Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over vrouwenbesnijdenis
Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Rechtsbescherming over vrouwenbesnijdenis (ingezonden 7 februari 2019).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de
Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en voor Rechtsbescherming (ontvangen
25 maart 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1696.
Vraag 1 en 3
Wat is uw oordeel over het handhavingsverzoek van Femmes for Freedom tegen de As-Soennah
moskee in Den Haag, vanwege het verstoren van de openbare orde door het schenden van
fundamentele democratische waarden, onder andere geuit door de aanbeveling om over
te gaan tot vrouwenbesnijdenis?1
Gaat u het handhavingsverzoek opvolgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1 en 3
Het verzoek tot handhaven is gericht aan de burgemeester van Den Haag. Het is dan
ook aan de burgemeester van Den Haag om te beslissen op dit verzoek en niet aan het
kabinet om hierover te oordelen. De gemeente Den Haag heeft laten weten dat het verzoek
nog in behandeling is.
Vraag 2
Deelt u de mening dat elke aanbeveling om over te gaan tot vrouwenbesnijdenis fel
moet worden bestreden?
Antwoord 2
Vrouwelijke genitale verminking (VGV) is een vorm van mishandeling die moet worden
bestreden. In Nederland is VGV verboden en strafbaar als vorm van (zware) mishandeling.
Iedereen die VGV uitvoert of meewerkt aan de besnijdenis van een vrouw of een meisje
is strafbaar en kan worden vervolgd, ook wanneer de besnijdenis in een ander land
is uitgevoerd. In Nederland is de afgelopen jaren ingezet op een integrale ketenaanpak
van meisjesbesnijdenis. De Nederlandse ketenaanpak is gericht op preventie van VGV,
zorg voor vrouwen die besneden zijn en wetshandhaving in geval van uitgevoerde VGV.
Vraag 4
Gaat u realiseren dat hersteloperaties na vrouwelijke genitale verminking vergoed
worden uit het basispakket? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Zoals de Minister voor Medische Zorg en Sport in oktober 2018 tijdens de behandeling
van de ontwerpbegroting van VWS voor 2019 heeft aangegeven bestaat onduidelijkheid
over en gebrek aan wetenschappelijk bewijs van de effectiviteit en gevolgen van deze
hersteloperaties. Zo heeft bijvoorbeeld de Britse vereniging van gynaecologen in 2015
reconstructieve chirurgie na VGV afgeraden omdat er aanwijzingen zijn voor onaanvaardbare
complicaties zonder dat er doorslaggevend bewijs is voor de effectiviteit van de ingrepen.
Ook in de Concept-leidraad Medische zorg voor vrouwen en meisjes met VGV die vorig
jaar op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG)
is opgesteld, wordt vermeld dat reconstructie van de uitwendige genitaliën na VGV
een ingreep is waar nog veel onduidelijkheden over is. In deze concept leidraad van
de NVOG wordt geconcludeerd dat de literatuur over het doel en de mogelijkheden van
reconstructie na VGV zeer gering is. In de concept leidraad is om die reden opgenomen
dat behoefte is aan een klinische trial van goede kwaliteit om de veiligheid en effectiviteit
van reconstructie na VGV te onderzoeken. Deze conclusie blijft gehandhaafd in de Leidraad
die naar verwachting van de NVOG medio april 2019 wordt geautoriseerd en gepubliceerd.
Zodra de Leidraad is geautoriseerd zal de Minister voor Medische Zorg en Sport deze
aan het Zorginstituut voorleggen met het verzoek over de daarin beschreven zorg na
VGV een oordeel uit te brengen. Daarbij zal het Zorginstituut worden gevraagd deze
beoordeling zo snel mogelijk uit te voeren. Vooruitlopend op dat oordeel van het Zorginstituut
kunnen de hersteloperaties niet in het basispakket van de Zorgverzekeringswet worden
opgenomen.
Volledigheidshalve wijs ik erop dat medisch noodzakelijke zorg die gericht is op zoveel
mogelijk herstel van de functies van de uitwendige geslachtsorganen na VGV wel uit
het basispakket wordt vergoed. Het gaat dan bijvoorbeeld om onbelemmerde afvoer van
urine en menstruatiebloed om daarmee mogelijke infecties aan urineweg, blaas en vagina
te voorkomen. Ook behandeling van onder andere littekenweefsel na VGV, abcessen en
pijnklachten valt onder deze medisch noodzakelijke zorg die deel uitmaakt van het
basispakket.
Vraag 5 en 6
Bent u bekend met het fenomeen maagdenvliescontrole? Bent u in het kader van deze
controles ook bekend met de richtlijnen van de Verenigde Naties (VN) Vrouwen, VN Mensenrechten
en de Wereldgezondheidsorganisatie, die deze controles aanwijzen als schending van
vrouwen- en meisjesrechten en als gender based discriminatie?
Hoe oordeelt u over het groeiende aanbod van maagdenvliesherstelmogelijkheden, zoals
pillen en operaties?
Antwoord 5 en 6
Ja, ik ben bekend met het fenomeen maagdenvliescontrole. De WHO ontraadt artsen medewerking
te verlenen aan maagdenvliesherstel. Dit ondersteun ik. Zoals aangegeven in mijn antwoorden
op de vragen van de Kamerleden Becker (VVD) en Rutte (VVD) over het adverteren voor
en het meewerken aan maagdenvliesherstel in Nederland2 vind ik het onwenselijk wanneer vrouwen onvrijwillig of uit angst vragen om een maagdenvlieshersteloperatie.
In het verlengde hiervan vind ik het dan ook onwenselijk dat artsen maagdenvlieshersteloperaties
uitvoeren als vrouwen hier uit angst voor kiezen. Ik ga hierover in gesprek met de
betreffende artsen en de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie & Gynaecologie (NVOG).
Daarnaast heb ik in dezelfde antwoorden aangegeven dat mij geen cijfers bekend zijn
over het aantal uitgevoerde maagdenvliescontroles en maagdenvlieshersteloperaties
in Nederland. Uit het artikel «Het hymen, een delicate kwestie» van Semeijn en Elfering3 komt naar voren dat vermoedelijk jaarlijks duizenden vrouwen informatie vragen en
honderden zich laten behandelen. Ik heb daarnaast ook geen signalen dat er een groeiend
aanbod is van maagdenvliesherstelmogelijkheden, zoals pillen en operaties.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.