Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Ook asielzoeker krijgt hulp bij eerwraak’
Vragen van de leden Becker en Tielen (beiden VVD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de staatsecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Ook asielzoeker krijgt hulp bij eerwraak» (ingezonden 8 maart 2019).
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «Ook asielzoeker krijgt hulp bij eerwraak»?1
Vraag 2
            
Klopt het dat asielzoekers in Nederland slachtoffer zijn geworden van (bedreigingen
               van) eerwraak en/of huiselijk geweld in asielzoekerscentra (azc's)? Zo ja, om hoeveel
               situaties gaat het? In hoeveel gevallen vond de bedreiging daadwerkelijk plaats op
               de locatie van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en in hoeveel gevallen
               ging het om dreigementen door mensen met een verblijfsvergunning die bijvoorbeeld
               een bekende of een familielid in een azc bedreigden? In hoeveel gevallen is er aangifte
               gedaan tegen de dader(s) en is er strafrechtelijk vervolgd?
            
Vraag 3
            
Wanneer kan de Kamer het toegezegde onderzoek naar sociale veiligheid binnen de COA-locaties
               verwachten, waarin zou worden gekeken naar de mate waarin vrouwen te maken krijgen
               met seksueel geweld, onderdrukking en ongewenste zwangerschappen in azc's?
            
Vraag 4
            
Deelt u het standpunt dat eerwraak en seksueel geweld waar dan ook in Nederland ontoelaatbaar
               is en dat de vrouwen, kinderen en homo’s daartegen moeten worden beschermd?
            
Vraag 5
            
Deelt u de mening dat het in het geval van (dreiging met) eerwraak of seksueel geweld
               op een COA-locatie de dader(s) uit de omgeving verwijderd moet(en) worden? Kunt u
               aangeven bij hoeveel van de meldingen van eerwraak en seksueel geweld de dader naar
               een extra begeleiding en toezichtlocatie – de aso-azc – is gebracht? Kunt u aangeven
               of zich situaties hebben voorgedaan waarbij het slachtoffer na melding van geweld
               nog in dezelfde opvang verbleef als de dader?
            
Vraag 6
            
Bent u het ermee eens dat (dreiging met) eerwraak en seksueel geweld onverenigbaar
               zijn met de Nederlandse normen en waarden en dat plegers hiermee het recht op verblijf
               verspelen? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 7
            
Op welke wijze heeft het dreigen met en het plegen van eerwraak en huiselijk geweld
               op dit moment negatieve gevolgen voor het verblijfsrecht van de daders en, in hoeveel
               van de gevallen is dit ook daadwerkelijk geëffectueerd? Kunt u dit cijfermatig toelichten?
            
Vraag 8
            
Kunt u toelichten waarom u een eventuele specifieke voorziening voor slachtoffers
               wil beleggen bij de gemeenten? Hoe verhoudt dit voornemen zich tot de koppelingswet
               die asielzoekers zonder verblijfsvergunning uitsluit van voorzieningen?
            
Vraag 9
            
Bent u het ermee eens dat het COA verantwoordelijk is voor veilige opvang van asielzoekers
               en dat dus het COA en niet de gemeente de aangewezen instantie is om dit te regelen?
               Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 10
            
Bent u bereid om met het COA in gesprek te gaan om eventueel noodzakelijke voorzieningen
               in het asielzoekerscentrum aan te bieden en gemeenten hier niet verder mee te belasten?
            
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport - 
              
                  Gericht aan
M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid - 
              
                  Indiener
Bente Becker, Kamerlid - 
              
                  Medeindiener
J.Z.C.M. Tielen, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.