Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Omtzigt en Lodders over het bericht ‘Reactie PBL op gebruik NEV-cijfers en modellen’
Vragen van de leden Omtzigt (CDA) en Lodders (VVD) aan de Staatssecretarissen van Financiën en van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Reactie PBL op gebruik NEV-cijfers en modellen». (Ingezonden 26 februari 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Snel (Financiën), mede namens de Minister van Economische
Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen
21 maart 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het persbericht van het Planbureau voor de Leefomgeving
(PBL) waarin het het volgende stelt: «Op een beperkt aantal terreinen beschikt het
PBL niet over een eigen model, maar zijn we afhankelijk van externe partijen. Dat
geldt onder meer voor het Carbontax-model, dat eigendom is van een private partij,
Revnext. Dit is het enige model voor het gebruik van elektrische voertuigen in Nederland.
Indien het PBL een berekening wil laten maken met dit model, voert Revnext deze uit,
bijvoorbeeld voor de doorrekening van de fiscale stimulering van elektrische voertuigen
zoals voorgesteld in het ontwerpKlimaatakkoord. Uiteraard beoordelen PBL-experts deze
uitkomsten vervolgens op plausibiliteit. Vanwege de toepassing voor onze analyses
op ontwerpKlimaatakkoord, is het PBL in de tweede helft van 2018 met Revnext in gesprek
gegaan om het model specifiek voor deze toepassing te verbeteren. Omdat het model
geen eigendom is, kunnen we dit ook niet ter beschikking stellen aan derden. Tweede
Kamerlid Pieter Omtzigt heeft terecht geconstateerd dat het gebruikte Carbontax-model
geen transparantie biedt. Dit zou verbeterd kunnen worden als er meer documentatie
van het bestaande Carbontax-model beschikbaar komt of als het PBL zelf een eigen model
voor het gebruik van elektrische vervoertuigen zou ontwikkelen»?1
Antwoord 1
Ja. Ter verduidelijking van het persbericht kan aangegeven worden dat het PBL hier
transparantie richting de buitenwereld bedoelt en niet een gebrek aan transparantie
richting het PBL. Aan alle informatieverzoeken en gevraagde gevoeligheidsanalyses
door het PBL is gehoor gegeven door Revnext.
Bij het bekendmaken van de resultaten van de doorrekening van het ontwerp Klimaatakkoord
door PBL is een bijlage meegezonden waarin Revnext meer inzicht geeft in de werking
van het CARbontax-model.
Vraag 2, 3 en 4
Beschikt het Ministerie van Financiën (en/of de Belastingdienst) over het Carbontax-model
(inclusief inzicht in alle vergelijkingen en parameters) om er zelf berekeningen mee
uit te voeren?
Beschikt het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat over het Carbontax-model
(inclusief inzicht in alle vergelijkingen en parameters) om er zelf berekeningen mee
uit te voeren?
Beschikt het PBL over het Carbontax-model (inclusief inzicht in alle vergelijkingen
en parameters) om er zelf berekeningen mee uit te voeren?
Antwoord 2, 3 en 4
Nee. De ministeries van Financiën en Infrastructuur en Waterstaat hebben globale kennis
van de werking en de parameters van het model. Het Ministerie van Financiën voert
plausibiliteitschecks uit op de uitkomsten.
Het PBL heeft, vanwege de toepassing voor zijn analyses op ontwerpKlimaatakkoord,
in de zomer van 2018 kritisch gekeken naar de uitgangspunten en de uitkomsten van
het model en deze uitvoerig met Revnext besproken en getoetst. Zo heeft het PBL Revnext
opdracht gegeven om allerlei input- en outputvariabelen uit het model in detail uit
te splitsen en verschillende gevoeligheidsanalyses uit te voeren om de werking, robuustheid
en geschiktheid van het model te toetsen.
Vraag 5
Bent u ervan op de hoogte dat een internationale wetenschappelijke vitistatiecommissie
bij het PBL in 2013 onder andere schreef: «Beyond this, we encourage PBL to improve
transparency of and access to all data and models» en dat het PBL in haar antwoord
schreef: «a strategy will be developed in 2013 for increasing transparency and opening
up of models and data»?
Antwoord 5
Ja. De samenvattende conclusie die de internationale visitatiecommissie in 2013 publiceerde,
was positief over het PBL. Dat het PBL in deze tijd van overheidsbezuinigingen effectieve
strategische keuzes heeft gemaakt, die onder meer zijn gebaseerd op een goede analyse
van PBL’s rol als beleidsadviseur en van de veranderende maatschappelijke context
waarin het planbureau toentertijd opereerde. De commissie deed daarnaast aanbevelingen
om de kwaliteit en relevantie van het PBL-werk verder te verbeteren. Het PBL heeft
deze aanbevelingen ter harte genomen en heeft acties rondom kwaliteitsborging en uniformiseren
opgenomen in de opvolgende werkprogramma’s.
Vraag 6
Bent u ervan op de hoogte dat de visitatiecommissie in 2018 schreef: «Een ultieme
stap richting transparantie is het openbaar maken van gebruikte modellen en databronnen».
Antwoord 6
Ja. In april 2018 verscheen het rapport van de visitatiecommissie PBL, die onder het
voorzitterschap stond van oud-WRR-voorzitter Knotterus. Deze commissie heeft een zeer
positief oordeel gegeven over het PBL: voor de maatschappelijke relevantie en de toekomstgerichtheid
een 2 («zeer goed» en «internationaal gerespecteerd») en voor de wetenschappelijke
kwaliteit zelfs een 1 («excellent» en «van wereldklasse». De visitatiecommissie heeft
ook aanbevelingen gedaan, onder meer om de beleidsmatige impact van PBL–werk meer
systematisch in beeld te brengen; meer openheid te geven over de gebruikte modellen
en aannames; en meer tijd te nemen voor de landingsfase van onderzoek. In 2019 gaat,
zoals geformuleerd in het werkprogramma, het PBL verder aan de slag met deze aanbevelingen.
Vraag 7 en 8
Herinnert u zich dat leden van de Kamer twee keer eerder gevraagd hebben om een bewijs
van externe validatie van het Carbontax-model 3.0 en dat deze niet gegeven is?
Beschikt de rijksoverheid (inclusief het PBL) over een externe validatie van het Carbontax-model
3.0 of heeft zij er ooit opdracht gegeven om er een uit te voeren? Zo ja, kunt u die
externe validatie – al dan niet vertrouwelijk – aan de Kamer doen toekomen?
Antwoord 7 en 8
Het CARbontax-model is voor elke grote beleidsstudie uitgebreid herijkt zodat wordt
aangesloten bij de meest actuele ontwikkelingen. Daarvoor is in het verleden input
gebruikt van onder meer TNO en Policy Research Corporation. Het PBL heeft, vanwege
de toepassing voor zijn analyses op ontwerpKlimaatakkoord, in de zomer van 2018 kritisch
gekeken naar de uitgangspunten en de uitkomsten van het model en deze uitvoerig met
Revnext besproken en getoetst. Deze toets is mede uitgevoerd op basis van inzichten
uit bestaande (wetenschappelijke) literatuur en op basis van een, in opdracht van
het PBL uitgevoerde, TNO-studie over de verwachte ontwikkeling van elektrisch rijden
tot 2030. Daarmee is het model naar het oordeel van PBL geschikt voor de doorrekening
van het ontwerpKlimaatakkoord. Deze TNO studie is op 13 maart eveneens als bijlage
bij de doorrekening ontwerpKlimaatakkoord toegevoegd.2
Ik bied uw Kamer hierbij opnieuw aan om meer inzicht te verschaffen in het model door
bijvoorbeeld een overleg tussen de Kamer en de modelmakers te faciliteren. Dit zou
eventueel kunnen in de vorm van een technische briefing.
Vraag 9
Op basis waarvan zijn ministeries en het PBL tot het oordeel gekomen dat het Carbontax-model
bruikbaar is voor beleidsanalyse en voorspellingen?
Antwoord 9
Er is op dit moment geen ander model, dat zo compleet is, maar ook onderscheid maakt
in zakelijk en privé per autosegment, import- en export meeneemt, effecten van verschillende
beleidsmaatregelen kan inschatten en op basis daarvan de effecten op verreden kilometers,
op het aandeel nieuwverkopen van EV’s en op de samenstelling van het wagenpark. Het
CARbontax-model is daarmee op dit moment het enige formele model dat geschikt is voor
het doorrekenen van de beleidsmaatregelen uit het ontwerpKlimaatakkoord.
Vraag 10
Is het Carbontax-model, waarvan versie 2.0 er meer dan 100% naast zat bij de voorspelling
van het aantal verkochte elektrische auto’s in 2018 en bijna 200% in de totale kosten
daarvan, in de derde geheime versie, geschikt voor beleidsanalyse? Zo ja, op basis
waarvan concludeert u dat?
Antwoord 10
Zoals in de antwoorden op vragen 8 en 9 is toegelicht is het CARbontax-model geschikt
voor het maken van beleidsanalyses.
Aan de hand van het CARbontax-model worden inschattingen gemaakt voor allerlei ontwikkelingen
in het totale wagenpark en de nieuwverkopen. Een van die inschattingen is de ontwikkeling
van de opkomende markt van emissievrije auto’s. Uit het CARbontax-model volgde medio
2015 de inschatting dat ongeveer 0,4% van het totale wagenpark in 2018 emissievrij
zou zijn. Eind 2018 zijn – vooruitlopend op de invoering van de begrenzing van de
milieukorting in de bijtelling tot een catalogusprijs van € 50.000 – relatief veel
dure EV’s verkocht. Uiteindelijk is zo’n 0,5% van het totale wagenpark in 2018 emissievrij.
De onzekerheden en uitgangspunten van de verwachtingen en aannames zijn nadrukkelijk
beschreven de doorrekening van Autobrief II. Hierin zijn scenario’s uitgewerkt voor
een sterkere of minder sterke daling van de batterijkosten van elektrische auto’s,
fabrikantenkeuzes voor actieradius versus kostenverlaging en voor de economische context
die invloed heeft op de aantallen nieuwverkopen. In deze doorrekening is bijvoorbeeld
aangegeven dat bij gunstige batterijprijsontwikkelingen en hogere economische groei
het aantal elektrische auto’s bijna 10.000 hoger uit zou vallen. Oftewel, wanneer
wordt gecorrigeerd voor deze onverwachtse ontwikkelingen (zoals batterijkosten en
economische groei) zat het CARbontax-model, ook voor wat betreft de absolute aantallen
EV-nieuwverkopen in 2018, dichtbij de realisatie.
Vraag 11
Bent u bereid om met RevNext in gesprek te gaan en ervoor te zorgen dat het Carbontax-model
openbaar wordt en de Kamer daarover op zeer korte termijn terug te rapporteren?
Antwoord 11
Het CARbontax-model is geen eigendom van het Rijk maar is intellectueel eigendom van
Revnext, daarom is het niet aan het Rijk om het openbaar te maken. Ik bied uw Kamer
hierbij opnieuw aan om meer inzicht te verschaffen in het model door bijvoorbeeld
een overleg tussen de Kamer en de modelmakers te faciliteren. Dit zou eventueel kunnen
in de vorm van een technische briefing. Bij het bekendmaken van de resultaten van
de doorrekening van het ontwerp Klimaatakkoord door PBL is een bijlage meegezonden
waarin Revnext meer inzicht geeft in de werking van het CARbontax-model.
Vraag 12
Hoeveel geld heeft de overheid de afgelopen twee jaar uitgegeven aan doorrekeningen
met het Carbontax-model van RevNext? Kunt u dat bedrag specificeren naar afgegeven
opdrachten?
Antwoord 12
Met het CARbontax-model zijn in de afgelopen jaren meerdere doorrekeningen gemaakt.
In 2011 heeft het Ministerie van Financiën een onderzoek naar de fiscale stimulering
van (zeer) zuinige auto’s (ten behoeve van Autobrief I) uitbesteed via een openbare
aanbesteding. Door twee onderzoeksbureaus is een offerte ingediend. De opdracht is
uiteindelijk gegund aan Ecorys voor een totaalbedrag van € 81.148,48 (incl. btw).
Voor dit onderzoek is een eerste versie van het CARbontax-model gebouwd. In 2014 heeft
het Ministerie van Financiën het onderzoek naar een robuust belastingsysteem met een
evenwichtige stimulering van (zeer) zuinige auto’s (ten behoeve van Autobrief II en
de Evaluatie Autogerelateerde Belastingen 2008–2013) uitbesteed via een openbare aanbesteding.
Door twee onderzoeksbureaus is een offerte ingediend. De opdracht is gegund aan een
samenwerkingsverband tussen Policy Research Corporation en TNO voor een totaalbedrag
van € 138.368,– (incl. btw). Na dit onderzoek heeft het Ministerie van Financiën PRC
opdracht gegeven enkele vervolgopdrachten (in de periode juli 2014–oktober 2015) uit
te voeren voor een totaalbedrag van € 134.128,50 (incl. btw). Deze vervolgopdrachten
zagen op extra beleidsvarianten.
Dergelijke kosten passen bij omvangrijk onderzoek als deze. De kosten van een onderzoek
hangen af van hoe groot een onderzoek is en hoeveel werk er in het onderzoek zit.
Doorgaans wordt door meerdere mensen aan een onderzoek gewerkt met verschillende uurtarieven.
Deze uurtarieven zitten in de range 100 tot 200 euro.
Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft in 2018 en 2019 het onderzoeksbureau
Revnext opdracht gegeven voor het doorrekenen van diverse beleidsscenario’s en varianten
voor fiscale stimulering van emissievrije auto’s naar aanleiding van de passages hierover
uit het regeerakkoord en ten behoeve van de beleidsvorming aan de mobiliteitstafel.
Deze opdracht is direct aan onderzoeksbureau Revnext gegund omdat het CARbontax-model
op dit moment het enige model is dat geschikt is voor het maken van dergelijke ingewikkelde
beleidsstudies. De opdrachtsom bedraagt € 29.222,– (dat betrof een voorverkenning)
plus € 487.500,– (incl. btw) voor de periode tot medio 2020.
Voor de analyse van het ontwerpKlimaatakkoord (vanaf begin 2018) heeft het PBL Revnext
twee opdrachten gegeven voor gevoeligheidsanalyses rond elektrisch rijden. Het gaat
in totaal om € 40.414,00 incl. btw.
Vraag 13
Kunt u deze vragen een voor een en binnen twee weken beantwoorden?
Antwoord 13
Het kabinet beantwoordt Kamervragen zo veel mogelijk conform de officiële termijnen.
Vanwege onderlinge consistentie zijn de antwoorden op enkele vragen samen genomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Snel, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.