Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Omtzigt en Lodders over de overschrijdingen van begroting voor de kosten van elektrische voertuigen
Vragen van de leden Omtzigt (CDA) en Lodders (VVD) aan de Staatssecretaris van Financiën over de overschrijdingen van begroting voor de kosten van elektrische voertuigen (ingezonden 7 februari 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Snel (Financiën) (ontvangen 20 februari 2019).
         
Vraag 1, 2, 3, 4
            
Herinnert u zich dat u op Kamervragen antwoordde dat «de uiteindelijke verkopen in
               2018 van EV’s (elektrische auto’s) hoger liggen dan verwacht tijdens het opstellen
               van de Miljoenennota 2019. Met deze hogere aantallen komt het budgettaire belang van
               de korting op de bijtelling voor EV’s uit op circa € 200 miljoen in 2018»?1
Herinnert u zich dat nog maar een paar maanden geleden, in de Miljoenennota 2019 het
               budgettaire belang van de korting op de bijtelling van EV's geschat werd op 141 miljoen
               euro (voor het jaar 2018)?
            
Klopt het dat de financiële en fiscale spelregels van het kabinet over hoe om te gaan
               met meevallers en tegenvallers, zijn vastgelegd in de Startnota?2
Herinnert u zich dat de Startnota de volgende afspraak bevat: «Het budgettaire belang
               van deze fiscale regelingen wordt jaarlijks gemonitord. Voor de beoordeling van de
               ontwikkeling van het budgettaire belang wordt als benchmark de raming voor het jaar
               2017 volgens Miljoenennota 2018 gehanteerd. In elke Miljoenennota zal de raming voor
               het komende jaar worden vergeleken met de benchmark om te bepalen of sprake is van
               een substantiële ontwikkeling. Indien er sprake is van substantiële endogene ontwikkelingen,
               kan dit aanleiding zijn voor het nemen van maatregelen.»?
            
Antwoord 1, 2, 3, 4
            
Ja.
Vraag 5
            
Klopt het dus dat de referentiewaarde voor de kosten van bijtelling van EV's (exclusief
               het overgangsrecht, want dat is een aparte serie) 141 miljoen bedraagt voor de jaren
               2018, 2019, 2020 en 2021? Zo nee, waar staat het juiste bedrag dan vermeld?
            
Antwoord 5
            
Nee. Voor alle fiscale regelingen in de Startnota wordt de raming voor het jaar 2017
               in de Miljoenennota 2018 als benchmark (referentiewaarde) genomen. De benchmark is
               in dit geval € 86 miljoen. In onderstaande tabel zijn de ramingen weergegeven van
               de IB/LB Korting op de bijtelling voor nulemissieauto’s in de Wet uitwerking Autobrief
               II (WUA II), Miljoenennota 2018 en Miljoenennota 2019.
            
Tabel Ramingen IB/LB Korting op de bijtelling voor nulemissieauto's
2014
2015
2016
2017
2018
WUA II
31
47
84
101
129
MN2018
30
46
69
86
127
MN2019
30
46
69
92
1411
X Noot
                  
1
Zoals beschreven in antwoord op vraag 13 van de eerdere Kamervragen: met de uiteindelijke
                     nieuwverkopen EV’s in 2018 komt het budgettaire belang van de korting op de bijtelling
                     voor EV’s uit op circa € 200 miljoen in 2018 (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel
                     van de Handelingen, nr. 1335).
                  
Uit de tabel blijkt dat in de jaren 2016–2017 de realisatie juist achter bleef bij
               het voorziene pad. Bij de Miljoenennota 2019 was de inschatting dat de raming voor
               2018 licht hoger uitkwam dan het pad in de Wet Uitwerking Autobrief II. In de laatste
               maanden van 2018 is, als gevolg van de per 2019 ingevoerde begrenzing van de milieukorting
               in de bijtelling, het aantal verkochte EV’s met een catalogusprijs hoger dan € 50.000
               sterk gestegen (anticipatie-effect). Dat is ook een verklaring voor de lagere EV-nieuwverkopen in dit segment in de eerste maand van 2019.
            
Vraag 6
            
Herinnert u zich dat u juist overschrijdingen bij de autobelastingen (dat is dus het
               Mitsubishi Outlander drama) als voorbeeld noemde waarom de zin over substantiële ontwikkeling
               was opgeschreven in de Startnota? (vraag 95 in Kamerstuk 34 775, nr. 79)?
            
Antwoord 6
            
In het antwoord op vraag 95 in Kamerstuk 34 775, nr. 79 is het volgende vermeld: «In het verleden heeft dit gespeeld bij de autobelastingen.».
               Met deze zinsnede wordt verwezen naar de periode 2008–2013. In deze periode hebben
               er overschrijdingen plaatsgevonden als gevolg van de fiscale stimulering van zuinige
               benzine- en dieselauto’s en plug-in hybride auto’s.
            
Vraag 7
            
Herinnert u zich dat de in de Miljoenennota 2018 de geraamde derving van de bijtelling
               van volledig elektrische auto’s geschat werd op 141 miljoen euro?
            
Antwoord 7
            
Deze € 141 miljoen is geraamd in de Miljoenennota 2019 en geldt voor het jaar 2018.
               Zie ook antwoord op vraag 5.
            
Vraag 8, 9
            
Hoe groot is de geschatte afwijking nu bij de derving van de bijtelling van volledig
               elektrische auto’s in euro’s en in procenten?
            
Klopt het dat de derving in 2019 nog veel hoger zal zijn dan 200 miljoen en richting
               de 300 miljoen gaat, ofwel een overschrijding van meer dan 100% van de referentiewaarde?
            
Antwoord 8, 9
            
In de Miljoenennota 2019 wordt de benchmarktoets gepresenteerd. Hierin is de endogene
               groei weergegeven ten opzichte van de raming voor 2017 in Miljoennota 2018. Voor de
               korting op de bijtelling voor nulemissieauto’s is hiervoor het volgende gepresenteerd.
            
Tabel 9.5.1. Nadere toelichting mutatie ten opzichte van benchmark 2017 (x € miljoen)
2017 MN2018
Bijstelling 2017 MN2019
Bijstelling in %
Endogeen 2018–2019
Endogeen in % per jaar
IB/LB Korting op de bijtelling voor nulemissieauto's
86
6
7,0%
101
45,5%
Toelichting: De «Endogeen 2018–2019» is de groei in 2018 en 2019 samen in miljoenen
                  euro’s. De «Endogene groei in procenten per jaar» is het gemiddelde van de groei van
                  jaar op jaar in 2018 en 2019.
               
In eerdere antwoorden is aangegeven dat met de uiteindelijke nieuwverkopen EV’s in
               2018 het budgettaire belang van de korting op de bijtelling voor EV’s uitkomt op circa
               € 200 miljoen in 2018.4 Dit is circa € 60 miljoen (circa 40%) meer dan verwacht bij Miljoenennota 2019. Het
               is lastig te voorspellen hoeveel EV’s in 2019 verkocht zullen worden. Als gevolg van
               de per 2019 ingevoerde begrenzing van de milieukorting in de bijtelling is de verwachting
               dat er in de EV-nieuwverkopen een schuif richting EV’s met een catalogusprijs lager
               dan € 50.000 zal plaatsvinden. Dat is echter mede afhankelijk van de ontwikkeling
               in het aanbod van deze modellen. Eind 2018 zijn – vooruitlopend op de invoering van
               deze begrenzing – relatief veel dure EV’s verkocht. De verkoop van duurdere EV’s is
               in de eerste maand van 2019 daarom fors lager uitgevallen. In de Miljoenennota 2020
               zal een nieuwe raming gemaakt worden. Dan zal informatie beschikbaar zijn van de verkopen
               van EV’s in het eerste half jaar van 2019.
            
Vraag 10, 11
            
Is er enig andere fiscale regeling waarbij de overschrijding meer dan 40% bedraagt?
               Zo ja welke?
            
Is er sprake van een substantiële endogene ontwikkeling?
Antwoord 10, 11
            
In de Miljoenennota 2019 is een tabel opgenomen (9.5.1) waarin inzicht wordt gegeven
               in een aantal opvallende (endogene) ontwikkelingen in de ramingen van fiscale regelingen.
               Hierin is te zien dat er meerdere regelingen zijn met een endogene groei van meer
               dan 40% in de jaren 2018–2019. In paragraaf 9.5 van de Miljoenennota 2019 wordt de
               ontwikkeling van deze posten nader toegelicht. De endogene groei van verschillende
               fiscale regelingen voor EV’s is hoger dan verwacht, maar wel voor een groot deel voorzien
               bij Wet uitwerking Autobrief II, en in Miljoenennota 2018 en Miljoenennota 2019 (zie
               ook de tabel bij het antwoord op vraag 5). Zoals blijkt uit tabel 9.5.1. in de Miljoenennota
               2019 is een hoge endogene groei – zoals nu te zien in de autobelastingen – niet uniek.
            
Vraag 12
            
Op welk moment wordt getoetst of er aanleiding is voor het nemen van maatregelen in
               de bijtelling vanwege de overschrijding?
            
Antwoord 12
            
In de Miljoenennota wordt jaarlijks een tabel gepresenteerd met de fiscale regelingen
               waarbij de geraamde endogene ontwikkeling in 2018 en 2019 gemiddeld (absoluut) groter
               dan 8% per jaar is en/of de bijstelling voor 2017 (absoluut) groter dan 8% is. In
               de Startnota is geen moment omschreven voor toetsing wanneer er aanleiding is voor
               het nemen van maatregelen. Voor het nemen van maatregelen kan altijd een afweging
               worden gemaakt waarin het budgettaire belang van een fiscale regeling wordt afgezet
               tegen het beoogde effect. In het specifieke geval van de fiscale stimulering van EV’s
               ziet het kabinet dit als een initiële investering die nodig is om de transitie naar
               emissievrij rijden te versnellen. Dit leidt naast minder CO2-uitstoot ook tot betere luchtkwaliteit, minder geluidsoverlast en innovatiekansen
               voor het Nederlandse bedrijfsleven. De toegenomen EV-nieuwverkopen zijn vanuit dat
               perspectief dan ook een wenselijke ontwikkeling. Tegelijkertijd acht het kabinet het
               onwenselijk dat er sprake is van overstimulering, zoals tot 2019 het geval was bij
               grote dure EV’s. Om die reden is per 1 januari 2019 de milieukorting in de bijtelling
               begrensd tot een catalogusprijs van € 50.000 en is de MIA versoberd. Het kabinet ziet
               vooralsnog geen noodzaak om op korte termijn verder bij te sturen, maar acht het wel
               van belang om een vinger aan de pols te houden om signalen van overstimulering tijdig
               te signaleren.
            
Vraag 13
            
Kunt u deze vragen een voor een en voor het algemeen overleg over autobelastingen
               op woensdag 13 februari 2019 beantwoorden?
            
Antwoord 13
            
Ik hecht aan een zorgvuldige beantwoording van deze vragen. Deze vragen zijn daarom
               binnen de reguliere beantwoordingstermijn van 3 weken beantwoord.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M. Snel, staatssecretaris van Financiën 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.