Schriftelijke vragen : Toezicht en handhaving binnen het domein dierenwelzijn van de NVWA
Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over toezicht en handhaving binnen het domein dierenwelzijn van de NVWA (ingezonden 25 februari 2019).
Vraag 1
Hoeveel toezichthouders zijn er werkzaam binnen de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
(NVWA)?
Vraag 2
Hoeveel NVWA-toezichthouders houden zich bezig met reguliere controles binnen het
totale domein dierenwelzijn en hoeveel van deze medewerkers hebben een studie diergeneeskunde
afgerond?
Vraag 3
Hoeveel NVWA-toezichthouders houden zich bezig met reguliere controles op primaire
bedrijven in de veehouderij?
Vraag 4
Hoeveel van deze medewerkers die toezicht houden op primaire bedrijven komen daadwerkelijk
in stallen?
Vraag 5
Hoeveel van deze medewerkers die in de stallen komen, hebben een studie diergeneeskunde
afgerond, hoeveel tijd is er voor hen beschikbaar voor inspecties en is dit voldoende
volgens u?
Vraag 6
Hoeveel NVWA-toezichthouders houden zich bezig met reguliere controles op diertransporten?
Vraag 7
Hoeveel van deze medewerkers die toezicht houden op diertransporten komen daadwerkelijk
bij de veewagens?
Vraag 8
Hoeveel van deze medewerkers die toezicht houden op veewagens hebben een studie diergeneeskunde
afgerond, hoeveel tijd is er voor hen beschikbaar voor inspecties en is dit voldoende
volgens u?
Vraag 9
Hoeveel NVWA-toezichthouders houden zich bezig met reguliere controles op het doden
van dieren?
Vraag 10
Hoeveel van deze medewerkers die toezicht houden op het doden van dieren komen daadwerkelijk
in slachthuizen en/of op andere locaties waar dieren worden gedood?
Vraag 11
Hoeveel van deze medewerkers die toezicht houden in slachthuizen en/of andere locaties
waar dieren worden gedood hebben een studie diergeneeskunde afgerond, hoeveel tijd
is er voor hen beschikbaar voor inspecties en is dit voldoende volgens u?
Vraag 12
Hoeveel NVWA-toezichthouders houden zich bezig met reguliere controles op bedrijfsmatig
gehouden gezelschapsdieren?
Vraag 13
Hoeveel van deze medewerkers die toezicht houden op bedrijfsmatig gehouden gezelschapsdieren
komen daadwerkelijk op de locaties waar deze dieren worden gehouden?
Vraag 14
Hoeveel van deze medewerkers die daadwerkelijk op locatie toezicht houden op bedrijfsmatig
gehouden gezelschapsdieren hebben een studie diergeneeskunde afgerond, hoeveel tijd
is er voor hen beschikbaar voor inspecties en is dit voldoende volgens u?
Vraag 15
Hoeveel NVWA-toezichthouders houden zich bezig met reguliere controles op dieren die
worden gefokt en/of gebruikt en/of gedood voor dierproeven?
Vraag 16
Hoeveel van deze medewerkers die toezicht houden op dieren die worden gefokt en/of
gebruikt en/of gedood voor dierproeven komen daadwerkelijk op de locaties waar deze
dieren worden gehouden?
Vraag 17
Hoeveel van deze medewerkers die daadwerkelijk op locatie toezicht houden op dieren
die worden gefokt en/of gebruikt en/of gedood voor dierproeven hebben een studie diergeneeskunde
afgerond, hoeveel tijd is er voor hen beschikbaar voor inspecties en is dit voldoende
volgens u?
Vraag 18
Herinnert u zich dat de Partij voor de Dieren-fractie u vroeg of het u bekend was
dat de situatie zich weleens voordoet dat NVWA-toezichthouders geen rapporten schrijven
bij misstanden, omdat ze aangeven hier geen tijd voor te krijgen van hun teammanager?1
Vraag 19
Herinnert u zich dat de Partij voor de Dieren-fractie u vroeg of u het aannemelijk
vond dat, vanwege gebrek aan tijd en capaciteit, misstanden wel worden geconstateerd
maar niet gerapporteerd en dat u antwoordde dat u dat niet kon uitsluiten?2
Vraag 20
Deelt u de mening dat het zeer ernstig zou zijn als toezichthouders die in stallen
komen of binnen andere domeinen op locaties toezicht moeten houden op diergezondheid
of dierenwelzijn, hun inspectieformulieren niet of nauwelijks invullen?
Vraag 21
Deelt u de mening dat het zeer ernstig zou zijn als toezichthouders die in stallen
komen of binnen andere (sub)domeinen op locaties toezicht moeten houden op diergezondheid
of dierenwelzijn, geen rapporten van bevindingen opstellen terwijl dit gezien de aangetroffen
situatie wel wenselijk zou zijn?
Vraag 22
Hoe vergewist u zich ervan dat toezichthouders die in stallen komen of binnen andere
(sub)domeinen op locatie toezicht moeten houden op diergezondheid of dierenwelzijn,
hun inspectieformulieren wel invullen en hoe kan de Kamer controleren of dit wel gebeurt?
Vraag 23
Kunt u bevestigen dat het uniformiteitsteam binnen de NVWA onder andere als taak heeft
om inspecteurs te begeleiden bij het invullen van formulieren en het schrijven van
rapporten van bevindingen?
Vraag 24
Kunt u bevestigen dat het uniformiteitsteam onderzoek doet naar de wijze waarop inspecties
worden uitgevoerd en hierover rapporteert? Zo ja, ontvangt u deze rapporten en bent
u bereid de rapporten naar de Kamer te sturen?
Vraag 25
Hebben de reguliere toezichthouders en de inspecteurs uit de dierenwelzijnsteams dezelfde
bevoegdheden op het gebied van opsporing en handhaving? Zo nee, kunt u toelichten
wat het verschil is?
Vraag 26
Hoeveel NVWA-medewerkers tellen de dierenwelzijnsteams, hoeveel van hen hebben een
studie diergeneeskunde afgerond, hoeveel tijd is er voor hen beschikbaar voor inspecties
in de veehouderij en is dit volgens u voldoende om jaarrond meldingen van dierverwaarlozing
in de veehouderij op te pakken?
Vraag 27
Als de reguliere toezichthouders bij twijfel over de situatie, bijvoorbeeld in een
stal, de hulp kunnen inroepen van een dierenarts uit de dierenwelzijnsteams, zoals
u schreef in antwoord op de feitelijke vragen over de NVWA-voortgangsrapportage, hoe
vaak is dat de afgelopen vijf jaar dan gebeurd en wat was hiervoor de reden?3
Vraag 28
Is er bij de dierenwelzijnsteams jaarrond capaciteit beschikbaar voor dergelijke hulpvragen?
Zo nee, op welk moment is het aantal beschikbare uren van de dierenwelzijnsteams reeds
opgemaakt voor de rest van het jaar?
Vraag 29
Kunt u bevestigen dat de NVWA in haar jaarplan voor 2018 schreef dat financiële krimp
«dwingt tot een aantal keuzes», waardoor «de volgende taken in 2018 niet meer worden
opgepakt: de nalevingsmeting en gericht inspecteren melkvee, nertsen, opfokleghennen,
vleeskuikenouderdieren, paarden, konijnen en kleine grazers»?4
Vraag 30
Hoeveel inspecties heeft de NVWA in 2018 uiteindelijk uitgevoerd in de sectoren melkvee,
nertsen, opfokleghennen, vleeskuikenouderdieren, paarden, konijnen en kleine grazers,
hoeveel hiervan hebben plaatsgevonden op basis van een melding, hoeveel op basis van
het reguliere toezicht, waar waren deze inspecties op gericht en wat waren hierbij
de bevindingen?
Vraag 31
Kunt u bevestigen dat de NVWA in haar jaarplan voor 2018 schreef dat de frequenties
voor toezicht op dierenwelzijn zoals ze zijn opgesteld in het verbeterplan mogelijk
omlaag zouden worden gebracht door een verminderd budget en is dit ook daadwerkelijk
gebeurd? Zo ja, hoeveel inspecties zijn er minder uitgevoerd en in welke sectoren
en welke subdomeinen?5
Vraag 32
Kunt u bevestigen dat de NVWA in haar jaarplan voor 2018 schreef dat de naleving met
name in de pluimveeslachthuizen niet op een niveau is dat deze verlaging van de inspectiedruk
rechtvaardigt?6
Vraag 33
Zijn er in 2018 minder inspecties uitgevoerd in pluimveeslachthuizen dan in eerdere
jaren?
Vraag 34
Hoeveel rapporten zijn er in de afgelopen drie jaar door NVWA-toezichthouders geschreven
over de aanvoer van niet-transportwaardige dieren naar het slachthuis?
Vraag 35
Bent u bereid de vragen één voor één en binnen de gebruikelijke termijn van drie weken,
dus uiterlijk 22 maart 2019, te beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Indiener
Esther Ouwehand, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.