Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Molen en Omtzigt over de coreper-vergaderingen
Vragen van de leden Van der Molen en Omtzigt (beiden CDA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie en Veiligheid over de coreper-vergaderingen (ingezonden 8 maart 2019).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
20 maart 2019).
Vraag 1
Herinnert u zich dat u toezegde dat u na de Coreper-vergadering over een Richtlijn
inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden, met een
brief zou komen waarin u precies uiteen zou zetten wat de opstelling van de Nederlandse
regering geweest is en zou zijn in de Coreper-vergaderingen en elders?
Antwoord 1
Ja. Deze brief heb ik op 7 maart jl. aan de Tweede Kamer verzonden.1
Vraag 2
Heeft Nederland zich bij alle discussies op het standpunt gesteld dat een klokkenluider
altijd direct het externe kanaal kan gebruiken (bijvoorbeeld de toezichthouder), zonder
daarvoor een reden te hoeven geven?
Antwoord 2
Indien in redelijkheid niet van de klokkenluider gevraagd kan worden om eerst het
interne meldkanaal te gebruiken, bestaat in de huidige Nederlandse praktijk de mogelijkheid
om direct het externe meldkanaal te gebruiken zonder het verlies van rechtsbescherming.
Wel wordt in beginsel van de klokkenluider verwacht eerst het interne meldkanaal te
gebruiken. Gedurende de onderhandelingen heeft Nederland zich actief en prominent
ingezet om dit flexibele systeem ook op Europees niveau te introduceren.
Vraag 3
Kunt u een overzicht geven van de vergaderingen (zoals ambtelijke voorportalen, Coreper
en JBZ-Raad) waarin dit aan de orde geweest is en wat Nederland daar heeft ingebracht
en wat Nederland daar gestemd heeft?
Antwoord 3
Vanaf juni 2018 tot op heden is met grote regelmaat op ambtelijk niveau in Brussel
onderhandeld over deze richtlijn.2 Tijdens de JBZ-Raad van 8 maart 2019 hebben de aanwezige ministers van gedachten
gewisseld over de laatste stand van de onderhandelingen met het Europees parlement.
Tijdens al deze bijeenkomsten heeft Nederland conform de in het antwoord op vraag
2 geschetste inzet gehandeld.
Vraag 4
Heeft u de brief van het Whistleblowing International Network (WIN-netwerk) en klokkenluiders
ontvangen? Wilt u het antwoord hierop aan de Kamer doen toekomen?
Antwoord 4
Ja, deze brief heb ik ontvangen en lees ik als steun voor de Nederlandse positie.
Vraag 5
Bent u bereid om duidelijk te maken dat Nederland er voorstander van is dat een klokkenluider
altijd direct het externe kanaal kan gebruiken?
Antwoord 5
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 6
Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden en wel voor de vergadering van
11 maart 2019?
Antwoord 6
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.