Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de eindeloze strijd voor een schadevergoeding via de rechtsbijstandsverzekering
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de eindeloze strijd voor een schadevergoeding via de rechtsbijstandsverzekering (ingezonden 13 februari 2019).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 28 maart 2019). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1798.
Vraag 1
Kent u de zaak waarbij een vrouw van 60 al vijf en een half jaar wacht op haar schadevergoeding
via haar rechtsbijstandverzekering? Wat is uw reactie op het artikel «Eindeloze strijd
voor schadevergoeding via rechtsbijstandsverzekering»?1
Antwoord 1
Ja. Voor mijn reactie verwijs ik u naar het antwoord op vraag 2 tot en met 5.
Vraag 2, 3, 4
Deelt u de mening dat het schrijnend is dat deze vrouw door haar letsel niet meer
in staat is te werken, daardoor een groot deel van haar inkomen mist, ze al veel geld
kwijt is aan advocaten en aan alle aanpassingen die ze heeft moeten aanbrengen door
haar opgelopen letsel en ze tot nu toe, vijf en een half jaar later, nog steeds schadevergoeding
heeft gekregen?
Hoe kan het nou dat deze vrouw zo lang op haar vergoeding moet wachten terwijl de
aansprakelijkheid al erkend en ondertekend is?
Hoe beoordeelt u de rol van rechtsbijstandsverzekeraar Achmea in deze kwestie?
Antwoord 2, 3, 4
Als Minister treed ik niet in de beoordeling van individuele geschillen tussen verzekerden
en verzekeraars. Verzekerden die ontevreden zijn over de dienstverlening van hun verzekeraar
kunnen gebruik maken van de interne klachtenprocedure van de verzekeraar. Heeft de
verzekerde de interne klachtenprocedure doorlopen en heeft dit niet tot een oplossing
van de klacht geleid, dan kan men zich wenden tot het Klachteninstituut Financiële
Dienstverlening (Kifid) of de rechter.
De Geschillencommissie van het Kifid en De Letselschade Raad kunnen een klacht over
een verzekeraar ook doorverwijzen naar de Tuchtraad Financiële
Dienstverlening als het gedrag van de verzekeraar zich mogelijk niet verhoudt
met de voor verzekeraars geldende gedragsnormen. De Tuchtraad beoordeelt of de verzekeraar
zich behoorlijk jegens het slachtoffer heeft gedragen. De Tuchtraad adviseert het
Verbond van Verzekeraars over de sanctie die de verzekeraar kan worden opgelegd. Als
sanctie kan worden gedacht aan een waarschuwing of een royement uit het Verbond van
Verzekeraars.
Vraag 5
Bent u bekend met het feit dat deze zaak niet op zichzelf staat en dat het veel vaker
voorkomt dat mensen zo lang moeten wachten op hun schadevergoeding en dat mensen ontevreden
zijn over hun rechtsbijstandsverzekeraar?
Antwoord 5
Het belang van slachtoffers bij een correcte en voortvarende schadeafhandeling in
het geval van letselschade heeft al langer mijn aandacht. Begin vorig jaar heb ik
hierover met De Letselschade Raad en een aantal schadeverzekeraars gesproken. Bij
De Letselschade Raad zijn verschillende partijen betrokken die werkzaam zijn in de
letselschadepraktijk. Het gaat onder meer om belangenbehartigers, verzekeraars, schaderegelaars
en -experts. Het doel van De Letselschade Raad is de afwikkeling van letselschades
te verbeteren. Hoewel er de afgelopen jaren al veel is bereikt, en het merendeel van
de zaken gelukkig in goede harmonie wordt afgewikkeld, dient in het belang van slachtoffers
altijd te worden gezocht naar mogelijke verbeteringen. Naar aanleiding van ons gesprek
vorig jaar doet De Letselschade Raad daarom op dit moment onderzoek naar de oorzaken
van langlopende letselschadezaken.2 De Letselschade Raad verwacht dit onderzoek voor de zomer te kunnen afronden. Ik
zie dit onderzoek met interesse tegemoet en zal u daarover nader berichten.
Vraag 6
Vindt u het nog steeds een goed idee rechtsbijstandsverzekeraars zoals Achmea een
grotere rol te laten spelen in het nieuwe stelsel?
Antwoord 6
Het nieuwe stelsel moet voorzien in laagdrempelige, effectieve en zoveel mogelijke
integrale geschiloplossing voor rechtzoekenden. Meer toegankelijke informatie en advies
aan de voorkant zijn daar onderdeel van. Betere triage aan de voorkant, waarbij integraal
en ook naar de achterliggende problematiek wordt gekeken, moet leiden tot betere en
duurzame oplossingen voor problemen. Waar dat nodig is, wordt juridisch hulp ingezet
in de vorm van rechtshulppakketten.
Deze voorzien in een integrale behandeling van een probleem voor een integrale prijs.
Aanbieders van rechtshulppakketten kunnen coöperaties van sociaal advocaten zijn,
maar ook andere juridische adviseurs, verzekeraars, mediators of nieuwe toetreders
tot de markt. Ik laat op dit moment een verkenning uitvoeren om meer inzicht te krijgen
in de manier waarop aanbieders zich zullen gaan organiseren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.