Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over het bericht dat notarissen jarenlang Kadastergeld in eigen zak staken
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat notarissen jarenlang Kadastergeld in eigen zak staken (ingezonden 25 februari 2019).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 21 maart 2019). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1963.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de berichten waaruit blijkt dat notarissen jarenlang kosten
in rekening brachten die helemaal niet werden gemaakt en hogere kosten in rekening
brachten dan zij zelf maakten voor hun werk?1
2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u het eens met de stelling dat notarissen een belangrijke rol in het economisch
verkeer hebben, waarbij het essentieel is dat men kan vertrouwen op hun integere handelen
en dat schending van dit vertrouwen te allen tijde bestraft zou moeten worden? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 2
Het is essentieel dat men kan vertrouwen op het integer handelen van een notaris.
Het notariaat kent tuchtrechtspraak ter beoordeling of een (kandidaat-) notaris zijn
plichten heeft verwaarloosd of zich heeft schuldig gemaakt aan handelen of nalaten
in strijd met de zorg die hij behoort te betrachten. Het is aan die tuchtrechter om
te oordelen over het handelen van een (kandidaat-)notaris en eventueel maatregelen
op te leggen.
Vraag 3
Hoe heeft deze praktijk van «struikroverij», die volgens nota’s breed werd toegepast
in het notariaat, jarenlang kunnen plaatsvinden? Waarom is niet eerder aan het licht
gekomen dat notarissen mogelijk onterecht kosten in rekening brachten en/of hogere
kosten in rekening brachten dan zij zelf maakten voor hun werk?
Antwoord 3
Desgevraagd hebben de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) en het Bureau
Financieel Toezicht (BFT) mij gemeld dat er geen feiten of cijfers bekend zijn die
aanleiding geven om te veronderstellen dat het hier om een structureel probleem gaat
maar zij sluiten ook niet uit dat er meer notarissen zijn die deze handelwijze volgden.
De KNB heeft daarom medio vorig jaar en recentelijk opnieuw notarissen erop gewezen
dat deze handelwijze niet is toegestaan.
Vraag 4, 6
Vindt u het ook zorgelijk dat het tuchtcollege dat deze zaak behandelde weliswaar
de geconstateerde fraude afkeurde, maar afzag van het opleggen van een sanctie? Zo
nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat het aanzien van de hele beroepsgroep beschadigd is door deze
vorm van fraude onbestraft te laten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4, 6
Zoals in antwoord 2 aangegeven is het essentieel dat men kan vertrouwen op het integer
handelen van een notaris. De (tucht)rechter heeft de betreffende klacht (gedeeltelijk)
gegrond verklaard en op basis van de bijzondere feiten en omstandigheden in dit dossier
– waaronder de omstandigheid dat de notaris zijn declaratiegedrag heeft aangepast
– besloten geen maatregel op te leggen. Het is niet aan mij om een vonnis van de rechter
van inhoudelijk commentaar te voorzien. Ik constateer dat de tuchtrechter heeft geoordeeld
dat de wijze van declareren intransparant was en niet voldeed aan hetgeen van een
behoorlijk notaris mocht worden verwacht. Deze klacht werd gegrond bevonden. Voor
de beoordeling van de tuchtrechter geldt dat er hoger beroep mogelijk is om het oordeel
van de (tucht)rechter te laten toetsen.
Vraag 5
Vindt u het acceptabel dat de zaak door een tuchtcollege behandeld is waarin een notaris
zitting had die zich in zijn eigen praktijk aan exact dezelfde frauduleuze handelingen
schuldig maakte? Zo ja, waarom? Zo nee, welke maatregelen wilt u treffen om dergelijke
verstrengeling van belangen in de toekomst te voorkomen?
Antwoord 5
Leden van rechtscolleges, zoals het tuchtcollege voor het notariaat, vervullen hun
rol onpartijdig. Zodra klager en notaris worden uitgenodigd voor een zitting, worden
de namen van de leden van het tuchtcollege bekend gemaakt. Dat geeft de klager of
de notaris de mogelijkheid om te wraken, indien men meent daar goede gronden voor
te hebben. Er zijn mij geen signalen bekend waaruit zou blijken dat er één of meerdere
leden van het tuchtcollege dat deze zaak heeft behandeld, hun rol niet naar behoren
vervuld zouden hebben. Een notaris-lid in het tuchtcollege zal telkens bij zichzelf
te rade moeten gaan of het hem of haar «vrij staat» te oordelen over de zaak, en heeft
de verantwoordelijkheid om het vooraf te melden bij de voorzitter van de Kamer voor
het notariaat indien hij of zij zich niet vrij voelt om het dossier te behandelen.
Vraag 7
Hoe gaat u ervoor zorgen dat gedupeerden, waarvan er waarschijnlijk veel zijn die
niet eens weten dat zij benadeeld zijn, alsnog hun geld terugkrijgen en hoe gaat u
in de gaten houden of deze kwalijke praktijken daadwerkelijk zijn gestopt?
Antwoord 7
De KNB heeft medio vorig jaar en recentelijk opnieuw notarissen erop gewezen dat deze
handelwijze niet is toegestaan. Ik heb geconstateerd dat de voorzitter van de KNB
het notariaat heeft opgeroepen om daar waar mogelijk hun cliënten te compenseren voor
onjuist in rekening gebrachte kosten. Een dergelijke oproep vanuit de beroepsgroep
zelf ondersteun ik van harte. Dat het onderwerp binnen de beroepsgroep en de KNB indringend
is besproken, getuigt van kritische zelfreflectie die hoort bij een professionele
ambtsopvatting. Daarnaast heeft ook het BFT aangeven in het kader van hun toezichthoudende
rol aan dit onderwerp extra aandacht te besteden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.