Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ploumen over het bericht ‘Egypt: Set Independent Torture Inquiry’
Vragen van het lid Ploumen (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «Egypt: Set Independent Torture Inquiry» (ingezonden 15 februari 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 15 maart 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Egypt: Set Independent Torture Inquiry»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft u informatie waaruit blijkt dat hetgeen Human Rights Watch stelt over de martelingen
in Egypte op waarheid berust? Zo ja, wat is uw reactie hierop? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Bent u op de hoogte van de eerdere rapporten van Human Rights Watch die concluderen
dat sinds het aantreden van de regering van president Abdel Fattah al-Sisi, overheidsinstanties,
waaronder de nationale veiligheidsdienst, betrokken zijn bij (systematische) verdwijningen
en martelingen? Zo ja, wat is uw reactie hierop? Zo nee, bent u bereid contact op
te nemen met Human Rights Watch over de inhoud van deze rapporten?
Vraag 4
Is het u bekend dat Egypte het enige land is dat te maken heeft met twee openbare
onderzoeken door het VN-Comité tegen Foltering, dat in zijn meest recente rapport
schrijft dat de feiten die het verzamelde «leidden tot de onvermijdelijke conclusie
dat foltering een systematische praktijk is in Egypte»? Zo ja, wat is uw reactie hierop?
Antwoord 2, 3 en 4
Het kabinet is zeer bezorgd over de in het Human Rights Watch(HRW) rapport beschreven misstanden en de bevindingen van het VN-Comité tegen Foltering.
Dergelijke praktijken zijn in strijd met fundamentele normen op het gebied van mensenrechten,
waaraan ook Egypte zich door middel van internationale verdragen verbonden heeft.
De Egyptische context maakt het moeilijk om precieze aantallen van gedwongen verdwijningen
en martelingen vast te stellen. De gerapporteerde aantallen lopen uiteen. Het kabinet
acht uitgebreid en onafhankelijk onderzoek, waartoe HRW ook oproept, daarom belangrijk.
Zorgen over gedwongen verdwijningen en martelingen worden in EU-verband herhaaldelijk
bij de Egyptische autoriteiten aangekaart. Zo vroeg de EU tijdens de sessies van de
VN-Mensenrechtenraad van juni en september 2018 aandacht voor gedwongen verdwijningen.
Ook worden zorgen over martelingen en gedwongen verdwijningen uitgesproken tijdens
het EU-Egypte sub-comité democratie en mensenrechten, dat tweejaarlijks bijeenkomt.
Vraag 5
Heeft u contact opgenomen of gaat u contact opnemen met uw Europese en andere internationale
collega’s over de situatie in Egypte? Zo ja, kunt u de Kamer informeren welke stappen
worden overwogen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Nederland onderhoudt nauw contact met Europese collega’s over ontwikkelingen in Egypte,
zowel in Brussel als in Caïro. De Nederlandse inzet richt zich in EU-verband o.a.
op het uitspreken van een sterke EU-verklaring tijdens de huidige zitting van de Mensenrechtenraad,
waarin zorgen worden geuit over ontwikkelingen in Egypte op het gebied van de vrijheid
van meningsuiting, de vrijheid van vereniging en vergadering, verdwijningen en de
doodstraf.
Vraag 6
Heeft u contact gehad met uw ambtsgenoten die lid zijn van de Afrikaanse Unie, waarvan
Egypte in 2019 tot voorzitter is gekozen, over de situatie in Egypte? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, heeft u gesproken over de weigering van de Egyptisch overheid tot het
toelaten van bezoeken van de Afrikaanse Commissie voor mensenrechten en volkerenrechten
(ACHPR)?
Antwoord 6
Mensenrechten zijn een vast onderdeel van de dialoog tussen de Afrikaanse Unie en
de Europese Unie, waaronder tijdens de recente AU-EU Ministeriële in Brussel op 21-22 januari
jl.
Vraag 7
Deelt u de mening dat overheden verantwoordelijk zijn voor en gehouden kunnen worden
aan het naleven van mensenrechten? Zo ja, heeft u inmiddels contact opgenomen met
uw Egyptische ambtsgenoot om uw zorgen over te brengen. Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Ja. Nederland spreekt de Egyptische autoriteiten voortdurend aan op de zorgelijke
mensenrechtensituatie. Op politiek niveau gebeurde dat onder andere tijdens mijn gesprekken
met de Egyptische Minister van Buitenlandse Zaken, Shoukry, in Caïro in mei 2018 en
in de marges van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York in september
jl. Ook spraken de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
en de Nederlandse mensenrechtenambassadeur tijdens de Mensenrechtenraad van maart
2019 met de Egyptische onderminister voor Mensenrechten over de ontwikkelingen die
Nederland zorgen baren.
Vraag 8
Deelt u de mening dat de Egyptische overheid onafhankelijk toezicht op gevangenissen
en detentiecentra en bezoeken van regionale en internationale entiteiten die onderzoek
doen naar folterclaims, toe zou moeten staan, waaronder in het bijzonder de speciale
VN-rapporteur voor foltering en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandelingen
of bestraffingen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Het kabinet hecht veel waarde aan de onderzoeken van de speciale VN-rapporteurs. Daarom
pleit Nederland in internationaal verband consequent voor het verstrekken van een
staande uitnodiging aan alle VN-mensenrechtenrapporteurs, zodat deze onderzoek kunnen
doen naar vermeende misstanden. Dit geldt ook voor Egypte.
Vraag 9
Heeft u overwogen de mogelijkheden van sancties of andere maatregelen tegen Egypte
met uw Europese ambtsgenoten te bespreken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Het instellen van sancties tegen Egypte is op dit moment niet aan de orde. Nederland
richt zich op open en constructief engagement met Egypte, waarin ruimte is om de zorgen
die we hebben te bespreken en daarbij aan te dringen op verbetering. Dit geldt ook
voor de EU, die middels het Associatieverdrag en de in 2017 vastgestelde EU-Egypte
Partnerschapsprioriteiten Egypte ondersteunt. Hieraan zijn ook overlegstructuren gekoppeld
om zorgpunten bespreekbaar te maken, waaronder op het gebied van democratie en mensenrechten.
Vraag 10
Bent u bereid om de verslechterende mensenrechtensituatie in Egypte in de veertigste
zitting van de Mensenrechtenraad (al dan niet met gelijkgezinde lidstaten) aan de
orde te laten stellen?
Antwoord 10
Ja. De Nederlandse inzet voor de veertigste zitting van de Mensenrechtenraad richt
zich op een sterke EU-verklaring, waarin ook zorgen over de mensenrechtensituatie
in Egypte worden uitgesproken.
Vraag 11
Kunt u deze vragen voor aanvang van de aankomende mensenrechtenraad beantwoorden?
Antwoord 11
De vragen zijn zo snel als mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.