Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Omtzigt over het CAF-11 project en andere CAF-projecten waarbij ouders jarenlang geen kinderopvangtoeslag kregen toegewezen omdat ze door de belastingdienst aan het lijntje gehouden werden
Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën over het CAF-11 project en andere CAF-projecten waarbij ouders jarenlang geen kinderopvangtoeslag kregen toegewezen omdat ze door de belastingdienst aan het lijntje gehouden werden (ingezonden 18 maart 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Snel (Financiën) (ontvangen 22 maart 2019)
         
Vraag 1
            
Kunt u reageren op de volgende passage uit de brief van de Kinderombudsman van 31 juli
               2018 aan de directeur Belastingdienst/Toeslagen:
            
«Effect van de besluiten
Veel gezinnen belandden door bovengenoemde besluiten al dan niet direct of in een
               later stadium in de (financiële) problemen.
            
Voor het ene gezin waren de gevolgen ernstiger dan voor het andere gezin. Bij sommige
               gezinnen ontstonden schulden bij het gastouderbureau, ouders moesten hun baan opzeggen
               en gezinnen kwamen in de schuldhulpverlening terecht.
            
Ter illustratie van de impact volgen hier een aantal quotes uit de brieven die ik
               heb gekregen van de kinderen van deze ouders: «We kunnen niks leuks doen». «We kunnen
               geen speelgoed kopen». «Als we niet meer hoeven te betalen wil ik samen met mijn broertje
               heel graag naar de Efteling.» «Mijn moeder is heel erg ziek geworden en dat vind ik
               heel erg.» «Mijn mamma kon niet meer naar haar werk. Ze was altijd boos en ging huilen»»?
            
Antwoord 1
            
De directeur-generaal Belastingdienst heeft op 30 augustus 2018 gereageerd op de brief
               van de Kinderombudsman. Die correspondentie heb ik aan uw Kamer doen toekomen.
            
Hij heeft onder meer het volgende opgemerkt:
«Dat een kind er belang bij kan hebben dat zijn ouders kinderopvangtoeslag krijgen,
                  is duidelijk. Evenzo kan het nadelig voor een kind zijn als zijn ouders een toeslag
                  moeten terugbetalen. In het belang van de ouders (maar daardoor ook in het belang
                  van de kinderen) worden controles van de objectieve criteria vroegtijdig uitgevoerd
                  zodat onterechte toeslagen kunnen worden stopgezet en terugvorderingen niet verder
                  oplopen en zoveel mogelijk worden beperkt.
In de voorliggende casus hadden de toeslagen echter niet meteen gestopt moeten worden
                  maar had eerst vastgesteld moeten worden of er recht bestond op de toeslag. Achteraf
                  bezien is er onvoldoende oog geweest voor het burgerperspectief en is niet de juiste
                  werkwijze gehanteerd (zie ook onze brief aan de Nationale ombudsman van 7 november
                  2017 als reactie op het rapport «Geen powerplay maar fair play» waarin de voorliggende
                  casus is onderzocht).»
Ik kan mij in dat antwoord vinden.
Vraag 2
            
Hoe beoordeelt u het effect van de maatregelen van de Belastingdienst?
Antwoord 2
            
In mijn brief van 11 oktober 2018 (Kamerstuk 31 066, nr. 434) heb ik verbetermaatregelen aangekondigd. Naast een zorgvuldige afhandeling voor
               CAF-11 zorgen de verbetermaatregelen voor een kwaliteitsimpuls voor de werkwijze Toeslagen
               in zijn geheel. Ik realiseer mij dat de problemen omtrent de informatiehuishouding
               en de tekortkomingen rondom de vaktechnische inbedding breder spelen dan het CAF-11
               dossier. De cultuuromslag die daarmee gepaard gaat, vergt meer tijd en inspanning
               dan de afhandeling van de specifieke CAF-11 zaak. Ik heb u in mijn brief van 20 november
               2018 bericht over de voortgang van deze verbetermaatregelen om dit te bewerkstelligen.
            
Vraag 3
            
Herinnert u zich dat u aan de Kamer schreef: «Aangezien een uniforme werkwijze ontbreekt,
               ontbreekt ook een uniform overzicht van de [Combiteam Aanpak Facilitators (CAF)] projecten»?1
Antwoord 3
            
Ja.
Vraag 4, 5, 6 en 8
            
Bestaat er een (wellicht niet volledig uniform) overzicht van de uitgevoerde CAF-projecten
               bij de Belastingdienst, ofwel een lijst van de uitgevoerde projecten? Zo nee, hoe
               beoordeelt u dan de adminsitratie van de Belastingdienst?
            
Kunt u de lijst met alle CAF-projecten met de kamer delen zoals CAF-1 (Heidekoe),
               CAF-2 (Caledonie), CAF-3 (Tonaga), CAF-4 (Swierigheid), CAF-5 (Julius), CAF-6 (Rongdrik),
               CAF-7 (Beilen), CAF-8 (Namdrik), CAF-9 (Namu) etc?
            
Bij welke van deze CAF-projecten heeft een evaluatie plaatsgevonden? Kunt u deze evaluaties
               aan de Kamer doen toekomen, net zoals u de evaluatie van CAF-11 aan de Kamer heeft
               doen toekomen?
            
Zijn ouders in de andere CAF-projecten net zo aan het lijntje gehouden als in het
               CAF-11 project?
            
Antwoord 4, 5, 6 en 8
            
Zoals ik op 12 maart jl. aan uw Kamer heb geschreven, is CAF een verzamelnaam voor
               een veelheid aan (voorstellen tot) projecten van het Combiteam Aanpak Facilitators
               (CAF) van de Belastingdienst. Het gaat dan om vele honderden zaken. Tot de aanpak
               van het Combiteam Aanpak Facilitators voor Toeslagen kunnen circa 80 zaken gerekend
               worden waarvan een vermoeden van georganiseerdheid bestond. In enkele gevallen zijn
               zaken zelfs afgesloten met een strafrechtelijke veroordeling. De overige zaken zijn
               in het reguliere toezicht behandeld door bijvoorbeeld het opvragen van aanvullende
               bewijsstukken. Al met al gaat het om een veelheid aan documenten in deze zaken. Omdat
               in de genoemde periode 2014 – medio 2016 geen centrale regie op die projecten bestond,
               ontbreekt een integraal beeld.
            
Uw Kamer heeft inzage gevraagd in diverse documenten van andere CAF-zaken dan CAF-11.
               Zowel de stukken uit het CAF-11 dossier als die uit alle andere CAF-dossiers bevatten
               toezichtvertrouwelijke informatie. In het CAF-11 dossier heb ik stukken ter vertrouwelijke
               inzage aan uw Kamer verstrekt, omdat in dat dossier door onder andere de Nationale
               ombudsman, de Raad van State, de Autoriteit Persoonsgegevens en uw Kamer sterke aanwijzingen
               werden afgegeven dat de behandeling onzorgvuldig was. Ik wil niet aan het verzoek
               van uw Kamer tegemoetkomen om ook toezichtsvertrouwelijke informatie in andere CAF-zaken
               te verstrekken, te meer omdat ik in andere CAF-zaken geen externe aanwijzingen heb
               ontvangen.
            
Vraag 7
            
Bij hoeveel van de ouders in de CAF-projecten is de kinderopvangtoeslag stopgezet,
               hebben bezwaar ingediend (of hem opnieuw aangevraagd), maar duurde het meer dan zes
               maanden voordat een besluit tot opnieuw toekennen genomen is?
            
Antwoord 7
            
Zoals ik in de antwoorden op de vragen van uw Kamer van 12 maart heb aangegeven, heeft
               Toeslagen geen geaggregeerde gegevens over het aantal ouders in CAF-projecten. Dat
               geldt ook voor de ouders bij wie een besluit tot opnieuw toekennen van de kinderopvangtoeslag
               langer dan zes maanden heeft geduurd. Bij CAF 11 heb ik geconstateerd dat het niet
               goed is gegaan. Ik verwijs naar mijn brief van 11 oktober 2018 aan uw Kamer.
            
Vraag 9, 12 en 13
            
Kunt u aangeven waarom de Kamer (en journalisten die een Wob-verzoek indienden) eerder
               wel een overzicht kregen van de gemaakte juridische kosten (zoals in de zaak van een
               beschuldigde topambtenaar) en nu niet?
            
Kunt u een overzicht geven van de declaraties van de landsadvocaat in CAF-11 zaken
               tot de dag van vandaag?
            
Kunt u aangeven hoeveel de landadvocaat in totaal is betaald in zaken die aan CAF-11
               gerelateerd zijn?
            
Antwoord 9, 12 en 13
            
Kosten van lopende, individuele procedures worden niet openbaar gemaakt. Het bekend
               worden hiervan zou de procespositie en -strategie van de Staat of zijn bestuursorganen
               kunnen ondergraven, hetgeen onevenredig benadelend zou zijn. Wel ben ik bereid om
               uw Kamer te informeren over de gemaakte totale kosten met betrekking tot het proces
               rondom CAF-11.
            
Vraag 10
            
Deelt u de mening dat, indien de Kamer een overzicht wil van de gemaakte juridische
               kosten door de landsadvocaat, u dat overzicht dient te verschaffen gezien het budgetrecht
               en de informatieplicht aan de Kamer?
            
Antwoord 10
            
Het budgetrecht voorziet erin dat in beginsel alleen uitgaven worden gedaan ten laste
               van een door het parlement goedgekeurde begroting. In dit geval komen de kosten van
               de lopende procedures ten laste van de begroting van het Ministerie van Financiën
               (IX). Wat betreft de informatievoorziening aan de Kamer over lopende procedures verwijs
               ik naar mijn antwoord op de vragen 9,12 en 13.
            
Vraag 11
            
Kunt u ook maar een voorbeeld geven waarop de procedure beïnvloed zou kunnen worden
               (ten nadele van de staat) als u openbaar maakt hoeveel u de landsadvocaat in deze
               zaak betaald heeft?
            
Antwoord 11
            
De gemaakte en nog te voorziene kosten van de procedure kunnen een rol spelen bij
               de afweging een procedure al dan niet voort te zetten. Inzicht in deze kosten kan
               voor een wederpartij aanleiding zijn om verdere juridische stappen te ondernemen.
            
Vraag 14
            
Kunt u deze vragen een voor een en voor het plenaire debat aanstaande donderdag over
               het evaluatierapport over het onterecht terugvorderen van kinderopvangtoeslagen beantwoorden?
            
Antwoord 14
            
De vragen zijn zo spoedig als mogelijk beantwoord, waarbij samenhangende vragen gezamenlijk
               zijn beantwoord.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M. Snel, staatssecretaris van Financiën 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.