Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hijink over het bericht ‘Herstel van gebroken been is te meten, maar geldt dat ook voor een depressie?’
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Herstel van gebroken been is te meten, maar geldt dat ook voor een depressie?» (ingezonden 9 januari 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
21 februari 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1276.
Vraag 1
Wat is uw reactie op de uitzending van Nieuwsuur over «Herstel van gebroken been is
te meten, maar geldt dat ook voor een depressie»?1
Antwoord 1
Het is goed dat er aandacht wordt besteed aan inzicht in kwaliteit binnen de ggz in
Nederland, waarbij verschillende aspecten belicht worden.
Vraag 2, 3
Wat vindt u ervan dat de Autoriteit Persoonsgegevens, inzake het op 24 maart 2017
ingediende handhavingsverzoek door een ex-patiënt uit de geestelijke gezondheidszorg
(GGZ) ten aanzien van de databank Stichting Benchmark GGZ, de redelijke bestuurstermijn
met 93 weken heeft overschreden en er nog steeds geen uitspraak is gedaan?2
Hoe weegt u in dezen het overschrijden van de redelijke bestuurstermijn? Heeft u de
mogelijkheid en bent u bereid de Autoriteit Persoonsgegevens een aanwijzing te geven
om spoedig een besluit te nemen?
Antwoord 2, 3
Het is aan de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) om een gewogen oordeel te geven. Daarbij
is een zorgvuldig proces van belang. Ik heb geen inzicht in de termijn waarop het
oordeel van AP beschikbaar zal zijn. Het is niet aan mij om een oordeel te geven over
de duur van het onderzoek of een aanwijzing aan de AP te geven. Dat neemt niet weg
dat duidelijkheid zeer welkom is.
Vraag 4, 5
Bent u ervan op de hoogte dat Menzis Zorgverzekeraar in 2019 met koepelorganisatie
Volante start met een prestatiebekostigingsproject op basis van Routine Outcome Monitoring
(ROM)-gegevens? Respecteren Menzis en de Volante-koepel volgens u in dit project het
recht op expliciete toestemming van patiënten ten aanzien van het delen van medische
gegevens? Zo nee, hoe beoordeelt u het feit dat Menzis, voordat de Autoriteit Persoonsgegevens
een uitspraak heeft gedaan, doorgaat met haar project en daarmee uw advies negeert?
Kunt u aangeven welke onafhankelijke instantie, waarnaar Menzis in de uitzending verwijst,
zal toezien of door het prestatiebekostigingsproject de Algemene verordening gegevensbescherming
(AVG) niet wordt overtreden? Kunt u toelichten hoe deze instantie de patiëntenrechten
op het gebied van de persoonlijke levenssfeer en informed consent/expliciete toestemming
gaat handhaven?
Antwoord 4, 5
Ik ben op de hoogte van het project van Menzis waar u naar verwijst. Zie ook mijn
antwoorden op eerdere schriftelijke vragen van het lid van Ellemeet (GL).3 Menzis start dit traject niet alleen met koepelorganisatie Volante, maar met meerdere
individuele zorgaanbieders die op vrijwillige basis deelnemen. Hieronder bevinden
zich (mogelijk) deelnemers die zijn aangesloten bij Volante. Het gaat om een inkooptraject
waarbij aanbieders onderling gezamenlijk met behulp van kwaliteits- en kosteninformatie
verschillen herkennen, duiden en aangrijpen om van elkaar te leren met als doel inspiratie
op te doen om de zorg voor patiënten te verbeteren. Het voornemen is om vanaf volgend
jaar ook financiële afspraken te koppelen aan deze kwaliteitsontwikkeling. Dit in
overleg met deelnemende aanbieders. Het is een project op basis van een divers palet
aan kwaliteits- en kostenindicatoren, waaronder ROM. Menzis heeft mij verzekerd binnen
het traject met de uitdrukkelijke toestemming van patiënten te werken. Dit jaar is
gestart met de nulmeting, waarbij in het inkoopbeleid is geborgd, dat aan elke cliënt
uitdrukkelijke toestemming wordt gevraagd om de te registreren data te delen met de
onafhankelijke derde partij (trusted third party, TTP). Bij de rol van TTP in dit traject komen zaken kijken als dataverzameling, data-analyse
en het leiden van spiegelbijeenkomsten. De AP houdt toezicht op de naleving van de
AVG.
Vraag 6
Hoe garandeert u dat in de GGZ, en breder in de gezondheidszorg, het recht op privacy
en het recht op informed consent van patiënten gerespecteerd worden? Kunt u de Inspectie
Gezondheidszorg en Jeugd gericht bij de Volante-koepel laten handhaven op deze patiëntenrechten?
Antwoord 6
Ik en ook mijn voorganger hebben telkens geadviseerd om in de periode tot de uitspraak
van de AP voor de zekerheid met uitdrukkelijke toestemming van de patiënt te werken.
De AP is de aangewezen onafhankelijke partij om toezicht te houden op privacy en naleving
van de AVG.
Vraag 7, 8, 9, 10
Zijn de beoogde kwaliteitsmetingen door de Alliantie Kwaliteit in de GGZ (AKWA)4 volgens u bruikbaar voor zorginkoop in de GGZ? Zo nee, met welke andere methodieken
bent u reeds bekend?
Vindt u het zorgwekkend dat er geen wetenschappelijke consensus is of de huidige manier
van meten, ondanks hoge kosten, überhaupt inzicht geeft in zaken als kwaliteit, doelmatigheid
en tevredenheid?
Waarom heeft u, gezien het totale gebrek aan wetenschappelijke consensus, geen onafhankelijk
onderzoek gevraagd naar hoe je dingen als kwaliteit en doelmatigheid in de GGZ zou
kunnen meten? Bent u hier alsnog toe bereid?
Bent u bekend met een wetenschappelijke methode waarmee doelmatigheid en kwaliteit
van de GGZ op basis van bestaande data en zonder privacy-overtredingen geëvalueerd
kunnen worden, met name voor wat betreft het terugdringen van ongewenste en irrationele
praktijkvariatie in het toekennen van budget aan regio's op basis van GGZ-zorgbehoefte-indicatoren?
Antwoord 7, 8, 9, 10
Het is aan de ggz-sector zelf om de beste methode te kiezen om kwaliteit beter inzichtelijk
te maken, binnen de geldende wet- en regelgeving. Ik vertrouw er ook op dat de ggz-partijen
de beste keuze maken voor het instrument dat zij gebruiken ten behoeve van kwaliteitsmetingen.
De partijen hebben gezamenlijk gekozen voor de methodieken die nu door Akwa verder
ontwikkeld worden. Binnen Akwa zijn de verschillende expertises beschikbaar om aan
hoge kwaliteit van data te werken.
Wanneer een keuze gemaakt is, vind ik continuïteit wel belangrijk, zodat de professional
snapt waarover het gaat en de methode optimaal (door)ontwikkeld en gebruikt kan worden.
Ik steun daarom de lijn die partijen hebben gekozen met Akwa.
Net als in andere sectoren in de zorg juich ik het ook in de ggz toe als zorgverzekeraars
en zorgaanbieders in dialoog met elkaar initiateven starten om de kwaliteit en uitkomsten
van zorg meer centraal te stellen bij de zorginkoop. De methodieken van AKWA kunnen
dan gebruikt worden. Om de beweging naar uitkomstgerichte zorg te stimuleren zet het
Ministerie van VWS in op de vier programmalijnen die de brief van 2 juli aan uw kamer
zijn toegelicht.5 Eén van de programmalijnen is «meer uitkomstgericht organiseren en betalen».
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.