystad aan de
               orde is. Bij het ontwerp van de vliegroute is rekening gehouden met Natura 2000-gebieden.
               Conform het Aldersadvies uit 2014 is de vlieghoogte boven Natura 2000 gebieden minimaal
               3000 voet. Op deze wijze wordt voorkomen dat er verstoring van beschermde vogels door
               groot luchtverkeer aan de randen van de Flevopolder en in de aangrenzende Natura 2000-gebieden
               zal plaatsvinden.
            
In de MER zijn de mogelijke effecten op de natuur in beeld gebracht, net zoals dat
               voor de andere milieuaspecten is gebeurd. Hierbij is zowel gekeken naar Natura 2000-gebieden
               als de Ecologische Hoofdstructuur en stiltegebieden.
            
Vraag 7
            
Erkent u dat een krimp van de luchtvaart een nadrukkelijke optie is wanneer er daadwerkelijk
               rekening zou worden gehouden met het klimaat, de veiligheid en de leefomgeving van
               mens en dier? Zo nee, waarom niet?
            
Waarin is aangegeven dat sector heeft aangegeven dat er ruimte komt op basis van schonere
               vliegtuigen.
            
Antwoord 7
            
Deze vraag ligt niet op mijn beleidsterrein. Het is aan de Minister van Infrastructuur
               en Waterstaat om dit te beoordelen.
            
Vraag 8
            
Deelt u de mening dat de Minister van Infrastructuur en Waterstaat daarom voorbarig
               is geweest met haar uitspraken over de groei van Schiphol en de opening van Lelystad
               Airport? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 8
            
Omdat de groei van Schiphol en de opening van Luchthaven Lelystad niet op mijn beleidsterrein
               liggen, doe ik hierover geen uitspraken.
            
Vraag 9
            
Bent u bereid om met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat in gesprek te gaan
               over haar recente uitspraken en de impact van haar luchtvaartplannen op de natuur,
               inclusief een pleidooi voor gedegen onderzoek naar de effecten op de natuur van Lelystad
               Airport? Zo nee, waarom niet?4
Antwoord 9
            
Gelet op bovenstaande beantwoording zie ik daar op dit moment geen aanleiding toe.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
