Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (negentiende tranche) (Kamerstuk 32127-233) en het Experiment energieprestatiecoëfficiënt (EPC) Amsterdam (Kamerstukken 30196-32847-620)
2019D12041 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft enkele vragen en opmerkingen over
de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties houdende het
ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (negentiende
tranche) d.d. 22 februari 2019 (Kamerstuk 32 127, nr. 233) alsmede over de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
inzake het Experiment energieprestatiecoëfficiënt (EPC) Amsterdam d.d. 6 maart 2019
(Kamerstukken 30 196 en 32 847, nr. 620).
De voorzitter van de commissie, Ziengs
De griffier van de commissie, Roovers
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het Ontwerpbesluit
tot wijziging van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (negentiende tranche)
en het Experiment energieprestatiecoëfficiënt (EPC) Amsterdam.
De leden van de VVD-fractie concluderen uit het Ontwerpbesluit dat onder andere de
gemeente Amsterdam gevraagd heeft om de gehele gemeente aan te wijzen voor het faciliteren
van duurzame ontwikkeling onder de Crisis- en herstelwet. Deze leden vragen zich af
in hoeverre het aanwijzen van een gehele gemeente overeenkomt met de toezegging van
de Minister om uitsluitend «proeftuinen» aardgasvrije wijken en herstructurerings- of transformatiegebieden aan te wijzen.
De leden van de VVD-fractie concluderen uit de brief van de Minister over het Experiment
EPC Amsterdam dat onder andere de gemeente Amsterdam gevraagd heeft om een scherpere
EPC te kunnen eisen bij nieuwbouwprojecten, ten opzichte van het Bouwbesluit 2012.
Op de website van de gemeente Amsterdam is te lezen dat deze scherpere EPC eis vanaf
18 februari 2019 is ingegaan1. Amsterdam geeft op de website aan vooruit te lopen op landelijke wetgeving. Deze
leden vragen zich af op welke landelijke wetgeving Amsterdam doelt.
De leden van de VVD-fractie maken zich zorgen over het aantal afgegeven bouwvergunningen
in Amsterdam. Kan de Minister een overzicht sturen van het aantal afgegeven bouwvergunningen
per kwartaal in Amsterdam de afgelopen vijf jaar? Deze leden vragen zich af in hoeverre
de scherpe eisen op het gebied van sociale huur de afgelopen kwartalen een (negatieve)
rol hebben gespeeld in het aantal afgegeven bouwvergunningen. In hoeverre verwacht
de Minister dat de scherpe eisen op het gebied van EPC vanaf nu een (negatieve) rol
gaan spelen? De leden van de VVD-fractie geven aan zich zorgen te maken over de stapeling
van scherpe eisen op het gebied van sociale huur en EPC.
Hoe wordt als het gaat om het experiment met betrekking tot fijnstof in de gemeenten
Nederweert en Someren rekening gehouden met het feit dat de veehouderij in Nederland
vanuit economisch perspectief een belangrijke positie inneemt, een en ander vanuit
het besef dat er ook sprake moet zijn van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving?
Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de negentiende tranche tot wijziging
het Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet
(Bu Chw).
De leden van de CDA-fractie constateren dat het wetsvoorstel tot wijziging van de
Crisis- en herstelwet (Chw) in verband met het versnellen van woningbouw en het faciliteren
van duurzame ontwikkeling, is aangenomen door de Tweede Kamer en dat deze tranche
van het Bu Chw de eerste tranche is die gebaseerd is op de Chw zoals die luidt na
de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel.
Ten aanzien van onderdeel A (MPG Amsterdam en Harderwijk) vernemen de leden van de
CDA-fractie graag wat de meerkosten zijn van het toepassen van strengere normen. Graag
zien zij toegelicht of en hoe de balans van (extra) kosten en milieuwinst wordt bewaakt
nu met name woningbouwcorporaties hebben aangegeven dat de extra kosten fors zijn
bij nieuwbouw en renovatie.
De leden van de CDA-fractie vernemen graag hoe zich de nieuwe BENG-normen (gaan) verhouden
met de situatie in Amsterdam en Harderwijk waar die gemeenten de mogelijkheid krijgen
om een strengere Milieuprestatie Gebouwen (MPG) op te leggen voor nieuwbouwwoningen
en nieuwe kantoorgebouwen.
Ook vernemen wij graag hoe het mogelijk is dat de gemeente Amsterdam dit al ingevoerd
heeft terwijl het onderhavige besluit nog niet afgerond is.
De leden van de CDA-fractie menen dat de Chw bedoelt is om de woningbouw te versnellen.
Zij vragen of het experiment inzake MPG Amsterdam en Harderwijk niet contraproductief
zal zijn ten opzichte van dat doel.
De leden van de CDA-fractie vernemen graag wat de visie is op het signaal dat bouwprojecten
door deze extra eisen vertragen en de extra kosten die corporaties hiervoor moeten
maken.
Deze leden vernemen graag of de visie gedeeld wordt dat het behalen van de woningopgave
moeilijker wordt wanneer er kostenverhogende ambities worden opgelegd.
De leden van de CDA-fractie vragen tenslotte wat het doel is van dit experiment en
wanneer het als succesvol kan worden afgerond.
De leden van de D66-fractie hebben met grote belangstelling kennis genomen van de
negentiende tranche van de Crisis- en herstelwet (Chw). De leden van de D66-fractie
willen de regering nog enkele vragen voorleggen.
Onderdeel A
De leden van de D66-fractie zijn content dat er in de nota van toelichting wordt vermeld
dat er middels experimenten lokaal de mogelijkheid is om strengere Milieuprestaties
Gebouwen (MPG) normen van 0,9 in te stellen.
De leden van de D66-fractie lezen dat de innovatie, technische mogelijkheden en creativiteit
in de markt aanwezig zijn om inhoud te kunnen geven aan aangescherpte MPG-normen.
Deze leden vragen of het kabinet nader uiteen kan zetten waarom het implementeren
van een MPG-norm strenger dan 0,9 momenteel niet mogelijk is?
De leden van de D66-fractie vragen zich daarnaast af op basis van welk achterliggend
onderzoek deze grenswaarden worden bepaald, en vragen in hoeverre deze onderzoeken
aanwijzingen bevatten hoe in de toekomst mogelijk striktere normen kunnen worden opgesteld?
Tot slot constateren de leden van de D66-fractie bezorgd dat de regering aangeeft
dat het huidige gemeentelijke instrumentarium tekortschiet om in nieuwbouw maximaal
bij te dragen aan duurzaamheidsambities. Tegelijkertijd zijn deze leden tevreden te
constateren dat er voor twee gemeenten middels experimenten meer ruimte lijkt om aan
de duurzaamheidseisen te voldoen. De leden van de D66-fractie vragen de regering hoe
zij borgt dat andere gemeenten met ambitieuze duurzaamheidambities ook van dit instrumentarium
gebruik zouden kunnen maken?
Onderdeel C
De leden van de D66-fractie lezen in artikel 7z dat er in Nederweert en Someren momenteel
op een aantal locaties een overschrijding plaatsvindt van de norm op concentraties
fijnstofdeeltjes in de lucht. Zij zijn content dat er momenteel een experiment plaatsvindt
om deze concentratie naar beneden te brengen. Tegelijkertijd vragen deze leden of
er voldoende waarborgen zijn om te garanderen dat de luchtkwaliteit niet nog verder
kan verslechteren, gegeven dat de regering stelt dat gemeenten een experimentstermijn
van 10 jaar krijgen, en de Colleges van burgemeester en Wethouders de Wm buiten toepassing
mogen laten? Op welke wijze vindt deze borging plaats?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Ziengs, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
C.J.M. Roovers, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.