Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bromet over de berichten ‘Bewegingsjacht om dierziekte te voorkomen ‘veel gedoe voor weinig opbrengst’’ en ‘Omstreden jacht met bijna 80 man levert op: één dood zwijn’
Vragen van het lid Bromet (GroenLinks) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de berichten «Bewegingsjacht om dierziekte te voorkomen «veel gedoe voor weinig opbrengst»» en «Omstreden jacht met bijna 80 man levert op: één dood zwijn» (ingezonden 17 januari 2019).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 6 maart
2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Bewegingsjacht om dierziekte te voorkomen «veel gedoe
voor weinig opbrengst»» en het artikel «Omstreden jacht met bijna 80 man levert op:
één dood zwijn»?1
2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met het door de Volkskrant aangehaalde openbare jachtverslag van de
wildbeheereenheid Zuid-Oost Twente, waarin verslag wordt gedaan van een grootschalige
bewegingsjacht op wilde zwijnen op 5 januari jongstleden?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3 en 4
Valt de in het jachtverslag van de wildbeheereenheid Zuid-Oost Twente beschreven bewegingsjacht,
waarbij 79 geweerdragers, 61 drijvers en een onbekend aantal jachthonden een gebied
van 17 aaneengeschakelde jachtvelden hebben doorkruist, onder uw definitie van beperkte
bewegingsjacht zoals u deze heeft beschreven in uw brief van 12 oktober 2018, inhoudende
maximaal 6 geweerdragers, 3 jachthonden en 6 drijvers die hoorbaar een jachtgebied
doorkruisen en kunt u uw antwoord toelichten?3
Is het wat u betreft onder de geldende ministeriële regeling toegestaan dat jachtvelden
op de hierboven beschreven wijze gecombineerd worden, waardoor er in de praktijk in
één jachtveld tientallen jagers en drijvers rondlopen en kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3 en 4
Uit informatie van de provincie Overijssel blijkt dat er sprake was van een telling
van wilde zwijnen over in totaal 17 jachtvelden in het gebied Zuid-Oost Twente. Dit
vond plaats in een groot areaal van enkele duizenden hectares aan weerszijden van
de grens met Duitsland. In sommige van die jachtvelden is ook een beperkte bewegingsjacht,
uitgevoerd met maximaal 6 jagers en 6 drijvers per jachtveld. Hierbij zijn in totaal
vier wilde zwijnen gedood. Deze aanpak past binnen de definitie van de beperkte bewegingsjacht,
zoals door mij is neergelegd in de Regeling preventieve maatregelen Afrikaanse varkenspest
van 19 oktober 2018.
Vraag 5
Vindt u het in algemene zin wenselijk dat uw besluit om beperkte bewegingsjacht toe
te staan in de praktijk nu heeft geleid tot een jachtevenement waar 140 jagers aan
hebben deelgenomen, met alle verstoring voor het in het gebied aanwezige wild van
dien, met als resultaat één gedood wild zwijn? Zo ja, waarom wel?
Antwoord 5
Zoals uit het vorige antwoord blijkt, past dit binnen de definitie van beperkte bewegingsjacht.
Er was daarnaast sprake van een telling in een groot gebied om een beeld te krijgen
van de aanwezigheid en de aantallen wilde zwijnen in het gebied Zuid-Oost Twente.
Deze telling werd gecombineerd met een afschotactie aan Duitse kant van de grens.
Er was dus geen sprake van een jacht waaraan 140 jagers hebben deelgenomen. Wel is
het zo dat er meer jagers bij de telling waren betrokken.
Vraag 6 en 7
Hoe verhoudt de in het jachtverslag beschreven invulling van «beperkte bewegingsjacht»
zich tot de uitspraak in uw brief van 12 oktober jongstleden dat beperkte bewegingsjacht
een vorm is die de bezwaren die er zijn tegen het drijven in het algemeen (ecologische
schade, verstoring, een niet-selectieve werking en dierenwelzijnsissues) wegneemt?
Kunt u uw antwoord toelichten?4
Hoe verhouden de volgende twee uitspraken uit het Volkskrant-artikel zich tot elkaar
en tot bovengenoemde stelling uit uw brief aan de Kamer van 12 oktober jongstleden
dat beperkte bewegingsjacht geen ecologische schade aanricht en niet verstorend werkt:
«de verstoring meeviel door de grote omvang van de jachtvelden» (uw ministerie volgens
de Volkskrant) en deze vorm van jacht «toch een aanslag is op de natuur, en we willen
de zwijnen niet teveel verstoren» (de voorzitter van de wildbeheereenheid Zuid-Oost
Twente)?
Antwoord 6 en 7
Het doel van de gehouden bewegingsjacht in Zuid-Oost Twente was primair een inschatting
maken van de omvang van de populatie wilde zwijnen die zich in de grensstreek met
Duitsland ophoudt. Wilde zwijnen zijn lastig te tellen, omdat zij zich ophouden in
dicht struikgewas dat voor mensen en aangelijnde honden niet of nauwelijks toegankelijk
is. Door de bewegingsjacht werden de zwijnen beperkt opgejaagd en was het mogelijk
ze beter te tellen. Deze telling werd in enkele jachtvelden gecombineerd met het afschot
van wilde zwijnen (in totaal vier) om zo de populatie niet verder te laten groeien
in het kader van preventie van de Afrikaanse varkenspest.
Vraag 8
Zit er wat u betreft een bovengrens aan het aantal jagers dat simultaan kan deelnemen
aan één bewegingsjacht en zo ja, wat is die bovengrens?
Antwoord 8
Er was niet sprake van één bewegingsjacht, maar van meerdere bewegingsjachten in meerdere
jachtvelden tegelijkertijd. Deze zijn uitgevoerd conform de Regeling preventieve maatregelen
Afrikaanse varkenspest.
Vraag 9 en 10
Deelt u de mening dat het instrument bewegingsjacht met de grootste zorgvuldigheid
moet worden ingezet en alleen als nut en noodzaak onomstotelijk vaststaat vanwege
het zijn van een verregaande vorm van faunabeheer die niet voor niets is uitgesloten
op grond van de Wet Natuurbescherming en die maatschappelijk gevoelig ligt?
Bent u van mening dat dit voorwaarden zijn, zie vraag 9, waar in het hierboven beschreven
geval aan is voldaan? Zo ja, waarom wel?
Antwoord 9 en 10
De bewegingsjacht zoals bedoeld in de Regeling preventieve maatregelen Afrikaanse
varkenspest heeft tot doel de populatie wilde zwijnen te verkleinen, teneinde het
risico op een besmetting met het AVP-virus te minimaliseren. Uiteraard dient daarbij
de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht te worden genomen, teneinde verstoring
aan andere ecologische waarden zo veel mogelijk te voorkomen. Uit informatie verkregen
van provincie en faunabeheereenheid concludeer ik dat hieraan in het beschreven geval
is voldaan.
Vraag 11
Hebben er, naast de twee bewegingsjachten op wilde zwijnen in Brabant en Twente, meer
bewegingsjachten plaatsgevonden en/of zijn er in de komende maanden meer voorzien
en wat waren hiervan de resultaten?
Antwoord 11
In Noord-Brabant hebben op twee dagen twee bewegingsjachten plaatsgehad. Daarbij zijn
in totaal tien wilde zwijnen afgeschoten. Mij zijn geen andere bewegingsjachten bekend
dan de twee genoemde bewegingsjachten in Noord-Brabant en de in voorgaande antwoorden
bedoelde bewegingsjachten in Zuid-Oost Twente.
Vraag 12
Bent u bereid de Kamer spoedig te informeren over de bewegingsjachten die hebben plaatsgevonden
en/of in de komende maanden zijn voorzien?
Antwoord 12
Ik ben bereid de Kamer te informeren over de bewegingsjachten die hebben plaatsgevonden.
Vraag 13
Bent u bereid om op redelijke termijn de effectiviteit en proportionaliteit van de
ministeriële regeling te evalueren en de Kamer te informeren over de uitkomsten hiervan?
Antwoord 13
Ik ben voornemens de Regeling preventieve maatregelen Afrikaanse varkenspest twee
jaar na inwerkingtreding te evalueren op effectiviteit en proportionaliteit. Uw Kamer
zal ik van de uitkomst van deze evaluatie op de hoogte stellen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.