Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid De Lange over het nieuwsbericht ‘Herstel van gebroken been is te meten, maar geldt dat ook voor een depressie?’
Vragen van het lid De Lange (VVD) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het nieuwsbericht «Herstel van gebroken been is te meten, maar geldt dat ook voor een depressie?» (ingezonden 4 januari 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
21 februari 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1277.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Herstel van gebroken been is te meten, maar
geldt dat ook voor een depressie?»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van de uitspraken die worden gedaan in dit artikel? Bent u het eens met
de stelling dat resultaten in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) moeilijk meetbaar
zouden zijn en kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
Ik vind het belangrijk dat de ggz-sector werkt aan het inzichtelijk maken van kwaliteit.
De expertise hierover ligt in het veld. Ik heb er vertrouwen in dat er voldoende kennis
is opgebouwd om een beeld te geven van de kwaliteit van geleverde ggz-zorg. Met die
kennis en expertise werkt de sector zelf ook aan meer inzicht in kwaliteit door bijvoorbeeld
de Alliantie kwaliteit in de geestelijke gezondheidszorg (Akwa).
Vraag 3
Wat vindt u van het feit dat het aantal klinieken dat nog kwaliteitsinformatie aanlevert
is teruggelopen van 230 naar 75? Deelt u de mening dat het hier gaat om een ongewenste
ontwikkeling?
Antwoord 3
Door alle ontwikkelingen rondom ROM is het aantal ggz-aanbieders dat ROM-data levert
sterk teruggelopen. Dat is op zich begrijpelijk. Niettemin is het wenselijk dat er
een breed gedragen instrument komt ten behoeve van kwaliteitsinformatie. Er wordt
gewerkt aan een verbeterde systematiek. Daarbij is het belangrijk om oog te houden
voor draagvlak en validiteit. Dat kost tijd. Akwa heeft mij geïnformeerd dat komend
najaar een gedragen indicatorenset klaar is. Tevens verwacht Akwa in het najaar gereed
te zijn om uitwisseling van kwaliteitsinformatie op basis van deze indicatoren te
kunnen ondersteunen, voor die informatie waarvoor de individuele patiënt toestemming
heeft gegeven.
Vraag 4
Wat zijn hiervan de gevolgen voor de onderlinge vergelijking van de behandelresultaten
tussen de ggz-instellingen in Nederland? Hoe verhoudt zich dit tot de ambitie om meer
zicht te krijgen op de kwaliteit en doelmatigheid van de ggz?
Antwoord 4
Hoe meer ggz-aanbieders data aanbieden, hoe groter de validiteit van de data en de
analyses daarop. Daarom zou ik graag zien dat waar en wanneer het kan aanbieders data
aanleveren om zo nog beter aan kwaliteit te kunnen werken. Daarbij is toestemming
van de patiënt wenselijk zolang er nog geen uitspraak van de Autoriteit Persoonsgegevens
is op de vraag of het gaat om persoonsgegevens.
Vraag 5
In welke mate gaat de Alliantie Kwaliteit in de GGZ (AKWA) die per 1 januari 2019
operationeel is ervoor zorgen dat de ggz-instellingen de kwaliteitsinformatie wel
weer gaan aanleveren? Kunt u een beeld schetsen wanneer alle aanbieders deze wettelijk
verplichte informatie gaan aanleveren?
Antwoord 5
Het aanleveren van deze gegevens is niet wettelijk verplicht. Akwa is samen met partijen
in de ggz bezig om de gewenste kwaliteitsindicatoren en meetinstrumenten te benoemen,
gekoppeld aan de verschillende zorgstandaarden. Tevens is zij bezig de drempels tot
het werken met zorgstandaarden en kwaliteitsinformatie zo laag mogelijk te maken.
Het uitgangspunt is dat Akwa samen optrekt met samenwerkingsverbanden in het ggz-veld
om deze standaarden, indicatoren en meetinstrumenten toe te snijden op de praktijk
en op shared decision making tussen patiënt en zorgprofessional. Een belangrijke rol
wordt bijvoorbeeld verwacht van zorgprofessionals die persoonlijk betrokken zijn geweest
bij de ontwikkeling van zorgstandaarden in het delen van hun ervaringen met collega’s.
Daarnaast hebben partijen in de ggz in het hoofdlijnenakkoord voor de ggz met elkaar
afspraken gemaakt over hoe zij wensen te werken aan continue kwaliteitsverbetering
en transparantie van kwaliteit.
Vraag 6
In hoeverre gaat AKWA een bijdrage leveren aan het publiekelijk beschikbaar stellen
van de behandelresultaten en daarmee mensen helpen die op zoek zijn naar de goede
zorg op de juiste plek?
Antwoord 6
Bij de oprichting heeft Akwa vanuit de ggz-partijen de opdracht meegekregen voor de
ontwikkeling van kwaliteitsindicatoren en meetinstrumenten. In eerste instantie zijn
die bedoeld ter verdere verbetering van de individuele behandeling en als informatie
om van te leren ten behoeve van bredere kwaliteitsverbetering. Vervolgens zal bekeken
worden in welke mate de informatie van deze indicatoren en meetinstrument ook bruikbaar
en inzetbaar te maken is voor transparantie van kwaliteit, bijvoorbeeld ter ondersteuning
van de keuzes voor een patiënt.
Vraag 7
Wanneer verwacht u een uitspraak van de Autoriteit Persoonsgegevens over het onderzoek
naar de databank van de ggz? Heeft dit nog consequenties voor AKWA?
Antwoord 7
Het is nog onduidelijk wanneer de Autoriteit Persoonsgegevens uitspraak zal doen over
het onderzoek. De uitkomst zal betrekking hebben op de vraag of het gaat om persoonsgegevens.
Akwa heeft mij geïnformeerd te zullen werken met expliciete toestemming van de patiënt.
Vraag 8
Wat gaat u in de tussentijd doen om te stimuleren dat ggz-instellingen weer gegevens
gaan uitwisselen en daarmee zicht krijgen op de kwaliteit en doelmatigheid van behandelingen?
Antwoord 8
Ik vind het belangrijk dat er meer inzicht komt in de kwaliteit van geestelijke gezondheidszorg.
Tegelijk is het belangrijk dat er draagvlak is voor de manier waarop dit inzicht wordt
verkregen, om te garanderen dat de informatie ook daadwerkelijk gebruikt wordt ten
behoeve van verbetering van kwaliteit. Een tijdige maar toch ook zorgvuldige manier
om hiernaartoe te werken is daarbij van essentieel belang. In gesprek met partijen
over dit onderwerp zal ik het belang van het aanleveren van data actief onder de aandacht
brengen, om zo nog meer aan kwaliteit te kunnen werken en ik vraag partijen om dit
te stimuleren en te faciliteren, alsook drempels weg te nemen waar nodig. Zoals we
in het hoofdlijnenakkoord GGZ met partijen hebben afgesproken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.