Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Raan en Van Kooten-Arissen over de berichten dat verschillende buitenlandse steden een klimaatnoodtoestand hebben uitgeroepen
Vragen van de leden Van Raan en Van Kooten-Arissen (Partij voor de Dieren) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Buitenlandse Zaken over de berichten dat verschillende buitenlandse steden een klimaatnoodtoestand hebben uitgeroepen (ingezonden 25 februari 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat), mede namens de Minister
            van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 19 maart 2019).
         
Vraag 1
            
Kent u de berichtgeving over het, in uiteenlopende bewoordingen, uitroepen van de
               klimaatnoodtoestand door onder andere Basel1, Vancouver2 en Londen3?
            
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2, 3
            
Kunt u voor deze steden inzichtelijk maken wat het beoogde effect is van het uitroepen
               van de klimaatnoodtoestand op het overhevelen of verruimen van lokale en nationale
               bevoegdheden om actie te ondernemen tegen klimaatverandering?
            
Kunt u inzichtelijk maken wat daarvan de juridische en democratische consequenties
               zijn voor Zwitserland, Canada en het Verenigd Koninkrijk?
            
Antwoord 2, 3
            
In de genoemde steden is onlangs officieel erkend dat er sprake is van een klimaatnoodtoestand
               («climate emergency»). Deze erkenning is van symbolische aard. De bestuursorganen
               benadrukken met de erkenning dat klimaatverandering een prioriteit is voor de steden.
               In sommige steden worden verhoogde ambities of aanvullende acties verbonden aan de
               erkenning. In geen van de steden worden door het uitroepen van de klimaatnoodtoestand
               bevoegdheden van de lokale of nationale overheden verruimd of overgeheveld.
            
Vraag 4, 5
            
Kunt u inzichtelijk maken in hoeverre Nederlandse gemeenten, waterschappen en provincies
               op dergelijke wijze geholpen zouden kunnen worden met het versneld in gang zetten
               van klimaatmaatregelen?
            
Kunt u inzichtelijk maken wat daarvan de juridische en democratische consequenties
               zouden zijn?
            
Antwoord 4 en 5
            
In het Nederlands recht zijn er geen regels over het uitroepen van een klimaatnoodtoestand.
               Dit heeft daarom een symbolische en geen juridische betekenis. Indien een bestuurlijk
               orgaan zou overgaan tot het uitroepen van een klimaatnoodtoestand, is dat orgaan daar
               zelf politiek en bestuurlijk aan verbonden.
            
Uit de Gemeentewet (art. 175 en 176) volgt dat de burgemeester bepaalde bevoegdheden
               heeft ingeval van «oproerige beweging, van andere ernstige wanordelijkheden of van
               rampen, dan wel van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan». De burgemeester is
               bevoegd alle bevelen te geven die hij of zij ter beperking van het gevaar nodig acht.
               Daarbij kan worden afgeweken van bestaande voorschriften. Indien een noodverordening
               wordt afgegeven, dient deze in de eerstvolgende gemeenteraadsvergadering bekrachtigd
               te worden.
            
Er dient sprake te zijn van een buitengewone, acute situatie waarin vergaande maatregelen
               nodig zijn. De bevoegdheden mogen niet worden gebruikt bij structurele problemen of
               als reguliere bevoegdheden ook bruikbaar zijn.
            
Vraag 6
            
Ziet u het als optie om, gezien de acute noodzaak om extra maatregelen te nemen in
               het kader van de Urgendadoelstelling, ook in Nederland de klimaatnoodtoestand uit
               te roepen? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 6
            
Op dit moment werkt het kabinet diverse mogelijke maatregelen uit die kunnen worden
               ingezet om in 2020 extra CO2-reductie te realiseren. Omdat het een forse aanvullende opgave betreft, wil het kabinet
               een gedegen afweging maken waarbij enerzijds recht wordt gedaan aan de uitvoering
               van het vonnis, en anderzijds aan de eventuele negatieve gevolgen van maatregelen.
               Het kabinet streeft ernaar om in april een maatregelenpakket te presenteren. Het uitroepen
               van een noodtoestand zal geen invloed hebben op de totstandkoming van dit maatregelenpakket.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat - 
              
                  Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.