Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beertema over het bericht dat ‘je op een vestiging van NHL Stenden Hogeschool in Qatar zo een Nederlands diploma krijgt’
Vragen van het lid Beertema (PVV) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat «je op een vestiging van NHL Stenden Hogeschool in Qatar zo een Nederlands diploma krijgt» (ingezonden 25 februari 2019).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
18 maart 2019)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat «je op een vestiging van NHL Stenden Hogeschool
in Qatar zo een Nederlands diploma krijgt»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u onze opvatting dat Nederlands belastinggeld dat bestemd is het voor het onderwijs
in Nederland niet terecht moet kunnen komen in het buitenland? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ja, ik onderschrijf het uitgangspunt zoals in de WHW is vastgelegd dat de rijksbijdrage
bedoeld is voor opleidingen in Nederland. Het verzorgen van opleidingen in het buitenland
door een Nederlandse bekostigde instelling zou moeten worden aangemerkt als privaat
onderwijs, waarvoor geen publieke middelen mogen worden ingezet. Wanneer het een structurele
samenwerkingsrelatie betreft waarbij een deel van het onderwijs (tot maximaal 75%)
in het buitenland wordt verzorgd, geldt dat aan het onderwijs in het buitenland ook
geen publieke middelen mogen worden besteed.
Vraag 3
Deelt u de mening dat Nederlandse hogescholen en universiteiten geen internationale
filialen zouden moeten hebben? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Nee. Het volledig verzorgen van Nederlandse opleidingen in het buitenland of het aanbieden
van onderwijs in het buitenland in structurele samenwerking met een Nederlandse instelling
kan de uitwisseling van studenten en docenten vergemakkelijken en biedt instellingen
de mogelijkheid om internationale netwerken te versterken. Daarbij vind ik het van
belang dat het aanbieden van onderwijs in het buitenland een bijdrage levert aan de
kwaliteit van het Nederlandse hoger onderwijs.
Vraag 4
Deelt u de opvatting dat buitenlandse filialen per definitie niet gestart zouden moeten
worden in islamitische dictaturen zoals Qatar? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Ik heb in de wet een groot aantal voorwaarden opgenomen waaraan een Nederlandse instelling
moet voldoen voordat ik toestemming verleen voor het volledig verzorgen van een opleiding
in een buitenlandse vestiging. Dat betreft onder meer voorwaarden ten aanzien van
kwaliteitswaarborgen, financiële en bestuurlijke stabiliteit en beheersbaarheid, maar
ook voorwaarden om de mensenrechten, de veiligheid en rechten van studenten en de
academische vrijheid te borgen. Ook in het geval sprake is van een opleiding die voor
een deel in het buitenland wordt gevolgd, verwacht ik van instellingen dat zij de
kwaliteit van het buitenlandse onderwijs onderzoeken en blijvend verantwoordelijkheid
nemen voor deze kwaliteit inclusief de academische vrijheid. In de antwoorden op de
Kamervragen van de leden Tielen en Özdil ben ik uitgebreider ingegaan op de kwaliteitswaarborgen
die hiervoor zijn ingebouwd. Ik verwacht van instellingen dat ze, ongeacht het land
van vestiging kunnen aantonen dat ze voldoende maatregelen nemen om te waarborgen
dat aan Nederlandse wet- en regelgeving wordt voldaan.
Vraag 5
Bent u bereid om hogescholen en universiteiten te verbieden om nog langer filialen
in het buitenland te starten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Nee, zie antwoord op vraag 3.
Vraag 6
Klopt het dat het bestuur van NHL Stenden een brandbrief van drie examencommissies
naast zich heeft neergelegd, waarin het bestuur werd verzocht om de Qatarese vestiging
te sluiten en zelfs is overgegaan tot uitbreiding van het onderwijsaanbod? Zo ja,
wat was de overweging van het bestuur om ondanks de brandbrief van drie examencommissies
toch tot uitbreiding van het onderwijsaanbod over te gaan?
Antwoord 6
De wijze waarop door de instelling in de afgelopen periode is gereageerd op eventuele
interne signalen is onderdeel van het onderzoek dat de inspectie op dit moment uitvoert.
Ik vind het van belang dat de inspectie dit onderzoek zorgvuldig uit kan voeren. Derhalve
wacht ik de uitkomsten van het onderzoek af alvorens ik hier inhoudelijk op inga.
Vraag 7
Bent u bereid om vooruitlopend op het onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs
de accreditatie van alle buitenlandse filialen van NHL Stenden, te beginnen met het
filiaal in Qatar, in te trekken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Het onderwijs dat aan de international campuses van NHL Stenden wordt gegeven, wordt
niet afzonderlijk geaccrediteerd. Van intrekking kan dus ook geen sprake zijn. Wel
kan de accreditatiewaardigheid van een Nederlandse opleiding afhangen van de wijze
waarop een instelling omgaat met onderwijs dat studenten voor een deel in het buitenland
hebben genoten. In afwachting van het onderzoek van de inspectie wil ik niet vooruitlopen
op het nemen van eventuele maatregelen.
Vraag 8
Bent u bereid om eventuele schade als gevolg van de drang van de voormalig «gentleman-bestuurder»
van NHL Stenden, Leendert Klaassen, om het hoger onderwijs te internationaliseren,
te verhalen op het (voormalig) bestuur van NHL Stenden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Omdat het onderzoek van de inspectie nog in volle gang is ga ik niet vooruitlopen
op eventuele maatregelen naar aanleiding van eventuele onderzoeksresultaten. Na afronding
van het onderzoek ontvangt u mijn reactie en eventuele maatregelen.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Bisschop
(SGP) en Futselaar (SP), ingezonden 15 februari 2019 (vraagnummers 2019Z03017 en 2019Z03024).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.