Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de rol van verzekeraars, Achmea in het bijzonder, bij het proces tot stelselherziening rechtsbijstand en de invloed op het ministerie
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de rol van verzekeraars, Achmea in het bijzonder, bij het proces tot stelselherziening rechtsbijstand en de invloed op het ministerie (ingezonden 8 februari 2019).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 21 maart 2019) Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1735.
Vraag 1
Sinds wanneer bent u op de hoogte van het feit dat verzekeraars er op uit zijn ook
op andere manieren dan slechts op verzekeringsbasis rechtshulp te verlenen?
Antwoord 1
Sommige rechtsbijstandsverzekeraars bieden rechtzoekenden zonder rechtsbijstandsverzekering
al enkele jaren de mogelijkheid van hun dienstverlening gebruik te maken op basis
van zogeheten «prepaid rechtshulp». De rechtzoekende betaalt dan een vast bedrag voor
bijvoorbeeld hulp bij het bepalen van zijn rechtspositie of het onderhandelen met
de wederpartij.
Vraag 2
Heeft u kennisgenomen van het paper van het Verbond van Verzekeraars over de toekomst
van rechtsbijstandsverzekeringen uit 2017 waarin reeds geconcludeerd wordt dat: «alleen
rechtsbijstand blijven verlenen op basis van de traditionele rechtsbijstandverzekering
is onvoldoende om in 2025 nog een grote rol te spelen bij de toegang tot het recht.
Er zijn nieuwe producten, maar zeker ook nieuwe vormen van juridische dienstverlening
nodig.»?1
Antwoord 2
Ik heb van het paper kennis genomen. Hierin lees ik dat de branche verkent op welke
wijze rechtsbijstandsverzekeraars onder veranderende marktomstandigheden, zoals het
grotere aanbod aan juridische informatie die rechtzoekenden online kunnen vinden,
ook op langere termijn hun relevantie kunnen behouden. Dat de branche nadenkt over
haar toekomst vind ik een goede zaak. Ook de Nederlandse Orde van Advocaten en mijn
ministerie verkennen, elk vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, hoe zij omgaan met
de veranderingen in de markt voor juridische dienstverlening.
Vraag 3
Heeft u, dan wel uw ministerie, contact gezocht met Achmea voor het vormgeven van
de pilot met consumentenrechtelijke geschillen of heeft Achmea met u, dan wel uw ministerie
contact opgenomen? Als u contact heeft gezocht met Achmea, waarom heeft u dit specifiek
met Achmea gedaan? Als Achmea contact heeft gezocht met u, dan wel uw ministerie,
wanneer vond dit eerste contact dan plaats?
Antwoord 3
De pilot consumentenrechtelijke geschillen is een pilot die tot stand is gekomen op
initiatief van de Raad voor Rechtsbijstand en die onder de verantwoordelijkheid van
de Raad voor Rechtsbijstand wordt uitgevoerd. Bij de keuze voor LegalGuard (initiatief
van Achmea) als dienstverlener in het kader van deze pilot hebben noch ikzelf noch
mijn ambtenaren enige betrokkenheid gehad.
Vraag 4
Hoe vaak heeft u gesprekken gehad met verzekeraars, en Achmea in het bijzonder, sinds
uw aantreden, en waarover gingen deze gesprekken?
Antwoord 4
Zowel mijn ambtenaren als ik zijn continue in gesprek met organisaties en professionals
in en rond het stelsel om gezamenlijk tot gedragen voorstellen voor verbetering te
komen. In 2018 zijn er in het kader van het programma Rechtsbijstand een aantal ontwerpsessies
en themabijeenkomsten georganiseerd. Bij deze ontwerp en themasessies waren ook professionals
afkomstig uit de verzekeringswereld aanwezig. Daarnaast heeft periodiek hoog ambtelijk
overleg plaatsgevonden met bestuurders van het Juridisch Loket, de Raad voor Rechtsbijstand,
de NOvA en met andere organisaties, zoals de Raad voor de rechtspraak, het OM, en
het Verbond van Verzekeraars. Omdat ik groot belang hecht aan het mij breed laten
informeren op diverse terreinen door verschillende partijen heb ik ook een reeks werkbezoeken
afgelegd, waaronder aan Stichting Achmea Rechtsbijstand. Het belang dat ik voor ogen
had bij het afleggen van dit werkbezoek was om mij te informeren over de werkzaamheden
van grote juridische dienstverleners.
Vraag 5
Welke rol ziet u voor verzekeraars, en Achmea in het bijzonder, in het nieuwe stelsel
van rechtsbijstand?
Antwoord 5
In het nieuwe stelsel wil ik rechtzoekenden toegang geven tot een effectieve, laagdrempelige
en zoveel mogelijk integrale oplossing voor hun geschil. Daarom verken ik op welke
wijze verschillende aanbieders van rechtshulp hieraan kunnen bijdragen. Daarbij kijk
ik ook naar rechtsbijstandsverzekeraars, nu zij beschikken over ruime ervaring met
de afdoening van juridische geschillen die mogelijk bij de vormgeving van het nieuwe
stelsel van rechtsbijstand kan worden benut.
Op dit moment wordt een marktverkenning uitgevoerd, die onder andere duidelijkheid
moet geven over de vraag hoe de markt gaat bewegen met voorgestelde stelselwijziging.
De vraag of en zo ja welke producten door rechtsbijstandsverzekeraars kunnen worden
geleverd kan ik daarom nog niet beantwoorden. Mocht Stichting Achmea Rechtsbijstand
in de toekomst aan de rechtshulpverlening in het stelsel willen bijdragen, dan zal
het aan dezelfde selectiecriteria moeten voldoen als andere belangstellende partijen.
Vraag 6
In welk opzicht is de pilot voor consumentenrechtelijke geschillen van de raad voor
rechtsbijstand met LegalGuard anders dan de manier waarop LegalGuard zelf reeds haar
commerciële bedrijf voert? Als er geen verschil is, waarom noemt u dit dan toch een
pilot?
Antwoord 6
De pilot heeft tot doel om ervaring op te doen met andere wijzen van verlening van
rechtsbijstand aan rechtzoekenden dan door een advocaat op basis van een toevoeging,
bijvoorbeeld ten aanzien van klanttevredenheid, doorlooptijden, passendheid van oplossingen
en kostenefficiëntie. De doelstelling van de pilot is niet het beproeven van een aanpak
voor de behandeling van geschillen die afwijkt van de reguliere behandelingswijzen
van LegalGuard.
Vraag 7
Wat vindt u zelf van het feit dat u eerst een reclamefilmpje maakte voor Achmea, daarna
met uw contourennota voor de rechtsbijstand de rode loper uitrolde voor verzekeraars
in het stelsel voor rechtsbijstand en weer daarna, nog voordat het debat met de Kamer
was afgerond, een onderdeel van Achmea al de eerste opdracht gaf om te gaan experimenteren
binnen de door u vastgestelde contouren?
Antwoord 7
Op dit moment werk ik de contouren van het stelsel verder uit waarover ik uw Kamer
vóór de zomer van 2019 nader informeer. Vervolgens ga ik graag met uw Kamer het gesprek
hierover aan. De pilot van de Raad voor Rechtsbijstand duurt tot uiterlijk 1 maart
2020 en loopt niet vooruit op enige besluitvorming over de inrichting van het nieuwe
stelsel.
Zoals hiervoor opgemerkt in mijn antwoord op vraag 3 heb ik geen betrokkenheid gehad
bij de keuze van de Raad voor Rechtsbijstand om samen te werken met LegalGuard. De
veronderstelling dat ik Achmea opdracht zou hebben gegeven tot een experiment is dan
ook niet juist.
Voor de volledigheid merk ik op dat ik reeds eerder ben in gegaan op het filmpje bij
Achmea bij eerder beantwoorde Kamervragen2.
Vraag 8
Klopt het dat verzekeraars steeds meer en intensiever samenwerken met het ministerie,
zoals te lezen valt op de website van het Verbond van Verzekeraars?3
Antwoord 8
Het is juist dat er met enige regelmaat contact is tussen mijn ministerie en rechtsbijstandsverzekeraars,
het Verbond van Verzekeraars of het Platform Rechtsbijstand. Dat er contacten zijn
met rechtsbijstandsverzekeraars ligt voor de hand, nu een groot deel van de Nederlandse
bevolking voor rechtsbijstand is verzekerd. Het aantal polissen werd in 2014 geschat
op 3,2 miljoen.4
Vraag 9
In hoeverre komen de vijf aanbevelingen de voorzitter van het Platform Rechtsbijstand,
zoals hij deze deed tijdens het rondetafelgesprek gesubsidieerde rechtsbijstand, overeen
met uw plannen zoals geformuleerd in de contourennota herziening stelsel gesubsidieerde
rechtsbijstand?5
Antwoord 9
Bij de totstandkoming van de contourennota zijn veel partijen geraadpleegd. Verschillende
partijen hebben zelf stukken geschreven en hebben expliciet aanbevelingen gedaan.
De aanbevelingen van de voorzitter van het Platform Rechtsbijstand over het vroegtijdig
bieden van een oplossing en van het betrekken van hulpverleners uit aanvullende disciplines
sluiten goed aan bij de uitgangspunten voor het nieuwe stelsel. De hulpvraag van rechtzoekenden
wordt beter in kaart gebracht en zal belangrijk zijn voor de vormgeving van de toegang
tot informatie, advies en hulp. Het stelsel moet duurzaam zijn, het moet aansluiten
op de huidige behoeften en ook ruimte bieden voor ontwikkelingen in de toekomst. Dat
betekent onder andere dat het stelsel openstaat voor technologische en andere ontwikkelingen.
Vraag 10
Klopt het dat het Platform Rechtsbijstand van het Verbond voor Verzekeraars het ministerie
helpt bij de beantwoording van Kamervragen, zoals valt te lezen op haar website? Zo
ja, hoe vaak en bij welke vragen is dat precies gebeurd en tot welke wijzigingen heeft
dat geleid? Heeft zij ook geholpen bij het beantwoorden van de vragen over het verspreiden
van een filmpje over een commerciële verzekeraar?6
Antwoord 10
Om een zorgvuldige en feitelijk juiste beantwoording van Kamervragen te waarborgen
maakt afstemming met partijen waarop de vraagstelling ziet, of die een bijzondere
deskundigheid hebben die voor een correcte beantwoording nodig is, deel uit van het
beantwoordingsproces. Over beantwoording van bepaalde Kamervragen is om deze reden
ook contact met het Verbond van Verzekeraars.
Vraag 11
Wat vindt u van deze steeds groter wordende invloed van verzekeraars op het ministerie
en op het stelsel van rechtsbijstand, zeker ook gezien in samenhang met het feit dat
(sociaal) advocaten aangeven zich niet door u gehoord te voelen?
Antwoord 11
Ik herken het geschetste beeld van de toenemende invloed niet. Bij het ontwerpen van
het stelsel vind ik het belangrijk om met alle partijen in het veld in gesprek te
gaan zodat er met verschillende kennis en expertise naar vraagstukken gekeken wordt.
Ik acht het van belang dat er naast advocaten en mediators ook gekeken zal worden
naar de mogelijkheid dat andere rechtsbijstandverleners, die aan kwaliteitseisen voldoen,
actief betrokken kunnen zijn.
Vraag 12
Wilt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 12
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.