Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Sienot over het artikel ‘Nederland onderaan EU-lijst duurzame energie’
Vragen van het lid Sienot (D66) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het artikel «Nederland onderaan EU-lijst duurzame energie» (ingezonden 13 februari 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 22 maart 2019)
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1866.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Nederland onderaan EU-lijst duurzame energie»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Welke acties onderneemt u om het doel waaraan Nederland zich gecommitteerd heeft in
het Energieakkoord aan een doelstelling van 14% hernieuwbare energie in 2020 te bereiken?
Antwoord 2
Het aandeel hernieuwbare energie lag met 6,6% in 2017 nog flink onder het doel van
14% voor 2020 en het doel van 16% voor 2023. Bij het opstellen van het Energieakkoord
is uitgegaan van een sterke stijging van het aandeel hernieuwbare energie richting
2020 en 2023. De afgelopen jaren is het SDE+-budget sterk verhoogd, juist om de doelen
binnen bereik te houden. Er zijn heel veel projecten in de pijplijn die de komende
jaren worden gerealiseerd, waarmee het aandeel hernieuwbare energie richting 2020
sterk zal stijgen en ook daarna zal doorstijgen. Het kabinet blijft gecommitteerd
aan het Energieakkoord, ook voor het aandeel hernieuwbare energie.
Vraag 3
Hoe staat u, gezien het gegeven dat uit de elektriciteitssector verschillende voorstellen
zijn gekomen om te versnellen met duurzame energieopwekking in Nederland, tegenover
verdere benutting van het huidige SDE+ budget middels een aanvullende subsidie voor
zonnepanelen bij sanering van asbestdaken?
Antwoord 3
Het is voor eigenaren van daken die zonnepanelen willen plaatsen al mogelijk om gebruik
te maken van de SDE+ (voor grootverbruikers) en salderen (voor kleinverbruikers).
In de markt zijn ook partijen actief die mede op basis hiervan proposities maken voor
eigenaren van asbestdaken die deze willen verwijderen en tegelijkertijd zonnepanelen
op hun dak willen plaatsen. Een aanvullende subsidie is daarom niet nodig.
Vraag 4
Hoe staat u gelet op het bovenstaande tegenover het bij woningcorporaties en Verenigingen
van Eigenaren tijdelijk extra stimuleren van collectieve zonnepanelen?
Antwoord 4
Woningcorporaties en Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) worden op dit moment via onder
andere de SDE+-regeling, de postcoderoosregeling en de salderingsregeling gestimuleerd
om te investeren in zonnepanelen. Op gemeentelijk niveau kunnen er aanvullende mogelijkheden
zijn voor met name VvE’s.
Het heeft mijn voorkeur om stimulering zo min mogelijk te beperken tot specifieke
doelgroepen. Het beleid van het kabinet is erop gericht om eventuele, specifieke belemmeringen
voor bepaalde doelgroepen zoveel mogelijk uit de weg te ruimen.
Zo is voor woningcorporaties onlangs een beleidswijziging aangekondigd door de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties per brief van 22 februari jl. (Kamerstuk
32 847, nr. 470). Daarmee wordt een ervaren belemmering voor het plaatsen van zonnepanelen door woningcorporaties
weggenomen.
Vraag 5
Hoe staat u gelet op het bovenstaande tegenover het creëren van de mogelijkheid binnen
de SDE+-regeling voor een extra financiële stimulans van zonnepanelen met meer dan
gemiddelde opbrengsten?
Antwoord 5
Ik sta daar positief tegenover, mits dit leidt tot een lagere benodigde subsidie per
kWh en daardoor minder subsidie. Vandaar dat ik in de SDE+ 2019 een categorie heb
opengesteld voor installaties op veld en op water, die via een zonvolgend systeem
meer opbrengst genereren. De SDE+ is een regeling gericht op de kosteneffectieve uitrol
van hernieuwbare energie. Dit staat soms op gespannen voet met innovatieve concepten,
waardoor het lastig kan zijn om een goed basisbedrag voor de exploitatiesubsidie vast
te stellen. Voor het advies voor de SDE++ voor 2020 heb ik aan het Planbureau voor
de Leefomgeving (PBL) gevraagd om met aandacht te kijken naar tweezijdig panelen,
die een meer dan gemiddelde opbrengst kunnen genereren. Als uit het advies van het
PBL over de basisbedragen voor 2020 blijkt dat het ook mogelijk is om voor bijvoorbeeld
tweezijdige zonnepanelen een passend basisbedrag te berekenen en deze technologie
kosteneffectief blijkt, dan zal ik overwegen om de technologie op te nemen in de SDE++
2020.
Vraag 6
Welke maatregelen neemt u om de beperkte netcapaciteit, waardoor meerdere zonne-energieprojecten
in onder andere Drenthe geen groene stroom kunnen leveren, te verhelpen?
Antwoord 6
In mijn antwoorden van 12 februari jl. op soortgelijke vragen van de leden Agnes Mulder,
Geurts, Sienot, Moorlag en Van der Lee (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019,
nrs. 1529, 1539 t/m 1542) heb ik aangegeven dat de inzet van mijn beleid erop is gericht dat
iedereen aangesloten kan worden op het net. Investeringen in het elektriciteitsnet
moeten ook noodzakelijk en efficiënt zijn, wij betalen als burgers immers allemaal
mee aan de elektriciteitsnetten. Het verzwaren van het net kost enige tijd; zo moet
ruimte worden gevonden voor stations, is er tijd nodig om een goede inspraak van onder
andere burgers te organiseren en moeten nieuwe kabels getrokken worden. Oplossingen
liggen op twee vlakken: ten eerste het tijdig investeren en uitbreiden van het elektriciteitsnet
en ten tweede een locatiecheck in de gebieden. In het ontwerpKlimaatakkoord zijn over
beide zaken suggesties opgenomen. Ik onderzoek met de Autoriteit Consument en Markt
(ACM) en de netbeheerders welke oplossing passend is voor tijdig investeren en of
de regelgeving daarvoor gewijzigd moet worden.
Anderzijds krijgen de netbeheerders een adviserende rol bij het opstellen van de Regionale
Energie Strategieën (RES). Daar wordt door middel van locatiechecks ingezet op het
zo slim mogelijk koppelen van decentrale productie en beschikbaarheid op het net.
Ik ben ook samen met de netbeheerders, decentrale overheden, ACM en andere betrokkenen
aan het bezien welke overige maatregelen eerder dan via wijziging van wet- en regelgeving
en de RES soelaas kunnen bieden. Zoals toegezegd in het AO Klimaat en Energie op 13 februari
jl., zal ik uw Kamer in mei 2019 over de voortgang hiervan informeren.
Daarnaast is er reeds intensief overleg tussen de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
(RVO.nl) en de netbeheerders over de impact van de subsidieverleningen vanuit de SDE+-verleningen.
Vraag 7
Overweegt u om te investeren in buitenlandse energieprojecten (door middel van het
Joint Project Mechanism) om de doelstelling te behalen?
Antwoord 7
Uw Kamer heeft mij verzocht om te verkennen of buitenlandse energieprojecten, door
middel van het Joint Project Mechanism, kunnen bijdragen aan het hernieuwbare energiedoel
voor 2020. Ik sluit op voorhand niets uit. Wel blijft het kabinet gecommitteerd aan
het realiseren van de doelen van het Energieakkoord in Nederland. Conform de motie
van de leden Sienot en Agnes Mulder (Kamerstuk 32 813, nr. 256) zal ik voor het zomerreces met een brief komen waarin ik de mogelijkheden hiervoor
uiteenzet.
Vraag 8
Overweegt u een aantal maatregelen van de Sectortafel Elektriciteit, zoals geformuleerd
in het Klimaatakkoord, vervroegd in te voeren en dus te versnellen?
Antwoord 8
Het kabinet is gecommitteerd aan het Energieakkoord en heeft de afgelopen jaren maatregelen
getroffen om het doel binnen bereik te houden door, waar dat mogelijk was, de realisatie
van projecten te versnellen. Voor veel van de maatregelen die vanuit de Sectortafel
Elektriciteit in het ontwerpKlimaatakkoord zijn opgenomen geldt dat deze meteen van
start gaan na totstandkoming van het definitieve Klimaatakkoord en op dit moment worden
voorbereid. De inspanningen zijn er daarbij op gericht om in 2030 meer dan 70% van
de geproduceerde elektriciteit hernieuwbaar op te wekken. Daarbij verwacht ik de komende
jaren al een flinke groei van het aandeel hernieuwbaar te zien. Ik zie daarmee geen
mogelijkheden om de maatregelen uit het Klimaatakkoord nog sneller te starten dan
op dit moment voorzien is.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.