Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Belhaj en Sneller over het bericht ‘Oranjes verkochten in stilte kunst aan Rijk’
Vragen van de leden Belhaj en Sneller (beiden D66) aan de Minister-President en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Oranjes verkochten in stilte kunst aan Rijk» (ingezonden 1 februari 2019).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) mede namens
de Minister-President Rutte (Algemene Zaken) (ontvangen 21 februari 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Oranjes verkochten in stilte kunst aan Rijk»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3, 4, 5
Klopt het dat het Rijk in de jaren ’80 cultuurgoederen kocht van de koninklijke familie
om te voorkomen dat deze kunst aan derden werd verkocht?
Heeft het Rijk na de jaren ’80 nog vaker cultuurgoederen van de koninklijke familie
gekocht? Zo ja, om wat voor soort cultuurgoederen gaat het? Kunt u een lijst publiceren
van (zeldzame) topstukken die het Rijk sinds de jaren ’80 van de koninklijke familie
heeft gekocht in het kader van het behouden van Nederlands cultureel erfgoed? Zo nee,
waarom niet? Ziet u nog andere haalbare mogelijkheden om meer openbaarheid en transparantie
te realiseren als het gaat om het kunstbezit van de koninklijke familie? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, zou u de Kamer willen informeren op welke wijze dit mogelijk is?
Op basis waarvan is bepaald welke cultuurgoederen van de koninklijke familie gekocht
werden en welke niet? Waarom is voor deze criteria gekozen?
Hoe kan het dat er misverstanden bestaan over welke cultuurgoederen wel en geen eigendom
van het Rijk zijn? Hoe denkt u dit in de toekomst te kunnen voorkomen?
Antwoord 2, 3, 4, 5
Sinds de jaren ’80 heeft het rijk alleen paleisgebonden inventarissen die in de paleizen
aanwezig moeten zijn (voor de uitoefening van de Koninklijke functie), aangekocht
en vervolgens in beheer gegeven aan de Dienst van het Koninklijk Huis. Daarnaast is
in 1989 door het Rijk een deel van de collectie ten behoeve van de inrichting van
museum Paleis Het Loo aangekocht.
Wat betreft openbaarheid en transparantie bij kunstbezit in privé eigendom merk ik
op dat het aan de particuliere eigenaar is om te bepalen of, en op welke wijze, inzicht
wordt gegeven.
Er is geen aanleiding voor misverstanden over welke cultuurgoederen wel of geen eigendom
zijn. In het kader van de Erfgoedwet wordt ingezet op correcte registratie en digitalisering
van de collectie.
Vraag 6
Hoe kan in de toekomst worden voorkomen dat belangrijke werken in bezit van de koninklijke
familie direct naar een veiling gaan in plaats van eerst aan te worden geboden aan
Nederlandse musea?
Antwoord 6
Indien het privé eigendom betreft en niet wordt beschermd via de Erfgoedwet is het
aan de particuliere eigenaar om te bepalen of, en op welke wijze, werken worden verkocht.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het goed zou zijn als de cultuurgoederen die door het Rijk van
de koninklijk familie zijn overgekocht, openbaar zijn voor het publiek, aangezien
het ook met publiek geld is aangeschaft? Zo ja, hoe gaat u dit realiseren? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 7
In aanvulling op de antwoorden op de vragen 2, 3, 4 en 5 wijs ik op de (tijdelijke
en gedeeltelijke) openstelling van sommige paleizen met het oog op de publieke toegankelijkheid.
Voorts vervullen paleizen een publieke rol bij bijv. ontvangsten, bij welke gelegenheden
ook de cultuurgoederen zichtbaar zijn voor de genodigden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede namens
M. (Mark) Rutte, minister van Algemene Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.