Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Ploumen, Karabulut en Van Ojik over het vertrek van VN-gezant Patrick Cammaert uit Jemen
Vragen van de leden Ploumen (PvdA), Karabulut (SP) en Van Ojik (GroenLinks) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het vertrek van VN-gezant Patrick Cammaert uit Jemen (ingezonden 31 januari 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) en Minister Kaag (Buitenlandse Handel
en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 19 februari 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht over het vertrek van VN-gezant Patrick Cammaert
uit Jemen?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Wat het u dan wel bij de VN bekend dat de heer Cammaert slechts voor een korte tijd
beschikbaar zou zijn voor het VN-team in Jemen? Is een periode van zes weken normaal
gesproken voldoende voor het uitbouwen van een staakt-het-vuren?
Antwoord 2
Dit was bekend. Over het «uitbouwen van een staakt-het-vuren» zou ik geen algemene
uitspraak willen doen. Het zogenaamde Stockholm-akkoord voorzag een staakt-het-vuren
voor Hodeidah en terugtrekking van troepen uit de stad. Door middel van VN Veiligheidsraadresolutie
2451 werd vervolgens besloten tot het sturen van een advance team voor 30 dagen om een begin te maken met het monitoren en ondersteunen van de uitvoering
van het akkoord.
Vraag 3
Heeft u contact gehad met VN-gezant Martin Griffiths over de gevolgen van het vertrek
van de heer Cammaert voor het functioneren van het VN-team en het uitbouwen van het
staakt-het-vuren? Kunt u ingaan op de huidige stand van zaken van het staakt-het-vuren?
Antwoord 3
Er is frequent contact met de VN-gezant over alle ontwikkelingen. De heer Griffiths
heeft op 31 januari aan de Veiligheidsraad gerapporteerd dat er wel schendingen zijn,
maar dat het lokale staakt-het-vuren houdt, waarbij een belangrijk criterium is dat
er geen pogingen worden gedaan door de partijen om gebiedsuitbreiding te bewerkstelligen.
Vraag 4
Klopt het bericht dat de Houthi’s, die zich begin januari zouden terugtrekken uit
Hodeida, dat nog niet gedaan hebben? Zo ja, wat zijn hiervan de gevolgen voor het
Wereldvoedselprogramma (WFP)? Zo nee, wat is nu de situatie in Hodeida?
Antwoord 4
Dat klopt, de terugtrekking is nog niet voltooid. Volgens VN-gezant Griffiths heeft
de terugtrekking, zoals in Stockholm was afgesproken, vertraging opgelopen. Onderhandelingen
door het Redeployment Coordination Committee (RCC) over een nieuwe tijdlijn voor wederzijdse terugtrekking zijn gaande.
In de tussentijd blijft het Wereldvoedselprogramma (WFP) doorgaan met hulpverlening,
ondanks dat omstandigheden zeer lastig blijven. Zo zijn de zogenaamde Red Sea Mills, een belangrijke opslagplaats voor voedsel, sinds september 2018 niet meer toegankelijk
geweest voor het WFP. Eind januari werden bij een brand twee silo’s met tarwe beschadigd.
Desalniettemin heeft WFP aangekondigd voedselhulp in geheel Jemen op te zullen schalen
tot 12 miljoen mensen.
Vraag 5
Wat zijn de gevolgen van de huidige situatie rondom het staakt-het-vuren voor de humanitaire
situatie? Heeft u hierover overleg met de VN, met uw internationale collega’s of het
Rode Kruis? En wat kan er worden gedaan om de humanitaire situaties te verbeteren?
Antwoord 5
De humanitaire situatie blijft onverminderd zeer ernstig, ondanks dat het staakt-het-vuren
in Hodeidah standhoudt. De situatie is nog onvoldoende stabiel voor grootschalige
terugkeer van de mensen die gevlucht zijn. De VN en haar partners gaan door met hulpverlening
aan de nog aanwezige inwoners van Hodeidah en de mensen die terugkeren. Dit betreft
zowel voedselhulp als cash en andere items als pakketten voor noodopvang. Het Central Emergency Response Fund (CERF) heeft recentelijk 32 miljoen dollar bijgedragen aan het Wereldvoedselprogramma
om de voedselhulp in Hodeidah en elders op te schalen. Ook vanuit het Yemen Humanitarian
Fund (YHF) zullen humanitaire partners worden gesteund om voedselhulp en opvang van
ontheemden uit te breiden. Nederland is een belangrijke donor van CERF en YHF. Nederland
spreekt zeer regelmatig met de VN en andere humanitaire spelers over de huidige inzet
en voorbereiding op verschillende toekomstscenario’s.
Vraag 6
Wat zijn de concrete gevolgen van de (slechte) veiligheidssituatie in Hodeida voor
het VN-team? Welke gevolgen heeft dat vervolgens voor de uitwerking van de afspraken
die gemaakt zijn in Stockholm?
Antwoord 6
Vooralsnog is het concrete gevolg een beperking van de bewegingsvrijheid van het VN-team.
De SGVN heeft in zijn voorstel over het opzetten van de nieuwe missie de randvoorwaarden
benoemd waaraan moet worden voldaan om de UNMHA-missie te kunnen ontplooien.
De uitwerking van de afspraken loopt ook vertraging op. Maar alle partijen zijn het
er over eens dat het overleg moet worden voortgezet. De recente hervatting van de
RCC-onderhandelingen op een WFP-schip voor de kust van Hodeidah is in dat opzicht
een positief signaal.
Vraag 7
Heeft u inmiddels contact opgenomen met de Crisis Group, die stelt dat Houthi-rebellen
hun macht probeerden te behouden door simpelweg nieuwe uniformen aan te trekken en
zich daarin te melden bij de heer Cammaert? Heeft u hierover contact gehad met de
heer Cammaert?
Antwoord 7
Dergelijke berichten zijn bekend. In een artikel uit de gelederen van de Crisis Group
wordt in dit verband overigens reeds gemeld dat de heer Cammaert niet is overgegaan
tot erkenning van de beschreven handelwijze. Hierover is niet specifiek gesproken
met de Crisis Group of de heer Cammaert.
Vraag 8
Is het u bekend wat ten grondslag ligt aan de weigering van de Houthi’s deel te nemen
aan onderhandelingen met regeringsvertegenwoordigers? Welke mogelijkheden ziet u om
in internationaal verband de Houthi’s te bewegen deel te nemen aan de onderhandelingen
met regeringsvertegenwoordigers? Heeft u hierover contact gehad met uw Europese ambtsgenoten
en/of de Hoge Vertegenwoordiger van de EU, Mogherini?
Antwoord 8
Er is in deze fase geen overeenstemming over de veiligheid en de neutraliteit van
de betreffende onderhandelingslocaties in Hodeidah; de onderhandelingen zijn onlangs
voortgezet op een WFP-schip voor de kust. Er is doorlopend contact met Europese ambtgenoten
en de Hoge Vertegenwoordiger van de EU. Beide partijen worden regelmatig opgeroepen
om deel te nemen aan de «redeployment»-gesprekken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.