Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ouwehand over het proces rond de Bee Guidance
Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het proces rond het Beeguidance document (ingezonden 18 februari 2019).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 14 maart
2019).
Vraag 1
Wat is de reden dat u de vragen van de leden van de Partij voor de Dieren-fractie
over het proces rond het Beeguidance Document en de Nederlandse positie hierin, gesteld
in het schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad
van 28 januari 2019, niet of nauwelijks heeft beantwoord?1
Antwoord 1
Ik heb de vragen bij het schriftelijk overleg zo goed en beknopt mogelijk trachten
te beantwoorden door aan te geven dat de Europese Commissie het EFSA Bee guidance
document gefaseerd wil invoeren als EU geharmoniseerd richtsnoer, dat Nederland voorstander
is van zo’n geharmoniseerd richtsnoer, dat er inhoudelijk nog niets is veranderd,
dat uw Kamer wordt geïnformeerd zodra er een concreet voorstel gereed is en dat besluitvorming
op zijn vroegst in maart 2019 zal plaatsvinden. Ondertussen is gebleken dat besluitvorming
op zijn vroegst in mei zal plaatsvinden.
Vraag 2
Kunt u onderstaande vragen, gesteld tijdens het genoemde schriftelijk overleg en hieronder
herhaald (vraag 3 tot en met 9) per stuk beantwoorden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ja, maar aangezien enkele vragen overlap vertonen, is verwijzing naar eerdere antwoorden
onvermijdelijk.
Vraag 3
Kunt u de Kamer laten weten hoe de discussie over het Beeguidance document van de
European Food Safety Authority (EFSA) tot nu toe is verlopen?
Antwoord 3
Sinds de totstandkoming van het Bee guidance document in 2013 is het document nog
niet vastgesteld door het Permanent Comité van de lidstaten (SCoPAFF) en wordt zodoende
niet geharmoniseerd toegepast als richtsnoer. Dit omdat een groot aantal lidstaten
onderdelen van het document niet uitvoerbaar vinden, omdat deze destijds erg conservatief
zijn uitgewerkt. Genoemde bezwaren zijn de grenswaarden voor de chronische toxiciteit
voor honingbijen, de gehanteerde veiligheidsfactoren voor hommels en solitaire bijen
en de zeer strikte eisen aan veldstudies die daardoor in de praktijk zeer moeilijk
kunnen worden uitgevoerd. Bovendien ontbreken voor bepaalde onderdelen nog gestandaardiseerde
testmethoden, zoals voor solitaire bijen. Verder is de afgelopen jaren nieuwe wetenschappelijke
informatie beschikbaar gekomen die in het EFSA Bee guidance document moet worden verwerkt.
Omdat de Europese Commissie (EC) op korte termijn geen verschuiving ziet in de posities
van lidstaten, zal de EC nu voorstellen de gefaseerde invoering van het Bee guidance
document aan te passen. Dit betekent dat de onderdelen waar consensus over heerst
eerst worden ingevoerd en dat EFSA tegelijkertijd een mandaat krijgt om het document
op de onderdelen waarop door lidstaten bezwaren zijn geuit, binnen 2 jaar uit te werken
en in lijn te brengen met de huidige stand der wetenschap. Hierna treedt ook dit deel
van het Bee guidance document in werking.
Met dit compromisvoorstel wordt een stap gezet in de verbetering van de bescherming
van bijen door de niet-problematische delen van het Bee guidance document op korte
termijn te implementeren. Besluitvorming wordt nu op zijn vroegst in mei 2019 verwacht,
dus twee maanden later dan voorafgaand aan de SCoPAFF vergadering van 24 en 25 januari
tijdens het Schriftelijk Overleg Landbouw en Visserijraad was ingeschat.
Vraag 4
Kunt u de Kamer laten weten wat daarin (steeds) de opstelling van Nederland is geweest?
Antwoord 4
Nederland heeft bij de EC aangedrongen op het zo spoedig mogelijk vaststellen van
het Bee guidance document als richtsnoer met daarbij een gefaseerde invoering van
de onderdelen waarover consensus bestaat en heeft hier altijd actief aan bijgedragen,
onder andere door inbreng van experts in de Europese werkgroep en in OESO-verband
(ontwikkelen en vaststellen van testrichtsnoeren). Nederland heeft daarnaast aangegeven
dat de praktische toepassing van het Bee guidance document kan worden verbeterd en
gevraagd om mandaat te verlenen aan EFSA om samen met experts de problematische onderdelen
van het guidance document bij te werken aan de hand van de laatste wetenschappelijke
inzichten. Het onderzoek van de WUR naar beoordelingsmethodieken op bijen en hommels,
dat in opdracht van mijn ministerie wordt uitgevoerd, kan daar een bijdrage aan leveren.
Voor solitaire bijen vergt dit een grotere opgave want hiervoor is meer kennis nodig.
Op het moment dat er een concreet voorstel ligt om het Bee guidance vast te stellen
zal ik, na advies te hebben gevraagd van het Ctgb, uw Kamer nader informeren over
het voorstel en mijn positie.
Vraag 5
Is het oorspronkelijke voorstel in de loop der tijd gewijzigd? Zo ja, hoe?
Antwoord 5
Het is voor de beantwoording van deze en komende vragen relevant te vermelden dat
EFSA geen voorstel doet. EFSA heeft een Bee guidance document opgesteld. Het is aan
de Europese Commissie om een voorstel te doen voor de adoptie en implementatie van
dat guidance document.
Het EFSA Bee guidance document is sinds 2014 niet gewijzigd. Het voorstel van de EC
voor een gefaseerde invoering is in het recente conceptvoorstel wel gewijzigd, maar
dit heeft geen directe invloed op de inhoud van het Bee guidance document. De EFSA
krijgt daarnaast wel het mandaat van de EC om een aantal onderdelen van het Bee guidance
document binnen 2 jaar verder uit te werken en in lijn te brengen met de laatste stand
der wetenschap.
Vraag 6
Hoe heeft Nederland zich daar steeds over opgesteld?
Antwoord 6
Ik verwijs naar mijn antwoord op vraag 4.
Vraag 7
Wat is het voorstel dat nu op tafel ligt tijdens de bijeenkomst van de Standing Committee
on Plants, Animals, Food and Feed (SCoPAFF) van 24 en 25 januari?
Antwoord 7
Ik verwijs naar mijn antwoord op vraag 3. Besluitvorming wordt nu op zijn vroegst
in mei 2019 verwacht, dus twee maanden later dan voorafgaand aan de SCoPAFF-vergadering
van 24 en 25 januari tijdens het Schriftelijk Overleg Landbouw en Visserijraad was
ingeschat.
Vraag 8
Hoe verhoudt dit zich tot het oorspronkelijke voorstel van de EFSA?
Antwoord 8
Ik verwijs naar mijn antwoorden op vragen 3 en 5. Het EFSA Bee guidance document is
sinds 2014 niet gewijzigd. Het voorstel van de EC voor een gefaseerde invoering is
in het recente conceptvoorstel wel gewijzigd, maar dit heeft geen directe invloed
op de inhoud van het Bee guidance document. De EFSA krijgt daarnaast wel het mandaat
van de EC om een aantal onderdelen van het Bee guidance document binnen 2 jaar verder
uit te werken en in lijn te brengen met de laatste stand der wetenschap.
Vraag 9
Wat is de huidige positie van Nederland ten opzichte van het voorstel en hoe zit dat
met de andere lidstaten?
Antwoord 9
Nederland heeft nog geen positie aangezien er nog geen eindvoorstel officieel is voorgelegd
aan de lidstaten. Ik sta echter wel positief tegenover het conceptvoorstel van de
EC voor een gefaseerde invoering omdat hiermee een stap wordt gezet in de verbetering
van de bescherming van bijen doordat de niet-problematische onderdelen op korte termijn
worden geïmplementeerd. Tegelijkertijd worden de overige onderdelen, via het mandaat
aan EFSA, verder uitgewerkt en in lijn gebracht met de huidige stand van de wetenschap.
Hiermee komt een einde aan de Europese patstelling van de afgelopen jaren. Dat is
positief en gewenst.
Ik heb momenteel geen eenduidig beeld van de positie van overige lidstaten. Een aantal
lidstaten heeft net als Nederland verklaard nog geen positie in te nemen zolang er
nog geen concreet voorstel aan lidstaten wordt voorgelegd.
Vraag 10
Kunt u bevestigen dat bij agendapunt C.1 van de SCoPAFF-bijeenkomst op 24 en 25 januari
jongstleden een discussie heeft plaatsgevonden over een «draft Commission Regulation
amending Commission Regulation (EU) No 546/2011... as regards bees principles for
evaluation and authorisation of plant protection products»? Zo ja, wat heeft Nederland
ingebracht in deze discussie?2
Antwoord 10
Dit agendapunt is onderdeel van en vloeit voort uit de beoogde gefaseerde implementatie
van het Bee guidance document. Onderdelen van het Bee guidance document betreffen
te gebruiken drempelwaarden («trigger values») voor honingbijen. Die drempelwaarden
worden vastgelegd in de Uniforme Beginselen (Regulation (EU) 546/2011) voor de evaluatie
en toelating van gewasbeschermingsmiddelen. Hierdoor worden de beoordelingseisen voor
de risico’s voor bijen verankerd in de risicobeoordeling. Nederland heeft gedurende
de betreffende SCoPAFF-bijeenkomst geen specifieke inbreng geleverd voor dit agendapunt.
Vraag 11
Kunt u bevestigen dat bij agendapunt A.08 van de SCoPAFF-bijeenkomst op 23 en 24 oktober
2018 een implementatieplan voor het Guidance document is besproken? Zo ja, wat heeft
Nederland ingebracht in deze discussie?3
Antwoord 11
Ja. Nederland heeft ingebracht dat verbetering van de praktische toepassing van het
Bee guidance document wenselijk is alvorens het volledig te implementeren. Nederland
heeft hier meerdere malen voorstellen voor aangeleverd. Zie ook mijn antwoord op vraag
4.
Vraag 12
Kunt u bevestigen dat bij deze bijeenkomst in oktober 16 lidstaten hebben aangedrongen
op herziening van het Beeguidance document voordat het kan worden geïmplementeerd?
Zo ja, wat was hierin de positie van Nederland?
Antwoord 12
Ja, zie mijn antwoord op vraag 11 voor de Nederlandse inbreng.
Na de SCoPAFF-vergadering van oktober heeft de EC geconcludeerd dat het Bee guidance
document met het bijbehorende implementatieplan niet op een gekwalificeerde meerderheid
van lidstaten kon rekenen. Hierop heeft de EC het implementatieplan aangepast naar
een gefaseerde invoering met daarbij het voornemen om een duidelijk mandaat aan EFSA
te geven.
Vraag 13
Erkent u dat op basis van bovenstaande kan worden geconcludeerd dat er tenminste tweemaal
is gesproken over een voorstel, draft of concept van het Beeguidance document? Zo
ja, hoe verhoudt dit zich tot uw uitspraak in de beantwoording van de vragen van de
leden van de Partij voor de Dieren-fractie in het schriftelijk overleg over de geannoteerde
agenda Landbouw- en Visserijraad van 28 januari 2019 dat er geen concreet voorstel
is?
Antwoord 13
Het Bee guidance document wordt iedere SCoPAFF-vergadering in meer of mindere mate
besproken. Met een conceptvoorstel wil de EC bij lidstaten inventariseren hoe men
staat tegenover een gefaseerde invoering van het Bee guidance document. Zodra de EC
een eindvoorstel aan lidstaten voorlegt zal ik mij hierover laten adviseren door het
Ctgb en uw Kamer vervolgens informeren over mijn positie.
Vraag 14
Wat waren de inhoudelijke verschillen tussen deze twee versies en wat zijn de inhoudelijke
verschillen tussen deze versies en het originele EFSA-voorstel uit 2013?
Antwoord 14
De verschillen tussen de conceptvoorstellen van de Commissie zitten in de wijze waarop
het EFSA Bee guidance document zal worden geïmplementeerd. Het implementatieplan is
dusdanig gewijzigd dat de implementatie van de onderdelen waarover consensus bestaat
(zoals acute toxiciteit) direct na accordering worden geïmplementeerd en dat de onderdelen
waarvoor onvoldoende steun is eerst, via het mandaat aan EFSA, verder worden uitgewerkt
en in lijn worden gebracht met de laatste wetenschappelijke inzichten alvorens deze
worden geïmplementeerd.
Ik verwijs verder naar het antwoord op vraag 3 en vraag 5.
Vraag 15
Bent u bereid de versies van het document zoals deze bij de genoemde bijeenkomsten
zijn besproken en/of eventuele bijbehorende agendastukken bij deze agendapunten naar
de Kamer sturen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 15
Nee, dit betreft werkdocumenten die binnen een technische discussie worden verspreid.
Wanneer de EC een concreet voorstel aan de lidstaten voorlegt, zal ik uw Kamer hierover
informeren.
Vraag 16
Zijn er buiten deze twee momenten nog meer SCoPAFF-bijeenkomsten geweest waarin het
Beeguidance document is besproken? Zo ja, hoe vaak en wanneer, wat is daar besproken
en wat was daarbij de inbreng van Nederland?
Antwoord 16
Ik verwijs naar de antwoorden op de vragen 4, 9, 11 en 13.
Vraag 17
Bent u op de hoogte van het feit dat Politico de hand heeft weten te leggen op gelekte
documenten die betrekking hebben op de voorstellen voor het Beeguidance document?4
Antwoord 17
Ik ben bekend met het betreffende nieuwsbericht.
Vraag 18
Heeft u gezien dat de Europese Commissie in het Politico-artikel bevestigt dat er
tijdens de bijeenkomst in januari een nieuwe versie van het Beeguidance document zou
worden gepresenteerd aan de lidstaten? Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot uw uitspraak
in de beantwoording van de vragen van de leden van de Partij voor de Dieren-fractie
in het schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad
van 28 januari 2019 dat er inhoudelijk nog niets is veranderd aan het voorstel?
Antwoord 18
De EC heeft een conceptvoorstel gedaan het Bee guidance document gefaseerd in te voeren.
Inhoudelijk is het Bee guidance Document niet veranderd. Dit heb ik zo ook in het
schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda van de Landbouw- en Visserijraad
medegedeeld.
Vraag 19
Kunt u bevestigen dat uit de gelekte stukken blijkt dat binnen SCoPAFF is gesproken
over wijzigingen in het voorstel waardoor de criteria voor de beoordeling of een stof
een negatieve invloed heeft op bijen en hommels worden versoepeld, waardoor bijvoorbeeld
de chronische toxiciteit niet meer hoeft te worden meegewogen of onderzocht? Zo ja,
wat is hiervoor de reden en wat is de positie van Nederland in deze discussie over
het toetsen op chronische toxiciteit? Zo nee, kunt u toelichten hoe het zit?
Antwoord 19
Ik verwijs naar mijn antwoord op vragen 3 en 4. Dit wil overigens niet zeggen dat
chronische toxiciteit voor bijen niet hoeft te worden meegewogen of onderzocht. Op
grond van de Europese datavereisten moeten aanvragers data aanleveren over de chronische
toxiciteit voor bijen en dit is ook nu onderdeel van de risicobeoordeling.
Vraag 20
Kunt u bevestigen dat de implementatie van de eis om de effecten van stoffen op hommels
en solitaire bijen te testen voorlopig niet zal worden ingesteld, omdat de implementatie
daarvan wordt uitgesteld? Zo ja, wat is hiervoor de reden en wat is de positie van
Nederland in deze discussie? Zo nee, kunt u toelichten hoe het zit?
Antwoord 20
Ja, deze onderdelen zullen ook via een mandaat aan EFSA verder worden uitgewerkt en
aangepast aan de laatste stand van de wetenschap alvorens ze worden geïmplementeerd.
Dit wordt gedaan omdat deze onderdelen uit het Bee guidance document nog onvoldoende
werkbaar zijn. Zo zijn de beschermdoelen voor hommels en solitaire bijen nog afgeleid
van de beschermdoelen voor honingbijen waardoor deze te conservatief uitvallen. Verder
ontbreken nog internationaal vastgestelde testprotocollen voor solitaire bijen. Ik
sta daarom positief tegenover de intentie van de EC om dit onderdeel eerst verder
uit te werken.
Vraag 21
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het komende algemeen overleg Landbouw- en Visserijraad,
dat op 13 maart plaatsvindt?
Antwoord 21
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.