Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Karabulut over toeristische bedrijven die verdienen aan illegale nederzettingen in bezet Palestijns gebied
Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de Minister-President en de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over toeristische bedrijven die verdienen aan illegale nederzettingen in bezet Palestijns gebied (ingezonden 4 februari 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) en van Minister Kaag (Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking), mede namens de Minister-President (ontvangen
13 maart 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Toeristische bedrijven zorgen voor uitbreiding van de illegale
nederzettingen» over een rapport van Amnesty International?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 5
Hoe beoordeelt u de bevinding van de mensenrechtenorganisatie dat online bookingsbedrijven
Airbnb, Booking.com, Expedia en TripAdvisor mensenrechtenschendingen tegen de Palestijnen
aanwakkeren doordat zij honderden kamers en activiteiten aanbieden in Israëlische
nederzettingen in bezet Palestijns gebied, inclusief Oost-Jeruzalem? Bent u het hiermee
eens? Zo nee, waarom niet?
Bent u het met Amnesty Internationale eens dat met het bovengenoemde handelen de toeristische
bedrijven VN-afspraken, de UN Guiding Principles on Business and Human Rights, schenden?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe spreekt u deze bedrijven hierop aan?
Antwoord 2 en 5
Bedrijven hebben een eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid mensenrechten te
respecteren. Het kabinet verwacht dan ook van alle Nederlandse bedrijven dat zij internationaal
maatschappelijk verantwoord ondernemen door invulling te geven aan internationale
normen zoals die zijn neergelegd in de OESO Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen
(OESO-richtlijnen), waar de UN Guiding Principles on Business and Human Rights onderdeel van uitmaken. Het is vervolgens aan Nederlandse bedrijven zelf om te bepalen
welke activiteiten zij ontplooien en met welke partners zij samenwerken. Het kabinet
verwacht van Nederlandse bedrijven dat zij in kaart brengen hoe zij via hun bedrijfsactiviteiten
en hun ketenpartners verbonden zijn met risico’s op mensenrechtenschendingen en deze
risico’s aanpakken en voorkomen. Hierover moeten bedrijven tot een afgewogen besluit
komen waarover zij bereid zijn publiekelijk verantwoording af te leggen.
Het kabinet doet geen uitspraak over specifieke casussen. Partijen kunnen een melding
doen van vermeende schendingen van de OESO-richtlijnen door bedrijven bij het Nationaal
Contactpunt voor de OESO-richtlijnen (NCP).
Vraag 3, 6, 7 en 9
Deelt u de opvatting dat het stimuleren van toerisme naar illegale Israëlische nederzettingen
bijdraagt aan hun bestaan en uitbreiding? Zo nee, waarom niet?
Acht u het handelen van Airbnb, Booking.com, Expedia en TripAdvisor in strijd met
VN-Veiligheidsraadresolutie 2334, waarin staten worden opgedragen onderscheid te maken
tussen Israël en de illegale nederzettingen? Zo nee, waarom niet?
Bent u het ermee eens dat deze toeristische bedrijven moeten opkomen voor mensenrechten
door hun aanbod in illegale nederzettingen in bezet gebied terug te trekken omdat
oorlogsmisdrijven geen toeristische attractie zijn? Zo nee, waarom niet?
Bent u het verder eens met Amnesty International dat bedrijven moeten stoppen met
zakendoen met de nederzettingen en regeringen daarom wetten moeten introduceren die
import van goederen uit nederzettingen verbieden? Zo nee, wat doet u dan om producten
uit illegale nederzettingen te weren?
Antwoord 3, 6, 7 en 9
Het kabinet spant zich in voor versterking van de (economische) betrekkingen met Israël
binnen de grenzen van 1967. Op grond van het internationaal recht erkennen Nederland
en de EU de Israëlische soevereiniteit over de sinds juni 1967 door Israël bezette
gebieden niet, en beschouwen zij deze gebieden niet als een onderdeel van het Israëlische
grondgebied. Nederland en de EU beschouwen Israëlische nederzettingen in bezet gebied
als strijdig met internationaal recht en vormen een obstakel voor het bereiken van
een twee-statenoplossing. Dit standpunt is overigens ook vastgelegd in EU-Raadsconclusies
en is in lijn met VN Veiligheidsraad-resolutie 2334 (2016).
Het kabinet is, in lijn met de EU, geen voorstander van een importverbod van goederen
uit nederzettingen of maatregelen die leiden tot een boycot van deze goederen. De
Nederlandse overheid ontmoedigt al jaren economische relaties met bedrijven in Israëlische
nederzettingen in bezet gebied. Indien Nederlandse bedrijven aankloppen bij de overheid,
worden zij over dit beleid geïnformeerd. De Nederlandse overheid verleent geen diensten
aan Nederlandse bedrijven waar het gaat om activiteiten die zij ontplooien in of ten
behoeve van Israëlische nederzettingen in bezet gebied. Daarnaast informeert de overheid
Nederlandse bedrijven actief in gevallen waarbij zij zelf is betrokken, zoals het
bilaterale samenwerkingsforum. Het beleid is van toepassing op activiteiten van Nederlandse
bedrijven, als die direct bijdragen aan de aanleg en instandhouding van nederzettingen
of als die de aanleg of instandhouding ervan direct faciliteren. Het gaat hierbij
om activiteiten in nederzettingen, activiteiten met bedrijven gevestigd in nederzettingen
en activiteiten buiten nederzettingen die ten gunste komen aan nederzettingen.
Het is uiteindelijk aan bedrijven zelf – en dat geldt dus ook voor Booking.com – om
te bepalen welke activiteiten zij ontplooien en met welke partners zij samenwerken.
Zie ook het antwoord op vraag 8.
Vraag 4
Klopt het dat Booking.com, dat zijn hoofdkantoor in Amsterdam heeft, op zijn site
45 hotels en andere accommodaties in bezet Palestijns gebied aanbiedt en klanten (soms)
misleidt door niet duidelijk aan te geven dat het betreffende aanbod zich bevindt
in Israëlische nederzettingen? Wat vindt u hiervan?
Antwoord 4
Het kabinet heeft kennisgenomen van dit bericht. Het kabinet vindt het belangrijk
dat consumenten op basis van volledige en juiste informatie hun beslissing kunnen
nemen. De regels over oneerlijke handelspraktijken (afdeling 3a van titel 3 van boek
6 van het Burgerlijk Wetboek) gebieden handelaren om transparant en volledig te zijn
in de informatieverstrekking. Ook is het handelaren op grond van deze wetgeving niet
toegestaan om consumenten te misleiden over bestemming van een reis. De Autoriteit
Consument en Markt (ACM) is belast met het toezicht op deze regels.
Op grond van het internationaal recht beschouwt Nederland de bezette Palestijnse gebieden
niet als onderdeel van het grondgebied van Israël. Booking.com heeft in reactie op
de rapporten van Amnesty International en Human Rights Watch te kennen gegeven dat
het voortaan de aanduiding «Israeli settlement» zal gebruiken ten aanzien van accommodaties
in Israëlische nederzettingen. Het is van belang dat dit consequent wordt door gevoerd
om, in lijn met VN Veiligheidsraad-resolutie 2334 (2016), het onderscheid tussen Israël
en de bezette gebieden te verduidelijken en helderheid te verschaffen richting consumenten.
Dit sluit aan bij het standpunt van het kabinet.
Vraag 8
Is de Minister-President, die woensdag 6 februari spreekt met Booking.com, bereid
om Booking.com tijdens dat gesprek te ontmoedigen zaken te doen met illegale nederzettingen?
Zo nee, wanneer wordt dat dan wel gedaan?2
Antwoord 8
Het is aan bedrijven zelf om te bepalen welke activiteiten zij ontplooien en daar
verantwoording over af te leggen, en Booking.com heeft al te kennen gegeven voortaan
de aanduiding «Israeli settlement» te gebruiken ten aanzien van accommodaties in Israëlische
nederzettingen. Indien een bedrijf vragen heeft over het Nederlandse beleid omtrent
Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) kan het daarover met
het Ministerie van Buitenlandse Zaken in gesprek gaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.