Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Kröger en Snels over het recente onderzoek ‘Taxing Aviation Fuels in the EU’
Vragen van de leden Kröger en Snels (beiden GroenLinks) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Staatssecretaris van Financiën over het recente onderzoek «Taxing Aviation Fuels in the EU» (ingezonden 12 februari 2019).
Mededeling van Staatssecretaris Snel (Financiën) (ontvangen 7 maart 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het recente onderzoek «Taxing Aviation Fuels in the EU» van CE Delft?1
Vraag 2
Deelt u de conclusie van Transport & Environment (T&E) dat er geen sprake is van een
principieel verbod op het belasten van kerosine en dat het verdrag van Chicago vooral
betrekking heeft op de brandstof aan boord van een landend vliegtuig en niet op het
bunkeren van nieuwe brandstof?2
Vraag 3
Deelt u de conclusie van T&E dat het relatief eenvoudig en in elk geval niet onmogelijk
is om accijns op kerosine te heffen voor binnenlandse vluchten en voor vluchten binnen
de EU?
Vraag 4
Welke (juridische) hordes moet Nederland nemen om een accijns op vliegtuigbrandstoffen
in te kunnen voeren?
Vraag 5
Als op alle EU-vluchten vanuit Nederland een normale accijns zou worden geheven (€ 0,50–€ 0,75;
vergelijkbaar met die op diesel of benzine), hoeveel zou dan de opbrengst bedragen,
bij een gelijkblijvend aantal vluchten?
Vraag 6
Wat zou het effect zijn op de vraag naar vliegreizen als alle EU-landen een dergelijke
accijns zouden heffen? Zou dit een verminderd aantal korte vluchten betekenen? Wat
zou dit betekenen voor de emissies van CO2?
Vraag 7
Als Nederland alleen fossiele kerosine belast en biokerosine uit niet-duurzame bronnen,
maar synthetische CO2-neutrale kerosine onbelast laat, wat zou dat betekenen voor de businesscase van synthetische
kerosine?
Mededeling
Hierbij laat ik u weten dat de schriftelijke vragen van de leden Kröger en Snels (beiden
GroenLinks) over het recente onderzoek «Taxing Aviation Fuels in the EU» (ingezonden
op 12 februari 2019) niet binnen drie weken beantwoord kunnen worden. De reden van
het uitstel is dat een zorgvuldige beantwoording en de benodigde afstemming meer tijd
vergen.
Ik verwacht de vragen binnen drie weken te kunnen beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Snel, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.