Verslag van een bijeenkomst : Verslag van de Jaarlijkse zitting 2018
19 291 Parlementaire Assemblée van de NAVO
Z/ nr. 58
VERSLAG VAN DE JAARLIJKSE ZITTING 2018
Vastgesteld 26 maart 2019
1. Inleiding
In de Canadese marinestad Halifax vond van 16 tot en met 19 november 2018 de 64ste
jaarvergadering plaats van de NAVO Parlementaire Assemblee, de organisatie waarin
parlementen uit de lidstaten en partnerlanden van het Noord-Atlantisch bondgenootschap
verenigd zijn. De Staten-Generaal waren vertegenwoordigd door de Eerste Kamerleden
Van Kappen (VVD, delegatieleider), Knip (VVD), Martens (CDA) en de Tweede Kamerleden Koopmans (VVD), De Roon (PVV) en Diks (GroenLinks). Hoog op de agenda van deze bijeenkomst van ruim 260 parlementariërs
stonden Russische dreigingen op het gebied van cybersecurity, beïnvloeding van verkiezingen
en schending van het Intermediate-Range Nuclear Forces (INF)-verdrag, de overeenkomst tussen de Verenigde Staten en Rusland die nucleaire
en conventionele raketten en kruisraketten met een bereik van 500 tot 5.500 kilometer
verbiedt. De assemblee nam verschillende resoluties aan, waarin het belang van bondgenootschappelijke
eenheid en solidariteit werd benadrukt.
In Halifax heeft de delegatie een ontmoeting gehad met de Nederlandse ambassadeur
in Canada, de heer Van der Zwan. Drie leden van de delegatie zijn verkozen in functies
in de assemblee. De heer Van Kappen werd gekozen tot Vice-President, waarmee het Nederlandse
parlement weer vertegenwoordigd is in het bestuur van de organisatie. Mevrouw Martens
werd herkozen als voorzitter van de «Science & Technology Committee» en de heer Knip
werd gekozen als lid van de «Ukraine-NATO Interparliamentary Council» (UNIC). Het
Britse parlementslid Madeleine Moon werd tijdens deze sessie gekozen als president
van de assemblee.
Op de laatste dag van de zitting nam de NAVO Assemblee negen resoluties aan, onder
meer over een evenredige lastenverdeling binnen de NAVO, over energiezekerheid, over
het voorkomen van buitenlandse beïnvloeding van verkiezingen en over het bewaken van
de technologische voorsprong van het bondgenootschap1.
2. Standing Committee
In de gebruikelijke vergadering van delegatieleiders vertegenwoordigde de heer Van
Kappen het Nederlandse parlement. De Franse delegatie wierp hier de vraag op of het
wenselijk is om tot een aanpassing te komen van het systeem waarmee assembleeleden
in verschillende functies van de organisatie worden gekozen. Inmiddels is 20% van
de leden niet meer gelieerd aan één van de drie politieke groepen die de assemblee
kent (conservatief, socialistisch, liberaal), terwijl traditioneel de bestuursfuncties
over deze groepen worden verdeeld. Hoewel dit een informeel arrangement betreft, dat
niet als zodanig in het reglement van orde van de assemblee wordt benoemd, onderkende
het Bureau (dagelijks bestuur) deze situatie en kondigde aan met een voorstel te komen
om de representativiteit van het bestuur te borgen.
Voorts sprak het Standing Committee over de jaarplanning van assembleeactiviteiten
voor 2019. Daarbij werd in het bijzonder aandacht gegeven aan activiteiten in het
kader van het zeventigjarig jubileum van de NAVO. Er zou worden geïnventariseerd op
welke manier hier aandacht aan werd besteed in de lidstaten.
Tot slot werd de begroting voor 2019 goedgekeurd. De contributie voor het Nederlandse
parlement werd voor het komende jaar vastgesteld op € 126.091,-
3. Plenaire zitting
De belangrijkste spreker in de plenaire zitting van deze jaarvergadering was de plaatsvervangend
secretaris-generaal van de NAVO, Rose Gottemoeller. Zij benoemde de meningsverschillen
in het bondgenootschap over issues als handel, klimaatverandering en het atoomakkoord
met Iran. Daarbij herinnerde zij eraan dat er in het verleden vaker spanningen waren
tussen NAVO-bondgenoten, zoals in de jaren vijftig over de Suezcrisis en in de jaren
zestig over het besluit van Frankrijk om de bevelsstructuur van de NAVO te verlaten.
Ook de Irakoorlog in 2003 en de jaren daarna had tot verdeeldheid in het bondgenootschap
geleid. Maar steeds als het erop aankwam, toonden Europa en Noord-Amerika hun gezamenlijke
commitment om elkaar te beschermen. Meest recent in de grootschalige oefening Trident
Juncture toonden 50.000 troepen uit alle lidstaten wat het betekent om in NAVO-verband
samen te werken. Hernieuwde pogingen om de Europese defensiecapaciteit te versterken,
waren volgens haar ook een uiting van dit commitment. Dit draagt bij aan een betere
trans-Atlantische lastenverdeling en een sterkere NAVO, zolang versterking van de
Europese defensie maar plaatsvindt in het kader van het trans-Atlantisch bondgenootschap.
Mevrouw Gottemoeller sprak over de Russische schending van het INF-verdrag. Sinds
1987 had dit verdrag vrede en veiligheid in Europa bevorderd. Nu Rusland de SSC-8
raket heeft ontwikkeld, loopt het verdrag gevaar. Een verdrag dat alleen door één
partij gerespecteerd wordt, kan effectief niet langer bijdragen aan veiligheid. Zij
herinnerde eraan dat de VS geen nieuw raketten in Europa had geplaats, maar Rusland
wel. Er was nog ruimte voor dialoog, benadrukte zij, maar dan moet Rusland wel laten
zien dat het de Westerse zorgen serieus nam.
Tot slot besprak zij de highlights van de komende NAVO ministeriële in december, waaronder
burdensharing, Rusland en het INF-verdrag, maar ook de Resolute Support missie in
Afghanistan, de Westelijke Balkan, Irak en Libië.
De sessie zag ook de verkiezing van de eerste vrouw tot voorzitter van de assemblee,
het Britse parlementslid Madeleine Moon. Haar directe voorganger, de Litouwse parlementariër
Rasa Jukneviciene, was twee maanden geleden als waarnemend voorzitter benoemd door
het bestuur, nadat de toenmalige voorzitter, de Italiaan Paolo Alli, niet herkozen
was bij parlementsverkiezingen in zijn land. Mevrouw Jukneviciene nam afscheid met
een speech, waarin zij het belang van evenredige lastenverdeling in de NAVO benadrukte.
Haar persoonlijke ervaring met het opgroeien in een door Rusland bezet land maakte
dat zij de Russische dreiging ook nu nog als de belangrijkste uitdaging voor de NAVO
zag. Ze noemde daarbij de hybride tactieken en desinformatiecampagnes van Rusland
om de geloofwaardigheid van parlementen en verkiezingen te ondermijnen. Parlementen
vormen de nieuwe frontlinie in de verdediging van onze veiligheid, zo stelde zij.
In haar korte periode als assembleevoorzitter had zij bezoeken gebracht aan Oekraïne,
Georgië en Moldavië om deze landen te steunen in hun strijd voor vrijheid, die zij
ook «de onze» noemde. Mevrouw Moon sprak in haar aanvaardingsspeech over de noodzaak
voor alle NAVO-bondgenoten om hun beloftes na te komen inzake hogere defensie-uitgaven.
Zij gaf aan haar voorzitterschap vooral te willen benutten om partners van de NAVO,
vrouwen en jongeren te betrekken bij vraagstukken van vrede en veiligheid.
Andere sprekers op de plenaire zittingsdag waren de Canadese Minister van Defensie,
Harjit Singh Sajjan, die stelde dat de NAVO nu meer nodig is dan ooit, gelet op de
steeds complexere internationale problemen, en de voorzitter van het Macedonische
parlement, de heer Tala XHaferi. De laatste was uitgenodigd met het oog op het aanstaande
NAVO-lidmaatschap van zijn land, nu er een akkoord met Griekenland is bereikt over
de naamgeving van Noord-Macedonië.
4. Commissierapporten
In de vijf vakcommissies van de assemblee werden de volgende rapporten2 besproken en vastgesteld. De rapporten waren in een eerste ronde al besproken tijdens
de Voorjaarszitting in mei 2018 in Warschau:
– Russian Meddling in Elections and Referenda in the Alliance (wetenschapscommissie, rapporteur Susan DAVIS, Verenigde Staten)
– The International Trading System at Risk and the Need to Return to First Principles
(economische commissie, rapporteur Faik OZTRAK, Turkije)
– North Korea’s Challenge to International Security: Implications for NATO (politieke commissie, rapporteur Gerald CONNOLLY, Verenigde Staten)
– Burden Sharing: Refocusing the Debate (defensiecommissie, rapporteur Attila MESTERHAZY, Hongarije)
– Defence Innovation: Capitalising on NATO’s Science and Technology Base (wetenschapscommissie, rapporteur Leona ALLESLEV, Canada)
– Fostering Democracy and Human Rights in the Black Sea Region (civiele commissie, Ulla SCHMIDT, Duitsland)
– Civil Protection in the High North and the Mediterranean Regions (civiele commissie, rapporteur Jane CORDY, Canada)
– Dark Dealings: How Terrorists use Encrypted Messaging, the Dark Web and Cryptocurrencies
(wetenschapscommissie, rapporteur Matej TONIN, Slovenië)
– The Future of the Space Industry (economische commissie, rapporteur Jean-Marie BOCKEL, Frankrijk) – Security in the Western Balkans (politieke commissie, rapporteur Raynell ANDREYCHUK, Canada)
– Afghanistan: The Nexus of Local and Regional Stability (defensiecom-missie, rapporteur Wolfgang HELLMICH, Duitsland)
– Countering Russia’s Hybrid Threats: An Update (civiele commissie, rapporteur Lord JOPLING, Verenigd Koninkrijk)
– Instability in the South (politieke commissie, rapporteur Julio MIRANDA CALHA, Portugal)
– Reinforcing NATO’s Deterrence in the East (defensiecommissie, rapporteur Joseph DAY, Canada)
– The Energy Security Challenge in Central and Eastern Europe (economische commissie, rapporteur Ausrine ARMONAITE, Litouwen)
– NATO Special Operations Forces in the Modern Security Environment (defensiecommissie, rapporteur Madeleine MOON, Verenigd Koninkrijk)
5. Interventies Nederlandse delegatie
In de defensiecommissie reageerde de heer Van Kappen op een presentatie van Peter
Brookes van de Amerikaanse Heritage Foundation over Russische schendingen van het
INF-verdrag en de toenemende dreiging van Chinese agressie in Oost-Azië. Hij merkte
op dat de dreiging van Rusland minder groot was, mede omdat maritieme en luchtraketten
niet onder het INF-verdrag vallen. Daarmee kan de VS altijd een manier vinden om Russische
grondraketsystemen tegen te gaan. In Oost-Azië is de situatie heel anders, aldus de
heer Van Kappen, omdat China sowieso geen rekening hoeft te houden met het INF-verdrag
en met kunstmatige eilanden territorium heeft gecreëerd, van waar grondraketten kunnen
worden gelanceerd. De heer Brookes deelde deze analyse en wees erop dat China met
de militarisering van deze eilanden in strijd handelt met internationale verdragen
en de claims van zes andere landen.
In reactie op een presentatie in de economische commissie van Richard Nephew van Columbia
University over de effectiviteit van economische sancties als een instrument van buitenlandse
politiek vroeg de heer Knip naar de grens tussen economische sancties en een militaire
blokkade. De expert legde uit dat het soms moeilijk is om een onderscheid te maken.
Afhankelijk van de omstandigheden kan een land beogen een economische sanctie op te
leggen, terwijl het land waarvoor de sanctie bedoeld is, dit als een oorlogsdaad beschouwt.
Hij verwees hierbij naar het olie-embargo dat de Verenigde Staten oplegden aan Japan
in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog.
Overige interventies werden gepleegd door de heer Koopmans in de wetenschapscommissie,
waar hij aandacht vroeg voor de risico's van «killer drones» en aanverwante nieuwe
technologie, en door de heer Van Kappen in de plenaire vergadering. Hij vroeg de plaatsvervangend
secretaris-generaal van de NAVO hoe zij aankeek tegen het Russische standpunt dat
het tactisch gebruik van nucleaire wapens de-escalerend zou werken. Had de NAVO gereageerd
op dit dreigement, wilde hij weten? Mevrouw Gottemoeller antwoordde dat de NAVO de
inzet van kernwapens moreel verwerpelijk vindt en dat tactische overwegingen op het
slagveld hiervoor geen rechtvaardiging kunnen zijn. Haar boodschap was duidelijk:
nucleaire oorlogen kunnen nooit gewonnen worden en zouden daarom nooit gevochten moeten
worden.
6. Verkiezingen
Met de verkiezing van de heer Van Kappen tot Vice-President is het Nederlandse parlement
weer vertegenwoordigd in het bestuur van de organisatie. Mevrouw Martens werd herkozen
als voorzitter van de «Science & Technology Committee» en de heer Knip werd gekozen
als lid van de «Ukraine-NATO Interparliamentary Council» (UNIC). Het Britse parlementslid
Madeleine Moon werd tijdens deze sessie gekozen als president van de assemblee voor
de termijn van een jaar, waarna zij nog een keer herkozen kan worden voor een jaar.
De waarnemend voorzitter van de delegatie, Van Kappen
De griffier van de delegatie, Westerhoff
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Indiener/ondertekenaar n.v.t., Functie n.v.t. -
Mede ondertekenaar
A.W. Westerhoff, griffier