Schriftelijke vragen : De kosten van stimulering van fossiele brandstoffen
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Staatssecretarissen van Financiën en van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister van Financiën over de kosten van stimulering van fossiele brandstoffen (ingezonden 15 maart 2019).
Vraag 1
Aangezien uit het rapport Phase-out 2020: Monitoring Europe’s fossil fuel subsidies1 blijkt dat in Nederland in de periode 2014–2016 per jaar gemiddeld 7,6 miljard euro
werd uitgegeven aan milieuschadelijke subsidies, kunt u aangeven tot welk bedrag deze
milieuschadelijke subsidies inmiddels zijn teruggebracht en hoe ze nu verdeeld zijn
over de diverse milieuschadelijke sectoren?
Vraag 2
Kunt u aangeven hoeveel vliegtickets in Nederland in 2017 en 2018 zijn verkocht, zonder
dat daar btw over is betaald?
Vraag 3
Klopt het dat alle in Nederland getankte vliegtuigbrandstof accijnsvrij is en dat
een particulier die een Fiat Panda voltankt meer accijns betaalt dan KLM die een Boeing
747 voltankt? Kunt u exact becijferen hoeveel accijns de particulier betaalt voor
een volle tank van 35 liter benzine van een personenauto en hoeveel de KLM voor een
volgetankt vliegtuig van het type Boeing 747?
Vraag 4
Kunt u aangeven hoeveel belastingsubsidie, dus inclusief onder meer de vrijstelling
op brandstof voor de luchtvaart en scheepvaart en inclusief het verlaagde tarief voor
grootverbruikers van gas en elektriciteit, onderverdeeld naar sector, exact verstrekt
is in 2017 en 2018?
Vraag 5
Kunt u aangeven hoeveel CO2 deze sectoren in 2017 en 2018 hebben uitgestoten en hoe dit te rijmen valt met het
voornemen de klimaatdoelstellingen van Parijs integraal te behalen?
Vraag 6
Erkent u dat wanneer de advertenties waarin vliegtickets worden aangeboden voor 9,99
euro niet zouden bestaan dit tot positief gevolg heeft dat er minder schadelijke vluchten
plaatsvinden?
Vraag 7
Bent u bereid tot een advertentieverbod op dergelijke goedkope en sterk vervuilende
vluchten en welke rol speelt de accijnsvrijstelling voor kerosine in de kostprijsberekening
voor dit type vluchten?2
Vraag 8
Bent u ervan op de hoogte dat er in Nederland in 2018 een ware «run» op vliegtickets
is ontstaan, omdat door een enorme prijsconcurrentie er onder Nederlanders een enorme
behoefte is ontstaan om te vliegen?3
Vraag 9
Deelt u de zorg dat het aantal vliegtuigpassagiers in algemene zin wereldwijd blijft
stijgen, mede onder invloed van goedkope, fiscaal gesubsidieerde tickets, waardoor
deze tickets voor een groot aantal mensen beschikbaar zijn?4
Vraag 10
Erkent u dat de overheid een kwalijke rol speelt in deze ontwikkelingen door belastingvrij
vliegen mogelijk te maken en een vliegtaks slechts in zeer beperkte mate en niet nu
maar pas in de 2021 in te stellen?
Vraag 11
Kunt u aangeven hoeveel een grootverbruiker procentueel minder betaalt dan een particulier
bij het gebruik van zowel gas als elektriciteit? Wat is de logica achter deze kwantumkorting?
Vraag 12
Erkent u dat de overheid een kwalijke rol speelt door in de Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking een minimum-CO2-prijs voor te stellen (18 euro in 2020, oplopend tot 43 euro in 2030) die lager ligt
dan de meest recente projectie van de Emissions Tradings System (ETS)-prijs voor die
periode5, waardoor er de facto geen sprake is van een CO2-belasting voor deze sector?
Vraag 13
Kunt u aangeven wanneer de Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking naar de Kamer wordt gezonden?
Vraag 14
Acht u het gepast om in te grijpen in de oversubsidiëring van milieuschadelijke activiteiten?
Vraag 15
Bent u bereid de oversubsidiëring van milieubelastende activiteiten in te perken?
Vraag 16
Vindt u dat deze belastingsubsidie doelmatig wordt uitgegeven?
Vraag 17
Kunt u het verwachte aandeel van de Nederlandse luchtvaart en grootverbruikers van
gas en elektriciteit in de uitstoot van de totale broeikasgassen becijferen voor 2019?
Vraag 18
Vindt u het logisch en effectief dat subsidies op milieuvervuilende activiteiten nog
steeds bestaan? Zo ja, waarom?
Vraag 19
Is het waar dat het aantal personenauto’s dat onder de «youngtimer»-regeling valt
in tien jaar meer dan verdubbeld is tot 1,9 miljoen auto’s? Kunt u exact aangeven
hoeveel daarvan uit benzineauto’s, dieselauto’s en elektrische auto’s bestaan?6
Vraag 20
Kunt u aangeven hoeveel youngtimers in 2018 zijn geïmporteerd, en hoeveel daarvan
benzineauto’s, dieselauto’s en elektrische auto’s waren? Kunt u ook aangeven hoeveel
elektrische auto’s in 2018 werden geëxporteerd?
Vraag 21
Erkent u dat er geen markt is voor tweedehands elektrische auto’s is die ouder zijn
dan vijftien jaar, omdat die auto’s er simpelweg niet zijn?
Vraag 22
Erkent u dat de «youngtimer»-regeling, een fiscaal voordeel voor tweedehands auto’s
van ouder dan vijftien jaar voor de zakelijke markt, in het geval van elektrische
auto geen enkele zin heeft, omdat er geen tweedehands markt is voor elektrische auto
van vijftien jaar en ouder?
Vraag 23
Ziet u ruimte, ook in het kader van het verlichten van de lasten van de klimaattransitie
voor de burger, voor het aanpassen van deze «youngtimer»-regeling, bijvoorbeeld door
de «youngtimer»-regeling voor elektrische auto’s al van toepassing te laten zijn voor
elektrische auto’s die vijf jaar of ouder zijn?
Vraag 24
Klopt het dat het milieubesparingsvoordeel van een elektrische auto ten opzichte van
een auto met een verbrandingsmotor vele malen groter is dan dat het Algemeen Dagblad
aanvankelijk meldde?7
Vraag 25
Herinnert u zich het rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) rond milieuvervuilende
subsidies waarin werd gesteld dat kan de overheid flink kan bezuinigen en zorgen voor
een schoner milieu?8
Vraag 26
Kunt u aangeven hoe het staat met elk van de aanbevelingen van het PBL rond milieuschadelijke
subsidies?
Vraag 27
Herinnert u zich de antwoorden van de toenmalige Minister van Economische Zaken, de
heer Kamp, die aan de Kamer meldde dat de degressieve energiebelasting geen subsidie
voor de fossiele industrie is omdat deze degressieve tariefstructuur geldig is ongeacht
of het gaat om fossiele of om hernieuwbare energie?9
Vraag 28
Kunt u een overzicht geven van in welke mate de fossiele industrie enerzijds en de
hernieuwbare industrie anderzijds profiteert van deze degressieve belastingen?
Vraag 29
Erkent u dat een van de belangrijkste variabelen om een uitspraak te doen over het
al dan niet subsidiëren van de fossiele industrie door middel van de degressieve energiebelasting
de verhouding is waarin de fossiele en hernieuwbare industrie profiteert van die degressiviteit
van de energiebelasting?
Vraag 30
Heeft u een ramingsmethode beschikbaar die in staat is in te schatten welke extra
CO2-uitstoot te verklaren valt door de subsidies voor de fossiele industrie? Zo ja,
kunt u deze ramingsmethode aan de Kamer doen toekomen?
Vraag 31
Bent u bekend met de studie van UN Environment (UNEP) die aantoont dat luchtvervuiling
6 tot 7 miljoen vroegtijdige doden per jaar eist?10
Vraag 32
Bent u bekend met de conclusie uit het rapport van UNEP dat milieuverontreiniging
een schadepost van vijfduizend miljard dollar welvaartsverlies veroorzaakt? Hoeveel
zou dat bij benadering voor Nederland zijn?
Vraag 33
Bent u bereid om dit soort cijfers zoals door UNEP gepresenteerd mee te nemen in de
berekeningen over de kosten van klimaatverandering en milieuverontreiniging?
Vraag 34
Bent u bereid deze vragen een voor een en zorgvuldig te beantwoorden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
L. van Raan, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.