Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Alkaya over het bericht dat het Duitse handelsministerie wetgeving voorbereidt die Duitse bedrijven tot gepaste zorgvuldigheid verplicht
Vagen van het lid Alkaya (SP) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht dat het Duitse handelsministerie wetgeving voorbereidt die Duitse bedrijven gepaste tot zorgvuldigheid verplicht (ingezonden 14 februari 2019).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen
28 februari 2019).
Vraag 1
Wat vindt u er van dat Duitsland een wet voorbereidt die bedrijven zal dwingen om
de risico’s in hun waardeketen in kaart te brengen? Heeft u wetgeving op het gebied
van Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO), vergelijkbaar met
de Duitse, in voorbereiding om in te voeren indien blijkt dat de convenanten niet
aan de gestelde doelen kunnen voldoen?1 Zo nee, waarom niet en wanneer is voor u het moment wel aangebroken? Zo ja, wanneer
komt deze in consultatie?
Antwoord 1
In het regeerakkoord staat dat de IMVO-convenanten worden voortgezet. Na twee jaar
wordt bezien of en zo ja, welke dwingende maatregelen genomen kunnen worden. Zoals
ik tijdens het Algemeen Overleg IMVO van 6 maart 2018 al aangaf, wil ik niet vooruitlopen
op wat het regeerakkoord stelt. In het najaar van dit jaar zal een evaluatie van het
convenantenbeleid worden gestart. Op basis van de conclusies kunnen we bezien welke
aanvullende maatregelen nodig zijn, bijvoorbeeld op bepaalde thema’s of in bepaalde
sectoren.
Ter voorbereiding op eventuele maatregelen worden de voor- en nadelen onderzocht van
diverse instrumenten die onderdeel uit kunnen maken van de «doordachte mix» van maatregelen
die de UN Guiding Principles on Business and Human Rights voorschrijven. Dit betreft zowel nationale en internationale, als bindende en niet-bindende
maatregelen. Zo heeft PWC recent op verzoek van de overheid onderzoek gedaan naar
strategieën en instrumenten die andere landen gebruiken om IMVO te bevorderen. Dit
onderzoeksrapport (Strategieën voor IMVO) zal uw Kamer eveneens toegaan. Tevens wordt gekeken naar beleidsontwikkelingen binnen
de EU die (ook) effect hebben op ketenverantwoordelijkheid door bedrijven. Informatie
over de aanpak in andere landen kan ons een idee geven over wat werkt en wat niet.
Dit moet ons helpen om, als de conclusies van de evaluatie beschikbaar zijn, snel
keuzes te kunnen maken voor aanvullende maatregelen.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het voorbereiden van wetgeving in ieder geval een effectieve
manier is om bedrijven en het maatschappelijk middenveld tot overeenstemming te laten
komen, daarbij onder andere in acht nemende wat de Minister van Financiën heeft gedaan
om de bancaire sector een convenant te laten sluiten?
Antwoord 2
Minister Dijsselbloem heeft in december 2014 aangeven dat het toenmalige kabinet bereid
was in wetgeving normen voor te stellen, als de bancaire sector geen voortgang zou
maken met de afronding van het IMVO-convenant.2 Er was echter geen wetgeving in voorbereiding om de afsluiting van dit IMVO-convenant
te bevorderen.
Het betrekken van belanghebbenden bij het ontwikkelen van beleid vind ik vanzelfsprekend.
Er is al contact tussen het Ministerie van Buitenlandse Zaken en een aantal wetenschappers,
met betrekking tot mogelijke vormen van wetgeving. Daarnaast zijn er plannen voor
brainstormsessies met bedrijven en maatschappelijke organisaties, bijvoorbeeld over
de uitdagingen op het gebied van monitoring en toezicht in productielanden en wat
dat betekent voor beleid in Nederland. Overigens zullen de Kamer, het bedrijfsleven
en het maatschappelijk middenveld, conform Motie Voordewind (Kamerstuk 26 485, nr. 298) binnenkort ook betrokken worden bij het opstellen van de Terms of Reference van de evaluatie van het huidige IMVO-convenantenbeleid. De convenantpartijen en
deelnemende bedrijven worden natuurlijk ook betrokken bij de uitvoering van de evaluatie.
Vraag 3
Welke inspanningen verricht u om bedrijven die niet deelnemen aan een convenant, maar
wel actief zijn in een sector waarin er wel een convenant tot stand is gekomen, te
verleiden om toch deel te nemen? Overweegt u het ondertussen wél om op zijn minst
convenanten met een grote dekking algemeen verbindend te verklaren voor een sector?
Antwoord 3
Samen met de andere convenantpartijen organiseert de overheid bijeenkomsten om nieuwe
bedrijven te werven. Ook benaderen de convenantpartijen individuele bedrijven met
de vraag zich aan te sluiten bij een convenant.
Voor het algemeen verbindend verklaren van convenanten bestaat op dit moment geen
wettelijke grondslag. Het algemeen verbindend verklaren van afspraken vastgelegd in
IMVO-convenanten, is één van de mogelijkheden binnen een «doordachte mix» van maatregelen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.