Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kwint over het bericht dat een te snelle keus voor mbo dreigt
Vragen van het lid Kwint (SP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat een te snelle keus voor mbo dreigt (ingezonden 30 januari 2019).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
8 maart 2019).
Vraag 1
Kent u het artikel «Te snelle keus mbo dreigt door beperkte plekken»?1 Wat is uw reactie daarop?
Antwoord 1
Ja, het artikel is mij bekend. Mijn reactie erop treft u hieronder aan.
Vraag 2
Bent u bereid te inventariseren hoeveel en welke mbo-opleidingen een studentenstop
hebben ingesteld? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Mbo-scholen mogen op basis van de Wet Educatie Beroepsonderwijs het aantal opleidingsplaatsen
beperken uit het oogpunt van arbeidsmarktperspectief of om capaciteitsredenen, zoals
beschikbaarheid van praktijkruimtes en stageplekken. Een numerus fixus zou bij meer
aanmeldingen dan opleidingsplaatsen ertoe kunnen leiden dat studenten niet hun opleiding
van hun voorkeur kunnen volgen. Ik weet nog niet of dat zich heeft voorgedaan. Voor
de zomer van 2019 komt de eerste rapportage van de evaluatiemonitor van de wet «Vroegtijdige
aanmelddatum voor en toelatingsrecht tot het mbo», waarbij ook naar de beperking van
het aantal opleidingsplaatsen wordt gekeken.
Vraag 3
Wat is de argumentatie per opleiding voor het instellen van een studentenstop? Welke
argumentatie acht u toelaatbaar voor het instellen van een studentenstop voor een
mbo-opleiding?
Antwoord 3
De wetgeving staat mbo-scholen toe een beperking van het aantal opleidingsplaatsen
in te stellen uit het oogpunt van arbeidsmarktperspectief of vanwege opleidingscapaciteit.
Wanneer zich meer studenten aanmelden dan het aantal plekken dan mogen scholen, naast
de vooropleidingseisen, geen extra eisen stellen aan de geschiktheid van de student,
maar wijzen zij de plekken toe aan de hand van niet-kwalitatieve criteria. Hierbij
kan gedacht worden aan volgorde van aanmelden, loting of het voorrang geven aan kwalificatieplichtige
studenten boven niet-kwalificatieplichtigen. Die keuze moet de instelling vastleggen
in haar toelatingsbeleid. De medezeggenschapraad heeft daarop instemmingsrecht.
Vraag 4
Deelt u de mening dat door het instellen van een studentenstop leerlingen in het voortgezet
onderwijs gedwongen kunnen worden om te snel een keuze te maken voor een vervolgopleiding,
terwijl aankomend studenten een weloverwogen studiekeuze moeten kunnen maken? Kunt
u dit toelichten?
Antwoord 4
Ik vind het van belang dat aankomende studenten zich tijdig oriënteren op een vervolgopleiding.
De toekenning van plekken op basis van volgorde van aanmelding zal de studenten die
interesse hebben in de betreffende opleiding inderdaad in zekere mate dwingen zich
snel aan te melden. Het betreft echter geen definitieve keuze voor die opleiding.
Het aantal beroepsopleidingen waarvoor studenten zich in het mbo aan kunnen melden
staat vrij. Een tijdige aanmelding geeft zowel student als opleiding de mogelijkheid
vroeg met intake- en kennismakingsactiviteiten te starten. Na die nadere kennismaking
kan een student na aanmelding bovendien nog van keuze veranderen.
Vraag 5
Deelt u de mening dat vroege selectie in het onderwijs de toegankelijkheid en kansengelijkheid
beperkt en deze vorm van vroege selectie niet voor elke leerling goed uitpakt? Kunt
u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
Hier is naar mijn mening geen sprake van vroege selectie. Het is wel van belang dat
mbo-scholen goed communiceren naar studenten en naar hun toeleverend onderwijs, welke
opleidingen een capaciteitsbeperking hebben en wanneer de inschrijving voor die opleidingen
open gaat. Daarbij vind ik het van belang dat scholen rekening houden met de kanalen
waarlangs ze die informatie verspreiden, zodat iedereen goed wordt bereikt.
Vraag 6
Kunt u er zorg voor dragen dat de instroom bij opleidingen waar de vraag op de arbeidsmarkt
het grootst is niet wordt ingeperkt? Zo ja, hoe gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Op basis van de monitoringinformatie zal ik kritisch kijken naar beroepsopleidingen
met een fixus en een grote arbeidsmarktbehoefte. Van belang is dat er enkel een beperking
van het aantal opleidingsplaatsen wordt ingesteld uit het oogpunt van arbeidsmarktperspectief
of opleidingscapaciteit.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.