Amendement : Amendement van het lid Kwint over het aanpassen van de afbouwgrens
35 010 Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met het verhogen van de inkomensgrens van het kindgebonden budget voor paren
Nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID KWINT
Ontvangen 21 februari 2019
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor onderdeel 1 worden drie onderdelen ingevoegd, luidende:
a1. In het tweede lid, onderdelen c en d, wordt «€ 2.447,00» vervangen door «€ 2.547,00».
a2. In het vierde lid wordt «€ 239,00» vervangen door «€ 304,00».
a3. In het vijfde lid wordt «€ 427,00» vervangen door «€ 497,00».
2. In onderdeel 2 wordt «€ 16.750,–» telkens vervangen door «€ 15.000,00».
Toelichting
Uit het NIBUD onderzoek «Minimale uitgaven bij een laag inkomen» komt vooral naar
voren dat wanneer een gezin uit meer kinderen dan wel oudere kinderen bestaat het
moeilijker is om de eindjes aan elkaar te knopen. Met dit amendement wordt juist voor
deze groep mensen een oplossing geboden.
Dit amendement regelt namelijk dat het kindgebonden budget wordt verhoogd, indien
een ouder een aanspraak heeft voor drie kinderen of meer en indien een kind 12 jaar
of ouder is. Voor drie kinderen of meer kinderen wordt de aanspraak met € 100 verhoogd,
voor kinderen van 12 tot en met 15 jaar wordt de aanspraak met € 65 verhoogd en voor
kinderen van 16 en 17 jaar bedraagt de aanspraak € 70 meer. Het amendement regelt
verder dat het startpunt waarop de inkomensafhankelijke afbouw van het kindgebonden
budget voor paren wordt verhoogd met € 15.000,– in plaats van met het in het wetsvoorstel
voorgestelde bedrag van € 16.750,–.
Kwint
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.P. Kwint, Tweede Kamerlid