Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Yesilgöz-Zegerius, Dik-Faber, Sienot en Agnes Mulder over het bericht dat de metingen van het KNMI in de Groninger bodem niet kloppen
Vragen van de leden Yesilgöz-Zegerius (VVD), Dik-Faber (ChristenUnie), Sienot (D66) en Agnes Mulder (CDA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht dat de metingen van het KNMI in de Groninger bodem niet kloppen (ingezonden 25 februari 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 6 maart 2019).
Vraag 1
Wat is de verklaring voor het feit dat een deel van de versnellingsmeters van het
KNMI niet goed stond afgesteld?
Antwoord 1
In augustus 2018 ontdekten seismologen een inconsistentie tussen verschillende datasets
in de nieuwe versnellingsmeters in het netwerk van de provincie Groningen. Om vast
te stellen wat de oorzaak was van de afwijking en hoe deze kon worden verholpen, is
er door het KNMI nader onderzoek verricht. In november was de oorzaak gevonden: de
fabrieksinstellingen van de versnellingsmeters van het nieuwe netwerk bleken anders
te zijn dan gebruikelijk en aangenomen werd en zoals gebruikt in het oude deel van
het netwerk. In december 2018 is deze instelling hersteld en zijn alle dataverzamelingen
op de KNMI-website aangepast.
Vraag 2
Op welk moment bent u geïnformeerd over de foutieve metingen door het KNMI?
Antwoord 2
Op maandag 4 februari jl. is in het Kennisprogramma Effecten Mijnbouw (KEM), een onafhankelijk
onderzoeksprogramma, gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
(EZK), besproken dat de uitkomsten van een model voor grondversnellingen niet pasten
bij recent gedownloade data van het KNMI. Op 7 februari meldde een onderzoeker van
het KEM in een memo dat dit het gevolg kon zijn van problemen met de data van grondversnellingen
en dat er hierover contact moet worden opgenomen met het KNMI. Diezelfde dag hebben
ambtenaren van EZK dit bericht aan Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) doorgeleid.
Vrijdag 8 februari heeft EZK verzocht om een nader overleg met het KNMI voor duiding
van de afwijkingen in de metingen. Dit gesprek heeft op 13 februari plaatsgevonden.
SodM was ook bij dit gesprek aanwezig. Daar werd geconcludeerd dat afwijkingen mogelijk
een effect zouden kunnen hebben op het model dat gehanteerd wordt voor de vaststelling
van seismische dreiging in Groningen. Het KNMI gaf hierbij aan dat naar hun inschatting
het effect op de hazard maps klein zou zijn. Besloten is om dat nader uit te zoeken.
De Minister van EZK is op vrijdag 15 februari ’s avonds laat kort geïnformeerd en
maandagochtend 18 februari uitgebreider. Er is met alle betrokkenen op 20 februari
een spoedoverleg geweest om de mogelijke implicaties te inventariseren en het vervolgtraject
te bespreken. Op donderdag 21 februari heeft het KNMI de Minister van EZK en de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) formeel per brief geïnformeerd. Diezelfde
dag hebben de Minister van EZK en de Staatssecretaris van IenW uw Kamer geïnformeerd.
Vraag 3
Wanneer zijn de instellingen bijgesteld? Wie is daarover geïnformeerd?
Antwoord 3
De inconsistenties tussen de verschillende versnellingsmeters zijn in augustus 2018
geconstateerd. Dat het om een afwijkende fabrieksinstelling ging, is in november 2018
vastgesteld. In december 2018 zijn de meetgegevens aangepast. Het KNMI heeft mij aangegeven
dat door een menselijke fout hierover niet aan het ministerie is gecommuniceerd en
heeft mij daar excuses voor aangeboden. In februari zijn alle direct betrokkenen hierover
alsnog geïnformeerd volgens de hierboven geschetste tijdlijn.
Vraag 4
Hoeveel en welke data zijn onbruikbaar door het niet correct werken van versnellingsmeters
van het KNMI en van welke periode is deze data?
Antwoord 4
Het KNMI heeft mij aangegeven dat alle meetgegevens bruikbaar zijn. De reeds opgenomen
meetgegevens zijn in december 2018 aangepast en op de site van het KNMI voor iedereen
beschikbaar gesteld. Alle data zijn dus bruikbaar, zowel verkregen uit de seismische
metingen als uit de versnellingsmetingen.
Vraag 5
Kunt u aangeven wat het effect is van onjuiste meetgegevens van het KNMI op de analyses
van de seismiciteit ten behoeve van de versterkingsopgave in Groningen?
Antwoord 5
De Minister van EZK en de Staatssecretaris van IenW hebben een ambtelijke werkgroep
ingesteld die tot doel heeft om met alle betrokken partijen – KNMI, IenW, EZK, SodM
en NCG – de impact van de afwijkingen in kaart te brengen. KNMI concludeert dat er
geen twijfel is over het feit dat er geen effect is op het ondergrondmodel en de daarvan
afgeleide hazard maps. De verklaring daarvoor is dat de meetgegevens van de versnellingsmeters
niet gebruikt zijn voor deze berekeningen omdat er nog te veel onzekerheid bestond
over bepaalde aspecten van het model. KNMI geeft aan dat de conclusies van de bestaande
hazard maps niet ter discussie staan. In het nieuwe ondergrondmodel (opleveringsdatum
medio 2019) worden wel meetgegevens van de versnellingsmeters gebruikt, waarbij de
reeds gecorrigeerde versnellingsdata worden gebruikt. Dit is 1 maart jl. door het
KNMI toegelicht aan de ambtelijke werkgroep toegelicht. Ik heb SodM gevraagd om dit
te bevestigen.
De Minister van EZK en de Staatssecretaris van IenW zullen de Kamer over de laatste
stand van zaken informeren voor het AO Mijnbouw van 21 maart.
De versterkingsaanpak gaat gewoon door. Het plan van aanpak versterken van de NCG
en de versterkingsplannen van de afzonderlijke gemeenten zijn hierin leidend.
De seismiciteit, het optreden van bevingen en magnitude, locatie en tijd, blijven
onveranderd. Deze worden bepaald met een onafhankelijk netwerk van seismometers en
behoefden niet te worden aangepast.
Vraag 6
Kunnen deze effecten hersteld worden? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, wat betekent
dit voor de analyses van de seismiciteit van afgelopen jaar?
Antwoord 6
De meetgegevens zelf zijn in december 2018 hersteld. De precieze effecten van de verschillen
in meetgegevens worden in kaart gebracht binnen het onderzoek waaraan ik in het antwoord
op vraag vijf refereerde.
Vraag 7
Kunt u aangeven wat het effect is van onjuiste meetgegevens van het KNMI op de schadebeoordeling
in Groningen?
Antwoord 7
In het verleden is bij de beoordeling van schades gebruik gemaakt van contouren die
werden vastgesteld aan de hand van grondversnellingskaarten. Door de afwijkingen in
de metingen zouden de grondversnellingskaarten kunnen wijzigen. Of dit het geval is,
brengen de Staatssecretaris van IenW en ik op dit moment in kaart in het onderzoek
waaraan ik refereer in het antwoord op vraag vijf.
De Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen (TCMG), die de schademeldingen sinds
31 maart 2017 in behandeling heeft, heeft tot op heden geen besluiten gebaseerd op
grondversnellingskaarten. Reeds genomen beslissingen van de TCMG worden daarmee niet
geraakt door de geconstateerde afwijkingen.
Vraag 8
Deelt u de mening dat voorkomen moet worden dat deze foutieve meetgegevens leiden
tot vertraging in het oppakken van het proces van schadeherstel en versterking?
Antwoord 8
Ja, dat ben ik met u eens. Er is geen sprake van vertraging. De werkwijze ten aanzien
van versterking en schadeafhandeling heb ik geschetst in de antwoorden op vragen vijf
en zeven.
Vraag 9
Deelt u de mening dat woningen die nu in de versterkingsoperatie zitten hierin moeten
blijven? Vindt u ook dat woningen die op basis van de nieuwe gegevens mogelijk ook
onveilig zijn aan de plannen moeten worden toegevoegd?
Antwoord 9
Ja, dat ben ik met u eens. De versterkingsaanpak gaat onverminderd door. Gedane beloftes
worden nagekomen: als een opname van een woning is toegezegd aan de bewoner, wordt
deze uitgevoerd, en als uit de daaropvolgende beoordeling blijkt dat versterking aan
de orde is, wordt deze uitgevoerd.
Vraag 10
Wanneer is het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) geïnformeerd over de foutieve meetgegevens?
Antwoord 10
Op donderdag 7 februari jl. is SodM via e-mail door ambtenaren van EZK op de hoogte
gebracht dat de onderzoekers binnen het Kennisprogramma Effecten Mijnbouw (KEM) afwijkingen
hebben geconstateerd in de KNMI-grondversnellingsdata. Op woensdag 13 februari heeft
er overleg plaatsgevonden met het KNMI om de geconstateerde afwijkingen nader te duiden.
SodM was hier ook bij aanwezig.
Vraag 11
Wanneer is de audit van het SODM, die als toezichthouder gestart is met het opzetten
van een onafhankelijke toets op de kwaliteit van de meetdata gereed? Wat betekent
dit voor de tussentijd?
Antwoord 11
SodM laat een onafhankelijke audit uitvoeren op de kwaliteit van de gemeten grondversnellingen
van het KNMI. De audit wordt gestart met een kort onderzoek om alle relevante feiten
scherp te hebben. De volledige audit duurt naar verwachting 6 tot 12 maanden. In de
tussentijd zal gerekend worden met de door het KNMI gecorrigeerde data.
Vraag 12
Deelt u de mening dat een dergelijke fout van het KNMI niet goed is voor het vertrouwen
van Groningers? Bent u bereid aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
te vragen in gesprek te gaan met het KNMI om herhaling te voorkomen?
Antwoord 12
Zoals de Staatssecretaris van IenW en ik in de brief aan uw Kamer al aangaven, mag
er geen enkele twijfel bestaan over de correctheid van de meetgegevens, ook niet als
het gaat om zeer kleine afwijkingen. Wij begrijpen dat onduidelijkheid over meetgegevens
kan leiden tot een groter gevoel van onzekerheid voor bewoners van het Groningse aardbevingsgebied.
Mogelijke twijfel en onzekerheid willen wij zoveel mogelijk wegnemen. Inwoners en
belanghebbenden moeten van de juiste gegevens kunnen uitgaan. Daarom is het van belang
dat zo spoedig mogelijk wordt bepaald wat de invloed is van de afwijkingen in de metingen
op schadeafhandeling en versterken. Daarnaast is SodM een audit gestart naar het meetnetwerk
en de kwaliteit van de meetdata. De kwaliteit van het meetnetwerk staat niet ter discussie,
er is geen sprake van achterstallig onderhoud.
Gezien de impact van de ontstane situatie zal de Staatssecretaris van IenW in haar
rol als eigenaar van het agentschap dan ook met het KNMI de gang van zaken evalueren
en nagaan welke vervolgstappen kunnen worden gezet om te borgen dat dit in de toekomst
wordt voorkomen.
Zoals wij in de brief aan uw Kamer hebben aangegeven, heeft het KNMI aangegeven zijn
interne werkproces te evalueren om herhaling te voorkomen.
Wij wachten de uitkomst van deze evaluatie af.
Vraag 13
Wilt u deze vragen beantwoorden voor 11 maart 2019?
Antwoord 13
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.