Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Gerven over het recht krijgen na een medische misser
Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over het recht krijgen na een medische misser (ingezonden 4 maart 2019).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 21 maart 2019).
Vraag 1
Herinnert u zich dat u in antwoorden op eerdere Kamervragen heeft aangegeven dat bij
het afwikkelen van gerechtelijke procedures, een Gedragscode Openheid medische incidenten
(GOMA) is ontwikkeld? Kunt u (laten) beoordelen of de indruk juist is dat grote problemen
bij de afwikkeling van zaken ontstaan waarin een voorzienbaar groot financieel belang
speelt, beduidend meer dan de grens van 25.000 euro?1
Antwoord 1
Ik herinner mij deze antwoorden. De grens van € 25.000,- waaraan wordt gerefereerd,
vindt zijn grondslag in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg. In artikel
20 is bepaald dat de geschilleninstantie bevoegd is een vergoeding van geleden schade
toe te kennen tot in ieder geval € 25.000. Deze regeling is bedoeld als een laagdrempelige
vorm van geschillenbeslechting. Het gaat daarbij veelal om relatief overzienbare situaties
en om relatief beperkte schade. Dergelijke situaties zijn in het algemeen ook eenvoudiger
op te lossen dan de veelal complexere en grotere zaken die bij de civiele rechter
terecht komen.
Vraag 2
Herinnert u zich dat u in antwoord op eerdere Kamervragen over het kijken naar alternatieven
voor de lengte van langslepende klachten ten gevolge van een calamiteit heeft aangegeven
de genoemde casus niet representatief te vinden? Waarom bent u niet bereid te leren
van bestaande casus die aantoonbaar aangeven waar het systeem knelt? Waarom kijkt
u niet actief hoe deze procedures verbeterd en versneld kunnen worden? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Antwoord 2
Ik acht deze twee casus uit 2005 en 2007 inderdaad niet representatief meer voor de
situatie op dit moment. In reactie op casuïstiek zoals deze heeft de Letselschade
Raad immers samen met betrokken partijen in 2010 een Gedragscode Openheid medische
incidenten (GOMA) opgesteld ter verbetering van de positie van patiënten en om de
snelheid van het afwikkelen van gerechtelijke procedures te vergroten. Ook is sinds
2016 de Wet kwaliteit klachten en geschillen zorg van kracht. Deze wet heeft de nodige
verbeteringen gebracht in de positie van cliënten. Zo is in de Wkkgz neergelegd dat
de cliënt of zijn nabestaanden goed moeten worden geïnformeerd bij calamiteiten. Voor
een sterke positie van de cliënt is het belangrijk dat deze goed wordt geïnformeerd
over de gang van zaken bij een calamiteit en dat de Inspectie ook toeziet op het onderzoek
van de instelling naar de calamiteit, mede voor het geval er een civiele zaak uit
voortvloeit. Het komende jaar zal de Wkkgz worden geëvalueerd. In de evaluatie zal
ik ook de werking van de informatieplicht bij calamiteiten, de toezichtsrol van de
Inspectie en artikel 20 Wkkgz betrekken.
Vraag 3
Kunt u aangeven hoeveel zorgaanbieders gebruik maken van buitenlandse verzekeraars
bij de afhandeling van klachten met betrekking tot calamiteiten en waarom zij kiezen
voor buitenlandse verzekeraars en niet de twee Nederlandse verzekeraars die actief
zijn op dit gebied? Hoe groot is in procenten de markt van deze buitenlandse verzekeraars
in Nederland?
Antwoord 3
Centramed en Medirisk verzekeren de aansprakelijkheid voor medische schade voor 95%
van de Nederlandse markt. De overige 5% is verzekerd bij een buitenlandse verzekeraar.
Deze laatste groep maakt veelal gebruik van een verzekeringsmakelaar om zich op de
buitenlandse markt (zoals bij Lloyd, AIG en AWAC) te verzekeren. Waarom deze groep
kiest voor een buitenlandse verzekeraar is mij niet bekend.
Vraag 4
Herinnert u zich dat u in antwoorden op eerdere Kamervragen heeft aangeven dat een
onafhankelijke rechter bepaalt of een persoon die zich slachtoffer acht van een vermeende
medische fout en daartegen procedeert, al dan niet wordt veroordeeld tot betaling
van de kosten van het proces en eventuele buitengerechtelijke kosten? Hoe denkt u
dat slachtoffers een zaak bij de rechter moeten financieren, kosten die kunnen oplopen
tot vele tienduizenden euro’s, voordat er een vonnis kan worden uitgesproken? Deelt
u de mening dat hier gekeken moet worden naar oplossingen? Bent u daartoe bereid?
Vormen deze kosten voor een aantal mensen niet een te hoge drempel om hun recht te
halen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Ik herinner mij dit antwoord. Inderdaad kunnen de proceskosten en eventuele buitengerechtelijke
kosten flink oplopen voor een persoon die zich slachtoffer voelt van een vermeende
medische fout en daartegen procedeert. Ook komt het voor dat slachtoffers vanwege
de hoge kosten ervoor kiezen te stoppen met procederen of akkoord gaan met een schikkingsvoorstel.
Dat mensen tot aan de hoogste rechter zouden moeten procederen over een medisch incident
om hun gelijk te halen, vind ik een ernstige zaak en moet zo veel mogelijk worden
voorkomen. Ik zie daar het grote belang van een soepele opvang en bejegening van een
patiënt na een medische fout. Daar ligt een duidelijke verantwoordelijkheid van de
zorginstelling. De Governancecode zorg schrijft voor dat de behoeftes, wensen, ervaringen
en belangen van de cliënt centraal staan en richtinggevend zijn voor de te bieden
zorg. Daar is – als het om de opvang van klachten bij een incident gaat – nog een
wereld te winnen. Als zorginstellingen hun verantwoordelijkheid nemen bij de opvang
en bejegening van een patiënt na een medische fout dan moet het mogelijk zijn te komen
tot een soepele en in goede sfeer verlopende claimbeoordeling en schadeafwikkeling.
De gedragsregels van de GOMA, de modernisering van het klacht- en geschillenrecht
met de nadruk op snelheid, laagdrempeligheid en mediation en de Governancecode ondersteunen
dit. Daarin zie ik de oplossing van dit vraagstuk en niet in compensatie van de kosten
voor juridische procedures. Een patiënt kan daardoor geneigd zijn om het
aansprakelijkheidsrecht aan te wenden, terwijl dat in zijn geval eigenlijk niet het
gepaste instrument is om zijn gelijk te halen. Het aansprakelijkheidsrecht kan het
dan, om zo te zeggen, nooit goed doen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.