Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Gerven over het niet vergoeden van een uitname van siliconenprotheses op basis van siliconenincompatibiliteit door zorgverzekeraar Zilveren Kruis Achmea
Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over het niet vergoeden van een uitname van siliconenprotheses op basis van siliconenincompatibiliteit door zorgverzekeraar Zilveren Kruis Achmea. (Ingezonden 11 januari 2019).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 22 februari 2019). Zie ook
            Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1312.
         
Vraag 1
            
Wat is uw oordeel over de afwijzing van Zilveren Kruis Achmea om de uitname van siliconenprothese
               bij mevrouw R te vergoeden ondanks het gegeven dat de behandelend specialist dit geïndiceerd
               acht?1
Antwoord 1
            
Zorginstituut Nederland heeft in zijn standpunt van 31 mei 2018 uitgesproken in welke
               situaties sprake is van een medische noodzaak voor het verwijderen (explantatie) van
               een borstimplantaat en deze explantatie tot het basispakket van de Zorgverzekeringswet
               behoort. Het Zorginstituut geeft in zijn standpunt aan dat in geval van aanhoudende
               systemische klachten, sprake is van een medische noodzaak voor het verwijderen van
               het siliconen borstimplantaat. Hierbij gelden wel voorwaarden, namelijk dat is gebleken
               dat patiënten niet positief reageren op andere behandelingen gericht op het verminderen
               van de systemische klachten. Explantatie van de borstprothese moet gezien worden als
               een laatste middel («last resort»). Dit betekent dat het gaat om anderszins uitbehandelde
               patiënten die voorafgaand aan de explantatie onder behandeling zijn geweest voor hun
               systemische klachten door een medisch specialist, zoals een internist of klinisch
               immunoloog. Verder moeten de klachten aantoonbaar fysiek en/of sociaal disfunctioneren
               veroorzaken.
            
Uit de informatie die ik van Zilveren Kruis heb verkregen over de beslissing om de
               explantatie van de siliconen borstprothesen bij mevrouw R. niet uit de basisverzekering
               te vergoeden, is het volgende gebleken.
            
In juni 2017 is een eerste aanvraag voor vergoeding van de verwijdering van borstprothese
               afgewezen. Redenen voor die afwijzing waren onder meer:
            
– er was geen sprake van een lekkage van een siliconen borstprothese;
– er waren geen aanwijzingen voor een systemische auto-immuniteit;
– er waren al klachten vanaf het moment van behandeling met chemotherapie na borstkanker,
                     vanaf 2007; en
                  
– reconstructie en het plaatsen van de prothese hebben pas in 2010 plaatsgevonden.
In september 2018 is een nieuwe aanvraag bij de zorgverzekeraar ingediend. Omdat deze
               aanvraag te weinig gegevens bevatte heeft Zilveren Kruis aanvullende vragen gesteld.
               Zo is expliciet gevraagd welke andere behandelingen tot dan toe hebben plaatsgevonden
               om de klachten weg te nemen. Aangezien -ondanks de expliciete vraag van haar zorgverzekeraar
               daarnaar- door of namens verzekerde geen informatie is verstrekt over voorliggende
               behandelingen die geen effect hebben gehad, is er geen sprake van explantatie van
               borstprothese als laatste behandelmogelijkheid of als laatste middel. Hiermee is niet
               voldaan aan de voorwaarden voor medische noodzaak in het hiervoor genoemde standpunt
               van het Zorginstituut over het verwijderen van siliconen borstimplantaten bij aanhoudende
               systemische klachten.
            
Indien mevrouw R. het niet eens is met de beslissing van haar zorgverzekeraar, zou
               zij zich kunnen wenden tot de Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen (SKGZ).
               De SKGZ is de aangewezen instantie die bemiddelt dan wel een uitspraak doet bij klachten
               en geschillen tussen verzekerden en zorgverzekeraars over de vergoeding van zorg.
            
Vraag 2
            
Dient de verwijdering toch niet voor vergoeding in aanmerking te komen gezien het
               standpunt van het Zorginstituut Nederland dat patiënten met systemische klachten door
               de siliconenprothese recht hebben op een dergelijke vergoeding?2 Zo ja, wilt u dan uw conclusie delen met alle zorgverzekeraars, zodat alle vrouwen
               die in eenzelfde positie verkeren als mevrouw R eenzelfde recht daaraan kunnen ontlenen?
            
Antwoord 2
            
Neen. Zoals uit het antwoord op vraag 1 blijkt is in de situatie van mevrouw R. niet
               voldaan aan de voorwaarden voor een medisch noodzaak die het Zorginstituut in zijn
               standpunt heeft opgenomen. Daarom is vergoeding uit de basisverzekering niet mogelijk.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.