Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag schriftelijk overleg over het ontwerp-Besluit tot wijziging van het RVV 1990 en de bijlage, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften i.v.m. uitbreiding verbod vasthouden mobiele telefoon in het verkeer (Kamerstuk 29398-670)
2019D08780 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat over het Besluit tot wijziging van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens
1990 en de bijlage, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke
handhaving verkeersvoorschriften in verband met uitbreiding van het verbod van het
tijdens deelname aan het verkeer vasthouden van mobiele elektronische apparaten, tot
fietsers en trambestuurders (Kamerstuk 29 398, nr. 670).
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Rijkers
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het ontwerpbesluit
ter uitbreiding van het appverbod in het verkeer (hierna: ontwerpbesluit) en hebben
daarover nog de volgende vragen.
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het ontwerpbesluit. Zij hebben
daarover nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de CDA-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het ontwerpbesluit.
Zij hebben daarover nog enkele vragen.
De leden van de 50PLUS-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het ontwerpbesluit.
Deze leden verwachten dat dit besluit een belangrijke bijdrage zal leveren aan de
verkeersveiligheid. Zij hebben nog wel enkele aanvullende vragen.
Handhaving
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd met de uitbreiding van het appverbod in
het verkeer ter bevordering van de verkeersveiligheid. Wel vragen deze leden hoe de
Minister verwacht het verbod in de praktijk te gaan handhaven. Welke maatregelen worden
hiervoor genomen? Worden hier bijvoorbeeld extra agenten voor ingezet? In hoeverre
gaat dit ten koste van andere verkeershandhaving?
Ook vragen de leden van de VVD-fractie of er een preventiecampagne komt. Wordt er
meteen overgegaan tot beboeten of wordt er ook gewerkt aan het creëren van bewustzijn
bij verkeersdeelnemers dat appen in het verkeer gevaarlijk is? Wanneer kunnen de leden
van de VVD-fractie deze campagne verwachten? Hoe houdt de Minister de kosten daarvan
beperkt? Of sluit dit aan bij de MONO-campagne?
De leden van de PVV-fractie vragen hoe de uitbreiding van het appverbod wordt gehandhaafd.
Welke extra capaciteit is hiervoor ter beschikking gesteld?
De leden van de CDA-fractie vragen met nadruk hoe handhaving van het verbod geregeld
zal worden. Aangezien er ook ondersteunende applicaties zijn op mobiele telefoons,
zal bij handhaving het feitelijke gebruik van de specifieke applicatie aangetoond
moeten worden. Graag vernemen deze leden hoe de Minister de handhaving denkt te realiseren.
De leden van de CDA-fractie menen tevens dat handhaving hand in hand moet gaan met
preventie. Daarom zijn zij benieuwd naar de aard en omvang van preventiemaatregelen
rondom het appen op de fiets.
De leden van de 50PLUS-fractie vragen een uitgebreidere reflectie op de keuze om het
begrip «vasthouden» niet uit te breiden met «bedienen». In de memorie van toelichting
bij het ontwerpbesluit wordt aangegeven dat dan ook noodzakelijke verrichtingen zoals
het aanpassen van een route op de navigatie bij een onverwachte file niet meer zijn
toegestaan. Maar is het verleggen van de aandacht naar een scherm niet sowieso onwenselijk?
Zou er niet nog meer moeten worden ingezet op innovaties, zoals stembediening of een
effectieve mobiliteitsmodus? En wanneer wordt een verrichting als gewenst beschouwd,
zoals in de memorie van toelichting wordt aangegeven en wanneer niet? Is hier een
duidelijke grens te stellen?
De leden van de 50PLUS-fractie menen dat handhaving bij een dergelijke uitbreiding
van een verbod altijd nodig is. De nieuwe norm moet immers inslijten bij de verkeersdeelnemers.
De leden van de 50PLUS-fractie stellen zich op het standpunt dat niet-appen in het
verkeer net zo normaal zou moeten zijn als stoppen voor rood licht of verkeer van
rechts dat voorrang heeft. In de media is een aantal creatieve vormen van handhaving
beschreven. Kan de Minister nader ingaan op de vraag op welke manieren er gehandhaafd
wordt en zal gaan worden? Is het een idee om de boete nog verder te verhogen? Zijn
er plannen om de publiekscampagne te intensiveren? Op welke manieren kunnen mensen
intrinsiek gemotiveerd worden om zich aan het verbod te houden, gewoon omdat het voor
iedereen veiliger is?
II Reactie van de bewindspersoon
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
J. Rijkers, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.