Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hijink over problemen bij de invoering van het abonnementstarief
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over problemen bij de invoering van het abonnementstarief (ingezonden 21 februari 2019).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 19 maart
2019).
Vraag 1
Wat vindt u ervan dat meerdere gemeenten de huishoudelijke verzorging als een algemene
voorziening hebben aangemerkt, in plaats van een maatwerkvoorziening, waardoor mensen
geconfronteerd worden met hun oude (vaak hogere) eigen bijdrage?1
Antwoord 1
Ik ben van mening dat algemene voorzieningen die bijdragen aan de bevordering van
de zelfredzaamheid en participatie van mensen met fysieke en of psychische beperking,
essentieel zijn voor een toegankelijke samenleving. Het is dan ook goed dat gemeenten
de afgelopen jaren hebben ingezet op het realiseren van laagdrempelige algemene voorzieningen.
Wel geldt dat indien, uit onderzoek na melding van een ondersteuningsvraag blijkt
dat, iemand niet in staat via eigen kracht, het eigen netwerk of algemene voorzieningen,
in zijn ondersteuning te voorzien, de gemeente een passende bijdrage aan die ondersteuning
moet leveren. In dat geval beslist het college – binnen de grenzen van wat daarover
in het plan en de verordening is vastgelegd – tot verstrekking van een maatwerkvoorziening
die bijdraagt aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt
gesteld tot zelfredzaamheid of participatie.
Dit kabinet heeft een pakket aan maatregelen genomen om de stapeling van eigen betalingen
voor zorg en ondersteuning te beperken. Eén van deze maatregelen betreft de invoering
van het abonnementstarief voor Wmo-voorzieningen. Vanaf 2020 wordt de invoering van
het abonnementstarief voor Wmo-voorzieningen via een wetswijziging – bij aanvaarding
daarvan door het parlement – volledig gerealiseerd. Het abonnementstarief gaat dan
gelden voor zowel de maatwerkvoorzieningen als een belangrijk deel van de algemene
voorzieningen (waarbij sprake is van een duurzame hulpverleningsrelatie). Dit leidt
er toe dat voorzieningen als begeleiding en huishoudelijke hulp onder het abonnementstarief
komen te vallen, ongeacht of het algemene voorzieningen of maatwerkvoorzieningen zijn.
Hiervoor is een wetswijziging noodzakelijk (artikel 2.1.4 Wmo 2015). Ik heb er, in
het licht van het regeerakkoord en in afstemming met uw Kamer, voor gekozen om per
1 januari 2019, met een tussenvariant, al een eerste stap te zetten; via een algemene
maatregel van bestuur (AMvB) is de invoering van het abonnementstarief voor maatwerkvoorzieningen
gerealiseerd. Dit heeft voor een groot deel van de Wmo-cliënten geresulteerd in een
verlaging van de bijdrage voor maatwerkvoorzieningen per 1 januari 2019. Ik ben mij
er van bewust dat cliënten die hun ondersteuning als maatwerkvoorziening ontvangen,
hierdoor eerder profiteren van deze maatregel dan cliënten die via algemene voorzieningen
ondersteund worden.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat mensen in sommige gemeenten hun oude, hogere eigen bijdrage
voor huishoudelijke verzorging moeten betalen en daarnaast ook nog het abonnementstarief
moeten betalen voor voorzieningen als een scootmobiel, dagbesteding of traplift?
Antwoord 2
Ik ben mij ervan bewust dat – als gevolg van de stapsgewijze invoering van het abonnementstarief
– er cliënten kunnen zijn die een bijdrage betalen voor algemene voorzieningen én
een bijdrage (abonnementstarief) voor maatwerkvoorzieningen. Om de stapeling van zorgkosten
voor deze cliënten te beperken heb ik er voor gekozen om in 2019 reeds een eerste
stap te zetten via de invoering van het abonnementstarief voor maatwerkvoorzieningen.
Zoals toegelicht bij mijn antwoord op vraag 1 zal vanaf 2020 het abonnementstarief,
na instemming van het parlement, ook gelden voor een belangrijk deel van de algemene
voorzieningen.
Vraag 3
Heeft u er kennis van genomen dat er gemeenten zijn die mensen meer uren huishoudelijke
verzorging geven in de vorm van een medische indicatie? Wat vindt u ervan dat deze
mensen twee facturen moeten betalen voor de huishoudelijke zorg en de meer-uren die
zij krijgen?
Antwoord 3
Er zijn gemeenten die een cliënt bovenop de beschikbare algemene voorziening op basis
van hun specifieke kenmerken een maatwerkvoorziening toekennen voor huishoudelijke
verzorging. Dit kan tot de inwerkingtreding van het wetsvoorstel abonnementstarief
tot gevolg hebben dat cliënten meerdere facturen ontvangen.
Vraag 4 en 5
Is er sprake van een onjuiste toepassing van het tarief in de algemene maatregel van
bestuur (AMvB), aangezien mensen nu worden geconfronteerd met dubbele facturen, terwijl
het de bedoeling van het abonnementstarief was de stapeling van eigen bijdragen te
voorkomen?
Herinnert u zich dat u in de toelichting van het wetsvoorstel heeft aangegeven dat
het abonnementstarief ook dient te (gaan) gelden voor de huishoudelijke verzorging?
Hoe verhoudt dit zich volgens u met het (tijdelijke) onderscheid in de eigen bijdrage
die mensen nu ervaren? Is dit wat u met de AmvB heeft beoogd of kan er sprake zijn
van een onjuiste toepassing van het tarief?
Antwoord 4 en 5
Zie mijn antwoord op vragen 1 en 2. Er is geen sprake van een onjuiste toepassing
van de algemene maatregel van bestuur. Voor het onder
het abonnementstarief brengen van algemene voorzieningen voor de huishoudelijke verzorging
is een wetswijziging noodzakelijk. De beoogde inwerkingtreding van deze wetswijziging
is 1 januari 2020. Ik heb er, in het licht van het regeerakkoord en in afstemming
met uw Kamer, voor gekozen om per 1 januari 2019, met een tussenvariant, al een eerste
stap te zetten; via een algemene maatregel van bestuur (AMvB) is de invoering van
het abonnementstarief voor maatwerkvoorzieningen gerealiseerd.
Vraag 6
Gaat u zorgen voor een betere informatievoorziening over het abonnementstarief, nu
blijkt dat mensen met een hogere eigen bijdrage dan het abonnementstarief of met dubbele
facturen worden geconfronteerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Allereerst erken ik dat in 2019 de verschillende bijdragen voor algemene voorzieningen
en maatwerkvoorzieningen ingewikkeld kan zijn voor burgers. Dit is precies de reden
dat via het wetsvoorstel per 1-1-2020 ook een deel van de algemene voorzieningen onder
het abonnementstarief wordt gebracht. Onder mijn regie is op via verschillende kanalen
gecommuniceerd over het abonnementstarief. Er is algemene informatie beschikbaar gesteld
op de websites van het CAK en de rijksoverheid. Daarnaast heeft de VNG gemeenten geïnformeerd
over de aanpassingen per 2019 en op welke wijze gemeenten hun burgers moeten informeren.
Daarbij heeft het CAK alle bestaande cliënten die reeds een eigen bijdrage betaalden
voor maatwerkvoorzieningen per brief geïnformeerd over de wijzigingen.
Er bestaat helaas geen landelijk overzicht van cliënten die gebruik maken van algemene
voorzieningen, daarnaast kunnen voorzieningen zoals de huishoudelijke hulp op verschillende
wijzen zijn vormgegeven door gemeenten. Gemeenten zijn om die reden het beste in staat
om de inwoners juist te informeren over de bijdrage voor de verschillende voorzieningen.
Ik heb inmiddels de algemene informatie op de websites van het CAK en rijksoverheid
verder laten verduidelijken met betrekking tot het verschil in bijdrage voor algemene
voorzieningen en maatwerkvoorzieningen. Daarnaast zal ik gemeenten via de VNG oproepen
hetzelfde te doen richting hun ingezetenen. Tot slot wil ik benadrukken dat deze maatregel
is ingegeven op burgers die hoge kosten ervaren, als gevolg van de stapeling van eigen
betalingen, tegemoet te komen. In 2019 is hiertoe een eerste stap gezet. Vanaf 2020
wordt, na aanvaarding van het wetsvoorstel, het volledige abonnementstarief ingevoerd
en zal hier geen onduidelijkheid meer over bestaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.