Schriftelijke vragen : Het bericht dat de minister gerommel met zorggeld in de doofpot stopt
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat de Minister gerommel met zorggeld in de doofpot stopt (ingezonden 25 februari 2019).
Vraag 1
Herinnert u zich dat u in de beantwoording van eerdere schriftelijke vragen over een
artikel dat 369.344 euro voor een rapport van honderd pagina’s in een la ligt, aangaf
dat geld afkomstig uit collectieve middelen zorgvuldig moeten worden besteed, maar
dat u niet wilt oordelen over het bedrag dat een instelling heeft uitgegeven aan onderzoek?
Waarom wilt u geen moreel oordeel geven over het feit dat tonnen aan zorggeld werd
uitgegeven aan een rapport, waarvan de meerwaarde niet blijkt?1
2
Vraag 2
Vindt u niet dat juist voor het vergroten van het vertrouwen van zorgverleners en
cliënten in hun bestuurders, dat een Minister zich in stevige termen zal moeten uitspreken
over dergelijke zaken? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 3
Denkt u ook niet dat geldsmijterij, zoals we dat in deze casus hebben gezien, uitspraken
over de hoogte van de zorgkosten minder geloofwaardig maken? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 4
Hoe kan het dat op verschillende plekken in de zorg, met name bij de grotere instellingen,
nog steeds een cultuur heerst van «pakken wat je pakken kan»? Hoe verhoudt dit zich
tot goed bestuur in uw ogen? Kunt u uw antwoorden toelichten?
Vraag 5
Vindt u het wenselijk dat er stichtingen worden opgetuigd om de Wet normering topinkomens
(WNT) te ontduiken? Bent u bereid om de wet op dit punt aan te passen? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Vraag 6
Bent u bereid om naar andere bestuurders en commissarissen in de zorg duidelijk te
maken dat dergelijke constructies fout zijn en niet dienen voor te komen? Welke stappen
gaat u zetten om deze foute bestuurscultuur aan te pakken? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 7
Vindt u dat met de zinsnede «Overigens gaat het volgens Espria en de stichting om
een lager bedrag dan in het artikel wordt genoemd» in antwoord op vraag 3, voldaan
wordt aan het zorgvuldig informeren van de Kamer? Ligt het niet voor de hand om dan
aan te geven hoe hoog het bedrag wél is en hoe het verschil verklaard kan worden?3
Vraag 8
Is het gebruikelijk dat in de beantwoording van Kamervragen, het ministerie de uitleg
van een organisatie die onder vuur ligt (in dit geval Espria) één op één wordt doorgegeven?
Waarom wilt u zelf niet weten hoe het echt is gegaan en waarom doet u geen onderzoek
naar de daadwerkelijke gang van zaken? Kunt u uw antwoord toelichten?4
Vraag 9
Vindt u net als PvdA-prominent Noten dat de raad van commissarissen van Espria alles
bij elkaar goed heeft gehandeld? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 10
Herinnert u zich dat uw antwoord aangaf dat zowel Espria en de stichting hebben aangegeven
dat het onderzoeksrapport een rol speelt bij strategische discussies? Kunt u aangeven
welke strategische discussies dit betreft en wat concreet dit onderzoeksrapport heeft
opgeleverd aan de zorgsector?5
Indieners
-
Gericht aan
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Indiener
H.P.M. Hijink, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.