Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
35 123 Machtiging tot oprichting van de Nederlandse financierings- en ontwikkelingsinstelling Invest-NL (Machtigingswet oprichting Invest-NL)
Nr. 5 VERSLAG
Vastgesteld 15 februari 2019
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, belast met het voorbereidend
onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van
haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen
tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging
over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave
Blz.
I.
ALGEMEEN
2
1.
Inleiding
3
2.1.
Aanleiding oprichting Invest-NL
5
2.1.1.
Knelpunt marktfalen
5
2.1.2.
Knelpunt Europese cofinanciering
6
3.1.1.
Governance op maat
7
3.1.2.
Holdingstructuur
7
3.1.3.
Sturingsrelatie Invest-NL
7
3.2.1.
De rol van aandeelhouder
10
3.2.2.
Betrokkenheid overige Ministers
10
5.1.
Mededingingsaspecten
10
5.2.
Staatssteunaspecten
11
6.
Hoofdlijnen wetsvoorstel
12
6.1.
Doelen, taken en handelingen
12
6.1.1.
Doelen Invest-NL
13
6.1.2.1.
Ontwikkeltaak (artikel 4, eerste lid, onderdeel a)
13
6.1.2.2.
Investeringstaak (artikel 4, eerste lid, onderdeel b)
14
6.1.2.3.
Taak tot uitvoering van subsidieregelingen en -besluiten (artikel 4, eerste lid, onderdeel c)
15
6.1.2.4.
Taak tot het in volmacht namens de Staat uitoefenen van aandeelhoudersbevoegdheden
(artikel 4, eerste lid, onderdeel d)
16
6.1.2.5.
Delegatiegrondslag andere taken en vergoeding van kosten voor die taken
16
7.
Verantwoording en toezicht
16
8.
Mededingingswet
16
9.
Uitvoeren van de investeringstaak
16
10.1
Openbare financiën (eenmalig en structureel)
17
10.2
Opstartkosten
17
12.
Consultatie
17
12.1.
Waarborgen additionaliteit
18
13.
Advisering Algemene Rekenkamer
18
13.1.
Inrichting en vormgeving
19
13.2.
Onderzoeksmogelijkheden ARK
19
II.
ARTIKELEN
19
Artikel 2
19
Artikel 3 en 4
20
Artikel 4
20
Artikel 8
21
Artikel 9
21
Artikel 10
21
Artikel 17
21
III.
VOORGESTELDE STATUTEN OPRICHTING INVEST-NL N.V.
21
Artikel 5.1
21
Artikel 30.1
22
I. ALGEMEEN
De leden van VVD-fractie van de hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel.
Zij hebben daarbij nog een aantal vragen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van onderhavige
wetsvoorstel. Deze leden hebben de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de D66-fractie hebben met veel belangstelling kennis genomen van de machtigingswet
voor de oprichting van Invest-NL. Deze leden zijn in beginsel positief over de doelstellingen
en taken van Invest-NL maar wensen de regering nog enkele vragen en opmerkingen voor
te leggen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel over
de oprichting van Invest-NL en hebben hierover nog een aantal vragen.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben hierbij
enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende
wetsvoorstel tot oprichting van Invest-NL.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het
onderhavige wetsvoorstel. Deze leden onderschrijven de doelstelling van Invest-NL,
te weten het realiseren van maatschappelijke transitieopgaven door ondernemingen en
het bieden van toegang tot ondernemingsfinanciering, waar marktfalen en marktimperfecties
verhinderen dat private investeringen het maatschappelijk gewenste niveau bereiken.
Zij hebben in deze fase van de behandeling van het wetsvoorstel geen behoefte aan
een nadere toelichting.
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende
wetsvoorstel. Zij hebben nog wel enkele vragen.
1. Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben op de eerste plaats een aantal algemene vragen
over het wetsvoorstel. Deze leden vragen of de regering een overzicht kan geven van
alle instanties, instellingen of regelingen (zoals EU- Invest, Europese Investeringsbank,
etc.) die in Nederland financiering beschikbaar stellen. Tevens vragen deze leden
hoe en waarom Invest-NL daar een noodzakelijke aanvulling op is. Hoe wordt voorkomen
dat er dubbelingen plaatsvinden? Daarbij vragen zij toelichting van de regering hoe
Invest-NL gezien moet worden in relatie tot de verschillende Regionale Ontwikkelings
Maatschappijen (ROM’s) in Nederland, die immers ook tot taak hebben om te investeren
in risicovollere bedrijven. Hoe ziet de regering de verdere samenwerking met provincies
en regionale ontwikkelingsmaatschappijen voor zich, en wat is de stand van zaken met
betrekking tot de samenwerkingsverklaring tussen het Rijk en het interprovinciaal
overleg?
De leden van de VVD-fractie vragen of de regering een overzicht kan geven van alle
gedelegeerde handelingen in het voorliggende wetsvoorstel (algemene maatregelen van
bestuur (AMvB’s), ministeriële regelingen, etc.) en hoe de betrokkenheid van de Kamer
daarbij geregeld is (voor- en nahang). Indien in sommige gevallen de betrokkenheid
van de Kamer niet is geregeld, waarom is dit dan niet opgenomen?
De leden van de VVD-fractie vragen of de regering kan uitsluiten dat de Nederlandse
Staat naast het ingebracht startkapitaal andere verdere (financiële) risico’s loopt.
Zo nee, waarom niet? Kan de regering voor de toekomst uitsluiten dat de Nederlandse
Staat garanties, achtervang, achtergestelde leningen, waarborgen of iets dergelijk
beschikbaar stelt voor Invest-NL?
De leden van de VVD-fractie constateren dat in de brief van 18 januari 2019 (Kamerstuknr. 28 165, nr. 298) over de stand van zaken van Invest-NL wordt gesteld dat een aantal financieringsregelingen
wordt geëvalueerd. Kan de regering aangeven wanneer deze evaluaties gereed zijn?
De leden van de VVD-fractie vragen de regering toe te lichten hoe de Kamer wordt geïnformeerd
over de nog te maken samenwerkingsafspraken tussen Invest-NL en de Rijksdienst voor
Ondernemend Nederland (RVO). Hoe wenselijk is het dat er samenwerkingsafspraken komen
tussen een subsidieverstrekkende instelling en een bedrijf dat wellicht ook een beroep
gaat doen op die subsidies? Kan de regering toelichten waarom het Dutch Venture Initiative
en het co-investeringsfonds wordt overgenomen door Invest-NL? In hoeverre is er ook
interesse vanuit de markt om bijvoorbeeld het Dutch Venture Initiative over te nemen?
Waarom is daar dan niet voor gekozen?
De leden van de VVD-fractie wijzen erop dat in de in het regeerakkoord opgenomen brief
van 10 februari 2017 (Kamerstuknr. 28 165, nr. 266) drie hoofddoelen van Invest-NL staan beschreven. Het eerste doel is een rol gaan
spelen bij risicovolle activiteiten op het gebied van grote transitie-opgaven. Vervolgens
wordt in die brief ingegaan op het feit dat Nederland voor grote transities staat,
waarmee dit doel nadrukkelijk aan Nederland wordt gekoppeld. In het wetsvoorstel (artikel 3)
lijkt die koppeling achterwege te zijn gebleven? Klopt dit? Zo ja, waarom is dat het
geval? Deze leden lezen dat in het wetsvoorstel wordt geschreven over maatschappelijke
transitie-opgaven. Kan de regering nader toelichten over welke opgaven het dan gaat?
De energietransitie staat op dit moment volop in de belangstelling. Hoe wordt er in
voorzien dat InvestNL breder kijkt en opereert dan de nu meest in het oog springende
transitie?
De leden van de VVD-fractie vragen de regering toe te lichten hoeveel van het beschikbare
investeringsvermogen van 2,5 miljard euro naar Invest-NL gaat en hoeveel naar de nieuwe,
separate instelling voor internationale financieringsactiviteiten. Waarom is die verdeling
gekozen? Welke knelpunten ziet de regering op dit moment als het gaat om internationale
financieringsactiviteiten? Wat wordt het verschil tussen de nieuwe instelling voor
internationale financieringsactiviteiten en Atradius?
De leden van de VVD-fractie vragen de regering een analyse en statistieken geven van
hetgeen aan de basis van deze wet en Invest-NL ligt, namelijk het knelpunt van marktfalen
bij bepaalde financieringen. Hoe wordt regelmatig getoetst of er nog sprake is van
marktfalen, want het is niet een statistische geheel, en hoe wordt er dan bijgestuurd
of afgeschaald door Invest-NL?
De leden van de CDA-fractie hebben in eerdere debatten over Invest-NL aangegeven het
van belang te vinden dat Invest-NL een rol krijgt met het oog op een duurzame economie
en de klimaatdoelen. Deze leden vinden het belangrijk dat Invest-NL een belangrijke
bijdragen gaat leveren aan de grote transitieopgaven die er liggen op klimaat/energie
en het behalen van de klimaatdoelen. Kan de regering bevestigen dat Invest-NL dit
inderdaad gaat doen? Zou de regering hierbij voorbeelden kunnen noemen? De leden van
de CDA-fractie krijgen daarnaast graag meer inzicht in de toegevoegde waarde van Invest-NL.
Zou de regering concrete voorbeelden kunnen noemen waaruit blijkt dat met hulp van
Invest-NL er projecten van de grond getrokken kunnen worden die anders niet gefinancierd
zouden kunnen worden? Hoe wordt voorkomen dat Invest-NL een bureaucratisch moloch
wordt?
De leden van de CDA-fractie hebben er verder voor gepleit om Invest-NL meer te richten
op het midden- en kleinbedrijf (mkb), deze wens wordt breder gedeeld gezien de reacties
in de consultatie van dit wetsvoorstel. De Kamer heeft hierbij de motie-Amhaouch en
Veldman (Kamerstuk 28 165, nr. 292) aangenomen die oproept om Invest-NL in de uitvoering en organisatie zo vorm te geven
dat het mkb reële mogelijkheden krijgt om gebruik te maken van de kansen die Invest-NL
biedt. Deze leden vinden het ten eerste positief dat in de memorie van toelichting
nu veel meer aandacht is voor het mkb in vergelijking met eerdere stukken. Wel blijft
voor deze leden onduidelijk hoe Invest-NL nu precies kan uitwerken voor het mkb. Wat
worden bijvoorbeeld de grootste kansen voor het mkb met de komst van Invest-NL? Hoe
kunnen mkb’ers op de hoogte raken van de mogelijkheden die Invest-NL biedt? Waar kunnen
mkb’ers terecht indien zij gebruik willen maken van de mogelijkheden die Invest-NL
biedt? Komt er bijvoorbeeld een loket waar mkb’ers terecht kunnen bij Invest-NL of
bij de RVO? Kunnen mkb’ers en start-ups zonder eigen vermogen of onderpand ook in
aanmerking komen voor Invest-nl? Komen daar niet te strenge eis op? Deze leden zijn
ook benieuwd wat de rol wordt van de RVO in relatie tot Invest-NL? Verder vragen zij
of het klopt dat bij de uitwerking van de contouren van het investeringsbeleid, en
het beleid inzake de ontwikkeltaak, pas bekeken zal worden hoe Invest-NL optimaal
beschikbaar kan zijn voor het mkb? Zo ja, waarom pas in deze fase?
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het voornemen af te zien van
een samenwerkingsverband tussen Invest-NL en de Nederlandse Financierings-Maatschappij
Ontwikkelingslanden N.V. (FMO). Als gevolg hiervan wordt het investeringsvermogen
van Invest-NL (2,5 miljard euro) verminderd met het bedrag dat beschikbaar wordt gesteld
aan de separate instelling die wordt opgericht in samenwerking met de FMO. Wat is
de verwachte kapitaalbehoefte van deze separate instelling? Wat zijn de gevolgen voor
het totale investeringsvermogen van Invest-NL? Deze leden zouden verder graag inzage
krijgen in het tijdpad van de uitwerking van het wetsvoorstel tot oprichting van deze
separate instelling.
2.1. Aanleiding oprichting Invest-NL
De leden van de PvdA-fractie begrijpen het doel en het nut van de op te richten instelling
en zijn van mening dat Invest-NL in een behoefte tot financiering kan voorzien voor
zover private instellingen daarin niet via de reguliere financieringskanalen kunnen
voorzien. Wat dat betreft vragen deze leden of er heden ten dage, nu de economische
crisis voorbij is en de reguliere financieringsmogelijkheden wellicht ruimer zijn,
Invest-NL nog in dezelfde mate van nut kan zijn als het een aantal jaren geleden zou
zijn geweest. In hoeverre draagt de markt nu meer dan een aantal jaren geleden bij
aan het financieren en realiseren van maatschappelijke transitieopgaven? In hoeverre
is (nog) sprake van marktfalen? Kan de regering hier nader op ingaan?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de knelpunten die aanleiding
zijn geweest voor dit wetsvoorstel, maar gezien de grote hoeveelheid aan kapitaal
die er op dit moment aanwezig is in Nederland, is Invest-NL een oplossing voor een
probleem wat minder groot is dan het ooit was. Deze leden vinden het daarom extra
belangrijk dat Invest-NL zich richt op specifiek ondernemingen die een bijdrage leveren
aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen en waar financiering een probleem
vormt. Zij benadrukken dat rentabiliteit van Invest-NL niet het hoogste doel is, maar
het aanjagen van transitieopgaven. De meerwaarde van Invest-NL zit juist in het financieren
van ondernemingen die door traditionele financiers als risicovol worden gezien. Deelt
de regering deze prioriteit?
De leden van de GroenLinks-fractie lezen in het voorliggende wetsvoorstel dat het
doel van Invest-NL is om ondernemingen te financieren en te realiseren die een bijdrage
leveren aan maatschappelijke transitieopgaven of aan de Nederlandse economie. Deze
leden zien de meerwaarde van Invest-NL specifiek in het ondersteunen van de maatschappelijke
opgaven, wat goed samen gaat met het leveren aan een bijdrage aan de Nederlandse economie.
Immers, de maatschappelijke opgaven zijn bij uitstek onderwerpen die ook op de lange
termijn renderen en de welvaart in brede zin verhoogt. Daarom zien deze leden graag
dat Invest-NL slechts ondernemingen ondersteunt die zowel een bijdrage leveren aan
maatschappelijke transitieopgaven als aan de Nederlandse economie, en willen zij het
woord «of» vervangen door het woord «en». Is de regering hiertoe bereid? Een andere
optie zou zijn om de voorwaarde dat wordt bijgedragen aan de Nederlandse economie
te schrappen.
2.1.1. Knelpunt marktfalen
De leden van de VVD-fractie vinden de zinsnede dat Invest-NL het reguleringsrisico
voor marktpartijen verlagen kan verlagen opmerkelijk en bijzonder. Want ook bedrijven
waarin Invest-NL niet investeert hebben te maken met reguleringsrisico’s. Kan de regering
een toelichting geven wat hier bedoeld wordt? In hoeverre is er dan sprake van een
gelijk speelveld?
De leden van de SP-fractie lezen dat marktfalen in sectoren die zich bezig houden
met de door de regering benoemde maatschappelijke vraagstukken een van de zaken is
waarbij de overheid in kan grijpen. Deze leden merken tevens op dat in het wetsvoorstel
voornamelijk wordt gesproken over het verstrekken van risicokapitaal en niet zozeer
over leningen aan mkb-ondernemingen. Zij vragen de regering daarom uiteen te zetten
op welke wijze uitvoering wordt gegeven aan de motie-Alkaya (Kamerstuk 28 165, nr. 294) en of zij meer duidelijkheid kan verschaffen over of en hoe een gezonde kleine onderneming
die is afgewezen bij banken of een andere private financier bij Invest NL financiering
aan kan vragen.
2.1.2. Knelpunt Europese cofinanciering
De leden van de CDA-fractie lezen dat Nederland relatief beperkt gebruik maakt het
European Fund for Strategic Investments (EFSI), mede door het ontbreken van een op
dezelfde doelen gerichte nationale stimuleringsinstelling. Deze leden zijn benieuwd
naar een schatting hoeveel Nederland meer gebruik zal gaan maken van Europese cofinanciering
en de EFSI door de komst van Invest-NL. Hoe gaat Invest-NL een hefboomfunctie vervullen
en op welke wijze wordt dat geborgd? Klopt het verder dat de Deense EFSI financiering
door de Europese Investerings Bank (EIB) is gedaan zonder een National Promotional
Insitute (NPI)? Klopt het bovendien dat het is niet aangetoond dat de Italiaanse en
Franse EFSI financiering door EIB gedaan zijn samen met een (lokale) NPI? Klopt het
dat de Europese Commissie een NPI «in de regel als voorwaarde stelt» en niet «als
voorwaarde»? Kan hierbij de conclusie worden getrokken dat om gebruik te kunnen maken
van EFSI gelden er geheel geen noodzaak bestaat om een eigen National Promotional
Insitute (NPI) te hebben?
De leden van de D66-fractie zijn in beginsel groot voorstander van Europese programma’s
en middelen om structurele economische groei te bevorderen, bijvoorbeeld via het Europees
Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI). Deze leden lezen dat Nederland, mede
door het ontbreken van een nationale stimuleringsinstelling als Invest-NL, relatief
beperkt gebruikt zou hebben gemaakt van het EFSI. Zij wensen graag een onderbouwing
van deze stelling. Kan de regering daarnaast aangeven wat de gevolgen zijn geweest
van het beperkt gebruik maken van het EFSI en wat een eventuele aanwezigheid van een
nationale stimuleringsinstelling zoals Invest-NL daaraan had veranderd?
De leden van de D66-fractie lezen dat lidstaten in staat worden gesteld om een deel
van hun middelen uit hoofde van de Europese Structuur- en Investeringsfondsen via
het InvestEU-fonds te besteden. Kan dit ertoe leiden dat Nederlandse cofinanciering
voor bijvoorbeeld projecten vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling
(EFRO) straks via Invest-NL en InvestEU wordt ingezet? Zo ja, hoe zijn de regionale
ontwikkelingsmaatschappijen hierbij betrokken?
De leden van de SP-fractie constateren dat de regering stelt dat door het ontbreken
van een op dezelfde doelen als het EFSI gerichte nationale stimuleringsinstelling
relatief beperkt gebruik gemaakt is van dit fonds. Deze leden vragen de regering of
dit kan worden gekwantificeerd en kan worden afgezet tegen landen die wel over een
dergelijke stimuleringsinstelling beschikken. Hierbij brengen deze leden de regering
onder de aandacht dat zij reeds in 2015 de regering confronteerden met het feit dat
Nederland zonder ontwikkelingsbank moeilijk gebruik zou kunnen maken van de financieringsmogelijkheden
die dit fonds biedt. Deze leden vragen de regering of zij een schatting kan maken
van het bedrag aan investeringen dat Nederland is misgelopen van de € 650 miljard
die binnen het EFSI sinds de oprichting beschikbaar is gesteld, vanwege het ontbreken
van een nationale stimuleringsinstelling. Deze leden brengen hierbij graag nog onder
de aandacht dat de regering tijdens de behandeling van de begroting van het Ministerie
van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 2016 van mening was dat met het Nederlands
Investeringsagentschap en de Nederlandse Investeringsinstelling voldoende middelen
beschikbaar waren, en vragen de regering hierop te reflecteren.
3.1.1. Governance op maat
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Staat de (enige) aandeelhouder van de zelfstandige
privaatrechtelijke deelneming Invest-NL wordt. Kan de regering toelichten of er de
mogelijkheid bestaat dat er andere aandeelhouders toetreden om aanvullend kapitaal
te verkrijgen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe is dit dan geregeld? Kan de regering
een overzicht geven van alles wat is vastgelegd aan uitgangspunten en criteria in
het staatsdeelnemingenbeleid ten opzichte van wat nu is geregeld voor Invest-NL?
De leden van de CDA-fractie lezen dat de regering op dit moment niet voornemens is
om subsidieregelingen door Invest-NL te laten uitvoeren. Op pagina 14 van de memorie
van toelichting wordt aangeven dat Ministers er wel voor kunnen kiezen om in het kader
van de regelingentaak subsidieregelingen namens hen te laten uitvoeren door Invest-NL.
Zou de regering kunnen schetsen hoe dit precies in zijn werk zou gaan indien Ministers
gebruik zouden willen gaan maken van deze optie?
De leden van de SP-fractie maken uit de memorie van toelichting op dat de regering
haar uiterste best doet om de kapitaalsinjectie in Invest-NL niet te laten kwalificeren
als niet-financiële transactie die ten laste komt van het EMU-saldo. Deze leden merken
tevens op dat de regering zegt het wel van belang te vinden dat de overheid alsnog
een behoorlijke mate van invloed kan uitoefenen op het beleid van Invest-NL. Zij vragen
de regering daarom te bevestigen of ontkrachten dat gekozen is voor een ingewikkelde
holdingstructuur en een aan parlementaire zeggenschap onttrokken Aanvullende overeenkomst
omwille van het EMU-saldo en vragen de regering welke last een niet-financiële transactie
van deze orde uit zou oefenen op het saldo.
De leden van de SP-fractie constateren dat met dit wetsvoorstel een reeks financieringsinstrumenten
wordt overgeheveld naar Invest-NL, zoals de Groeifaciliteit en het Dutch Venture Initiative.
Deze leden vragen de regering een overzicht te geven van alle bestaande financieringsinstrumenten
die zullen worden overgeheveld aan Invest-NL, inclusief welke bedragen hiermee zijn
gemoeid. Zij vragen of de regering de overheveling van vele instrumenten aan Invest-NL
als een versterking of verzwakking van democratische controle van het parlement zou
karakteriseren. Tevens vragen deze leden de regering of hiermee de eerdere doelstelling
van het Nederlands Investeringsagentschap om als één loket voor financieringsvraagstukken
wordt voortgezet of toch weer meerdere loketten worden gecreëerd, ook gelet op het
veelvoud aan dochtermaatschappijen dat onder Invest-NL komt te hangen.
3.1.2. Holdingstructuur
De leden van de CDA-fractie lezen dat de regering aangeeft dat op dit moment nog niet
precies is vast te stellen hoeveel dochtermaatschappijen opgericht zullen worden,
maar dat het voornemen is dat in ieder geval een investeringsdochter en ontwikkelingendochter
worden opgericht. Deze leden zijn benieuwd waarom dit in deze fase nog niet precies
is vast te stellen en hoe in de toekomst wordt bepaald hoeveel en welke dit zullen
zijn.
3.1.3. Sturingsrelatie Invest-NL
De leden van de CDA-fractie horen graag op een gedetailleerde wijze hoe Invest-NL
zich gaat verhouden ten opzichte van bestaande deelnemingen, regionale ontwikkelingsmaatschappijen,
Energie Beheer Nederland (EBN) en provinciale regelingen. Ziet de regering Invest-NL
als een wenselijke aanvulling? Kan de regering daarnaast aangeven wat het unieke is
wat Invest-NL gaat doen wat de bestaande actoren niet kunnen doen? Deze leden zijn
het met de Afdeling advisering van de Raad van State eens dat zij aangeeft dat het
belangrijk is om voldoende focus en afbakening te hebben. Zij krijgen daarom ook graag
meer duidelijkheid welke (afrekenbare) resultaten Invest-NL moet behalen en wanneer
die behaald moeten zijn om te kunnen concluderen of Invest-NL voldoet aan de doelstelling.
Hoe wordt beoordeeld of Invest-NL echt taken oppakt die de markt laat liggen en dat
Invest-NL echt haar doelen behaald? Welke indicatoren horen daar bij?
De leden van de CDA-fractie lezen verder dat er een overeenkomst tussen de Staat en
Invest-NL zal worden gesloten die aanvullend is op het wetsvoorstel, waarvan een ontwerp
is meegestuurd naar de Kamer. Deze leden lezen in het ontwerp dat er vijf algemene
investeringsdomeinen worden voorgesteld. Hoe is bepaald welke vijf dit zouden worden,
welke andere investeringsdomeinen zijn overwogen en hoe vaak is er de mogelijkheid
dat deze algemene investeringsdomeinen kunnen worden aangepast aan de hand van nieuwe
ontwikkelingen? Een van de algemene investeringsdomeinen is duurzaamheid. Kan de regering
aangeven op welke wijze Invest-NL zich zal gaan richten op het behalen van de klimaatdoelstellingen?
Gaat Invest-NL zich richten op het realiseren van de infrastructuur die nodig is voor
de energietransitie? Kan via Invest-NL warmte- of CO2-infrastructuur worden aangelegd? Kan de regering aangeven of Invest-NL naast leningen
ook gaat deelnemen in projecten zodat risico’s meer verdeeld worden voor risicovolle
projecten? Hoe kijkt de regering aan tegen deelnemingen in duurzaamheid net zoals
dat nu gebeurd bij EBN in aardgas- en olie?
De leden van de CDA-fractie stellen vast dat de regering in de brief van 18 januari
2019 (Kamerstuk 28 165, nr. 298) aangeeft dat investeringsdomeinen in de aanvullende overeenkomst de sleuteltechnologieën
van het regeerakkoord (onder andere. fotonica, kwantum- en nanotechnologie) bevat.
Deze leden kunnen deze echter niet letterlijk terugvinden in de ontwerpovereenkomst.
Klopt dit en zo ja, is de regering bereid sleuteltechnologieën alsnog toe te voegen?
In de aanvullende overeenkomst wordt onder digitalisering ook Artificial Intelligence
(AI) genoemd. Wordt hiermee ook bedoeld het verbeteren van de veiligheid en het borgen
van ethiek rond AI? Deze leden zijn verder benieuwd of de verwachting is dat in de
definitieve overeenkomst tussen de Staat en Invest-NL nog grote wijzigingen zullen
komen. Zo ja, wordt de Kamer hier dan nog bij betrokken?
De leden van de D66-fractie lezen dat het wetsvoorstel een grondslag bevat om ter
invulling van de investeringstaak bij AMvB nadere regels te stellen over zaken als
algemene investeringsdomeinen. Deze leden wensen te onderstrepen dat de ondernemingsvrijheid
en zakelijke aansturing van Invest-NL gerespecteerd dient te worden en politisering
van de investeringsdomeinen ongewenst is. Kan de regering aangeven hoe de vrijheid
van Invest-NL om zelf een investeringsbeleid vast te stellen en zelf investeringsbeslissingen
te nemen zich verhoudt tot een dergelijke AMvB?
De leden van de SP-fractie lezen dat in het wetsvoorstel gekozen is voor sturing van
Invest-NL door middel van een aanvullende overeenkomst, terwijl het wetsvoorstel een
delegatiebepaling bevat die de mogelijkheid biedt om per AMvB vast te stellen wat
nu in de aanvullende overeenkomst wordt opgenomen. Deze leden vragen de regering hoe
de Kamer op de hoogte wordt gehouden over de inhoud van de aanvullende overeenkomst
en waarom niet van meet af aan gekozen is voor een meer democratische verantwoording
via AMvB of opname van deze bepalingen in het wetsvoorstel.
De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat aangezien Invest-NL uit publieke
middelen gefinancierd wordt, Invest-NL ook publieke doelen dient na te streven. Immers
daar waar het enkel om private belangen van te financieren ondernemingen gaat, zou
private financiering meer voor de hand liggen. In dit verband hebben deze leden enkele
vragen. Zo lezen zij dat «de publieke belangen die met de uitvoering van bepaalde
aan Invest-NL opgelegde taken gemoeid zijn... niet noodzakelijkerwijs samen (vallen)
met de het belang van de vennootschap». Kan de regering dit nader toelichten? Wanneer
loopt het belang van de vennootschap niet samen met het publieke belang? Op welke
gronden vindt de regering het aanvaardbaar dat het publieke belang niet wordt gediend?
Kan er contrair aan het publiek belang worden gehandeld? Kan de regering door middel
van haar sturingsmogelijkheden van Invest-NL voorkomen dat andere dan publieke belangen
gediend gaan worden? Wordt in het beleid en de toekenningscriteria van Invest-NL geborgd
de voorwaarde opgenomen dat aanvragers compliant moeten opereren? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, op welke wijze?
De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat Invest-NL geen financiering zou moeten
verstrekken aan ondernemingen die zich niet houden aan internationaal erkende standaarden
voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo). Deze leden lezen in de ontwerpovereenkomst
tussen Staat en Invest-NL in artikel 4 hoe het mvo-beleid vormgegeven gaat worden.
Zij zouden erop willen wijzen dat Nederland de Sustainable Development Goals van de
Verenigde Naties heeft onderschreven en op een aantal vlakken hard werkt om deze te
behalen. Waarom worden deze duurzame ontwikkelingsdoelen niet aangehaald als kader
voor financiering vanuit Invest-NL?
De leden van de PvdA-fractie vragen of Invest-NL bij ondernemingen met een financieringsbehoefte
nagaat of die ondernemingen voldoen aan de door Invest-NL gestelde standaarden van
mvo. Zo ja, in welke mate en, hoe gaat Invest-NL dat doen? Zo nee, waarom niet en
hoe worden die standaarden dan wel gewaarborgd? Hoe rapporteert Invest-NL over de
wijze waarop het bijdraagt aan het waarborgen van mvo? Acht de regering het wenselijk
en mogelijk dat Invest-NL bij het afwegen of het additionele financiering aan een
onderneming verschaft bij die afweging mee laat wegen of een onderneming actief bijdraagt
aan mvo? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
De leden van de PvdA-fractie vragen hoe Invest-NL verslag gaat doen en verantwoording
gaat afleggen over het gevoerde mvo-beleid. Indien de overeenkomst tussen de Staat
en Invest-NL gewijzigd gaat worden, hoe is dan de betrokkenheid van de Staten-Generaal
gewaarborgd?
De leden van de PvdA-fractie lezen dat de Staat de mogelijkheid heeft om ingeval de
belangen van de Staat en Invest-NL bij de invulling van de investeringstaak uiteenlopen,
de Staat bij AMvB nadere regels kan stellen over zaken als algemene investeringsdomeinen
en de verplichting om mvo-beleid te voeren bij het verstrekken van financiering. In
welke gevallen zouden de belangen van de Staat en Invest-NL in deze uiteen kunnen
lopen? Hoe verhoudt de overeenkomst tussen de Staat en Invest-NL zich tot de mogelijkheid
van het ingrijpen via deze AMvB? Waarom wordt al niet bij voorbaat vastgelegd dat
de algemene investeringsdomeinen en het mvo-beleid bij AMvB (met voorhang) worden
vastgesteld? Te meer daar de regering van mening is dat ook met een dergelijke AMvB
er voor Invest-NL voldoende vrijheid over blijft voor het voeren van investeringsbeleid
en het invulling geven aan mvo?
De leden van de PvdA-fractie willen ook graag wijzen op de aangenomen motie-Moorlag
(Kamerstuk 28 165, nr. 293), waarin de regering wordt verzocht te bevorderen dat Invest-NL gaat bijdragen aan
betere toegang tot financiering voor sociale ondernemingen. Uit de reactie op deze
motie maken deze leden op dat Invest-NL weliswaar open staat voor investeringen in
sociale ondernemingen, het is deze leden echter niet duidelijk of Invest-NL dat ook
daadwerkelijk gaat bevorderen. Is dat wel het geval? Zo ja, waar is dat dan vastgelegd
en hoe gaat Invest-NL dit vormgeven? Zo nee, waarom niet? Hoe verhoudt zich dat, behalve
tot de motie, tot het advies van de Sociaal-Economische Raad (SER) «Sociale ondernemingen:
een verkennend Advies» waarin geadviseerd wordt het financieringsklimaat voor sociale
ondernemingen te verbeteren in samenwerking tussen overheid, sociale ondernemingen
en financiers?
3.2.1. De rol van aandeelhouder
De leden van de VVD-fractie lezen dat in het kader van het aandeelhouderschap de Minister
van Financiën en de Minister van Economische en Klimaat (EZK) met betrekking tot zwaarwegende
besluiten de instructie bepalen. Waarom is hier een rol weg gelegd voor de Minister
van EZK? Kan een overzicht gegeven worden welke verantwoordelijkheden de Minister
van EZK allemaal krijgt met betrekking tot Invest-NL en hoe voorkomen wordt dat er
sprake is of kan zijn van belangenverstrengeling dan wel een «pettenproblematiek»?
Ook gaat er een normrendement vastgesteld worden voor Invest-NL. Wat gaat dit normrendement
worden? Wanneer en hoe wordt dit bepaald? Hoe wordt de Kamer daarbij betrokken en
geïnformeerd?
De leden van de SP-fractie vragen de regering aan te geven hoe zij het beloningsbeleid
van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen zal vormgeven en of hierbij
wordt gekozen voor hetzelfde niveau als geldt voor de beoogd directeur in zijn aanstelling
bij het Ministerie van Financiën of dat voor een salarisniveau wordt gekozen dat meer
in lijn is met de Wet normering topinkomens, of daar zelfs onder zit. Tevens vragen
deze leden om een verantwoording voor het salarisniveau indien dit evenals het salaris
van de beoogd directeur boven de norm conform de Wet normering topinkomens zit.
De leden van de SP-fractie zijn benieuwd waarom de regering de gecreëerde afstand
tot de overheid beargumenteren met het zakelijk maken van afwegingen ten aanzien van
investeringen. Deze leden zijn benieuwd of de regering hiermee bedoelt dat bestaande
agentschappen, zelfstandig bestuursorganen en staatsdeelnemingen met directe invloed
van de overheid onvoldoende zakelijk opereren en of de regering van plan is dit model
vaker toe te passen. Tevens vragen zij de regering de nadelen van het dermate op afstand
plaatsen in kaart te brengen.
3.2.2. Betrokkenheid overige Ministers
De leden van de CDA-fractie lezen dat de andere departementen betrokken zullen worden
bij het functioneren van Invest-NL via een in te stellen interdepartementale commissie.
Wat is de reden om dit in te stellen? Wat wordt precies de rol van deze commissie
en welke mandaat en verantwoordelijkheden krijgt het?
5.1. Mededingingsaspecten
De leden van de D66-fractie lezen dat Invest-NL moet voorzien in een adequate afhandelingsprocedure
voor een mededingingsklacht over de nakoming van additionaliteit. Daarbij is het volgens
de regering in eerste instantie aan Invest-NL zelf om vast te stellen of de uitgevoerde
werkzaamheid leidt tot ongewenste mededinging met ondernemingen uit het oogpunt van
marktwerking. Deze leden vinden het belangrijk dat er onafhankelijk toezicht wordt
gehouden op de mededingingsaspecten. Zij achten het daarom in het kader van hun controlerende
taak wenselijk dat de Minister van EZK de Kamer aan het eind van elk kwartaal informeert
over alle mededingingsklachten die zijn binnengekomen en de status van de afhandeling
daarvan. Is de regering bereid dit op te nemen in de overeenkomst tussen de Staat
en Invest-NL?
De leden van de SP-fractie lezen dat plausibel dient te worden gemaakt dat financiering
niet in de markt voorhanden is en dat een ondernemer een nog nader te bepalen aantal
marktpartijen dient te benaderen voor het verzochte product. Deze leden vragen de
regering of hieraan nader invulling kan worden gegeven, hoe ondernemers dit dienen
te doen en met welke middelen kan worden aangetoond dat geen financiering is te halen.
Deze leden merken op dat bij de gevolgen voor administratieve lasten geen melding
wordt gemaakt van de belasting die dit voor kleine ondernemers kan opleveren en vragen
de regering daarom hierop een toelichting te geven. Zij merken hierbij op dat de motie-Alkaya
(Kamerstuk 28 165, nr. 294) de regering verzocht het mogelijk te maken om gemakkelijk financiering aan te vragen
bij Invest-NL.
De leden van de SP-fractie merken op dat in de memorie van toelichting wordt beschreven
dat een klaagschrift kan worden ingediend door andere private marktpartijen in geval
van vermeende oneerlijke concurrentie. Deze leden zijn benieuwd of in dergelijke procedures
de ondernemer die aanspraak wil maken op financiering via Invest-NL hierbij tevens
zal worden gehoord of op andere wijze de mogelijkheid krijgt zijn financieringsaanvraag
te ondersteunen. Zij benadrukken hierbij de noodzaak van snelle afhandeling. Tevens
vragen deze leden de regering toe te lichten welke gevolgen de beëindiging binnen
een jaar voor de aanvrager van financiering heeft en of indien een mededingingsklacht
gegrond wordt verklaard er een verplichting komt te rusten bij de klagende partij
om de gestaakte financiering over te nemen.
5.2. Staatssteunaspecten
De leden van de VVD-fractie lezen dat de oprichting van de kapitaalstorting in Invest-NL
een staatssteunmaatregel betreft die is voorgelegd aan de Europese Commissie. Wat
heeft de Europese Commissie daarover besloten? Kan de Kamer de beoordeling van de
Europese Commissie ontvangen? Zo nee, waarom niet? Als er nog geen besluit is, wanneer
wordt het besluit daarover dan verwacht? Kan de het wetsvoorstel al in werking treden
als dit besluit er nog niet is?
De leden van de VVD-fractie vragen of de regering door middel van een voorbeeldportefeuille
van ondernemingen en projecten kan illustreren welke soort ondernemingen of projecten
niet van de grond komen, waardoor maatschappelijk gewenste transities niet optreden.
Hoe kan Invest-NL bijdragen aan de financiering van deze ondernemingen en projecten?
Wanneer kan in de genoemde voorbeelden marktconforme beprijzing worden toegepast?
Bij welke voorbeelden zou sprake kunnen zijn van «een grotere risk-appetite, langere
looptijden of een lager tarief,» zoals genoemd in de memorie van toelichting? Hoe
kan met deze financieringen op portefeuilleniveau een marktconform rendement worden
behaald?
De leden van de CDA-fractie lezen dat er mogelijkheden zijn om te voorkomen dat start-
en scale-ups onder de definitie «ondernemingen in moeilijkheden» vallen, omdat zij
nog geen winst maken, maar toch al meer jaren actief zijn dan de periode waarvoor
het steunkader vrijstellingen verleent. De regering geeft aan dat er gesprekken worden
gevoerd met de Europese Commissie hoe de wenselijke investeringen in doorgroei van
start- en scale-ups binnen het kader vorm kunnen worden gegeven. Kan de regering een
update geven van deze gesprekken?
De leden van de D66-fractie nemen kennis van de zeer onwenselijke situatie dat sommige
startups en scale-ups buiten de investerings- en financieringsscope vallen van Invest-NL
omdat zij niet passen binnen het vrijstellingskader van de Europese Commissie. Deze
leden vinden dit zeer zorgelijk en vinden een oplossing voor dit probleem van cruciaal
belang. Het zijn juist deze soort bedrijven die een grote kapitaal- en investeringsbehoefte
kennen. Zij zien dit als een belangrijke randvoorwaarde voor succes van Invest-NL.
Deze leden wensen de regering eraan te herinneren dat zij al meerdere malen hebben
aangedrongen op een oplossing voor dit vraagstuk, maar constateren dat de gesprekken
met de Europese Commissie tot op heden niet tot een vruchtbare uitkomst hebben geleid.
Tot welke inschatting komt de regering voor dit vraagstuk? Wanneer en op welke manier
denkt de regering hiervoor een oplossing te kunnen voorleggen?
6. Hoofdlijnen wetsvoorstel
De leden van de SP-fractie constateren dat in het wetsvoorstel en de memorie van toelichting
veelvuldig wordt gesproken over de criteria waaronder financiering kan worden geboden
en dat deze worden ingevuld als bijdragen leverende aan ofwel maatschappelijke transitieopgaven,
ofwel de Nederlandse economie. Deze leden vragen de regering of zij kan toelichten
hoe breed met name het laatste criterium kan worden opgevat en of een kleine ondernemer
in de meer traditionele sectoren hiermee nog steeds onder deze criteria kan vallen.
6.1. Doelen, taken en handelingen
De leden van de SGP-fractie constateren dat de doelen en taken van Invest-NL in de
wettekst heel breed zijn geformuleerd. Onder meer de Afdeling advisering van de Raad
van State wijst hierop. De regering geeft aan dat via een aanvullende overeenkomst
tot een nadere afbakening gekomen kan worden. Deze leden lezen tegelijkertijd dat
deze aanvullende overeenkomst niet de vrijheid van Invest-NL aan mag tasten om invulling
te geven aan het investeringsbeleid. Ook is voor een overeenkomst de instemming van
twee partijen nodig. De leden van de SGP-fractie vinden dit te vrijblijvend. Het gaat
om het investeren van 2,5 miljard euro overheidskapitaal. Waarom kiest de regering
desondanks niet voor nadere afbakening via het wetsvoorstel dan wel via gedelegeerde
regelgeving? Welke ijkpunten moet Invest-NL gaan gebruiken om te bepalen of investeringen
voldoende bijdragen aan de gestelde doelen, zoals de bijdrage aan maatschappelijke
transitieopgaven? Hoe gaat de regering dit monitoren? Hoe gaat de regering bijvoorbeeld
voorkomen dat publiek geld via Invest-NL ingezet wordt voor niet-duurzame internationale
investeringen en export door het Nederlandse bedrijfsleven?
De leden van de SGP-fractie hebben begrepen dat de sporen «Investeren Nederlands mkb»
en «Exporteren Nederlands mkb» van het Dutch Good Growth Fund (DGGF) ondergebracht
zullen worden bij Invest-NL. Voor de genoemde sporen gelden nu de criteria van het
Official Development Assistance (ODA) voor ontwikkelingsimpact. Blijven deze criteria
gelden, ook na het onderbrengen van deze onderdelen van het DGGF bij Invest-NL?
6.1.1. Doelen Invest-NL
De leden van de VVD-fractie vinden een evaluatie van Invest-NL van groot belang, daarbij
gaat het onder meer om de effectiviteit, additionaliteit, staatssteun en (financiële)
risico’s. De regering stelt dat bij de start van Invest-NL een aantal parameters zal
worden geïdentificeerd om een effectieve evaluatie te kunnen verrichten. Zijn deze
parameters al vastgesteld? Zo ja, wat zijn de parameters? Zo nee, wanneer en door
wie worden deze parameters vastgesteld? Hoe wordt de Kamer daarover geïnformeerd en
bij betrokken?
De leden van de GroenLinks-fractie vinden het belangrijk dat Invest-NL zich zoveel
mogelijk focust op de meest prangende vraagstukken van deze tijd. Zoals econoom Mariana
Mazzucato betoogt, is missiegedreven overheidsbeleid gericht op het oplossen van een
probleem een belangrijke voorwaarde om problemen ook daadwerkelijk op te lossen. De
focus op een bepaalde missie is hierbij essentieel. Deelt de regering dit inzicht?
Met dit inzicht in het achterhoofd zouden deze leden dan ook graag zien dat Invest-NL
zich richt op het voorkomen van klimaatverandering en de daarbij horende oplossingen.
Is de regering hiertoe bereid?
De leden van de GroenLinks-fractie vinden het zorgelijk dat er geen minimumcriteria
voor maatschappelijk verantwoord ondernemen in het wetsvoorstel zijn opgenomen. Invest-NL
moet dit nog invullen. Kunnen er bepaalde minimumcriteria worden opgenomen, zoals
de richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)?
De leden van de GroenLinks-fractie vinden het van groot belang dat er in het wetsvoorstel
is geborgd dat de investeringen van Invest-NL daadwerkelijk zijn gericht op het oplossen
van maatschappelijke uitdagingen. Invest-NL wordt grote vrijheid gegeven om zelf te
bepalen waarin wordt geïnvesteerd. Zijn er al wel ideeën over de criteria op basis
waarvan zal Invest-NL bepalen of initiatieven en ondernemingen op voldoende wijze
een groot genoeg maatschappelijk doel dienen? Krijgt de Kamer inzicht in de overeenkomst
en beslist de Kamer hierover mee?
De leden van de GroenLinks-fractie zouden het niet productief vinden wanneer door
Invest-NL investeringen worden gedaan in projecten die primair gericht zijn op fossiele
energie. Deelt de regering deze opvatting en kunnen hier waarborgen voor worden ingevoerd?
6.1.2.1. Ontwikkeltaak (artikel 4, eerste lid, onderdeel a)
De leden van de VVD-fractie stellen vast dat de ontwikkeltaak onder andere bevat kennisvergaring
met betrekking tot financieringsbehoefte en eventueel gebrekkige marktwerking, advisering
met betrekking tot passende financieringsmix en modellen om bepaalde financieringsknelpunten
op te lossen en het onderzoeken en analyseren van trends die de financiering van bepaalde
maatschappelijke uitdagingen kunnen beïnvloeden. Kan de regering bevestigen dat bij
dergelijke ontwikkelactiviteiten niet alleen de vraagzijde van de markt wordt betrokken,
maar dat ook (in een vroeg stadium) potentiële aanbieders van financiering en de relevante
marktpartijen geconsulteerd moeten worden?
De leden van de CDA-fractie lezen dat voor de toepassing van dit wetsvoorstel een
mkb-onderneming niet in Nederland gevestigd hoeft te zijn, zolang de activiteiten
bijdragen aan de Nederlandse economie. Waarom is hiervoor gekozen? Dit gaat toch ten
kosten van mogelijkheden voor de mkb-ondernemingen die in Nederland gevestigd zijn?
Waarom zou dit wenselijk zijn? Deze leden lezen verder dat het begrip Nederlandse
economie naast de economie van het Europese deel van Nederland, ook de economie van
Caribisch Nederland omvat, te weten de openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius.
Invest-NL zal niet actief zijn in de andere landen (Curaçao en Sint Maarten) van het
Koninkrijk, behalve het samenwerken met ontwikkelings- en financieringstellingen van
andere landen van het Koninkrijk. Kan de regering deze keuze nader toelichten? Hoe
zit het met Aruba?
6.1.2.2. Investeringstaak (artikel 4, eerste lid, onderdeel b)
De leden van de VVD-fractie stellen vast dat wordt ingegaan op het investeringsbeleid
van Invest-NL en als eerste criterium staat vermeld dat sprake moet zijn van een levensvatbare
businesscase. Hoe valt dit te rijmen met het algemene uitgangspunt dat de markt onvoldoende
moet voorzien in een door Invest-NL uit te voeren activiteit? Deze leden lezen dat
Invest-NL ondernemingen en projectvennootschappen zal financieren die investeren in
grote transities, waarmee een beperking lijkt te worden aangebracht op de onder artikel 4,
eerste lid, onder b beschreven taak. Klopt het dat abusievelijk de onder artikel 4,
eerste lid, onder b ten tweede beschreven taak ontbreekt?
De leden van de VVD-fractie merken op dat gesuggereerd wordt dat andere overheden
aandelenbelangen kunnen overdragen aan Invest-NL, mits er onder andere sprake is van
een te verwachten positief rendement. Waarom zou een andere overheid dan aandelen
willen overdragen? In dezelfde paragraaf op pagina 31 staat dat additionele investeringen
door Invest-NL in door andere overheden naar Invest-NL overgedragen aandelenbelangen
moeten passen binnen de staatssteunkaders die op Invest-NL van toepassing zijn. De
pagina ervoor staat evenwel dat Invest-NL niet kan worden gevraagd aanvullende investeringen
te doen in verhangen ondernemingen. Graag zouden deze leden een toelichting willen
op deze ogenschijnlijke tegenstrijdigheid.
De leden van de CDA-fractie hebben in eerdere debatten aangeven een spanning te zien
ontstaan tussen zakelijke overwegingen en de brede missie van Invest-NL. De regering
geeft op pagina 8 in de memorie van toelichting aan dat het rendement per taak zal
verschillen. Hoe wordt dit vastgesteld? Op pagina 27 en 50 van de memorie van toelichting
wordt aangegeven dat als maatschappelijke baten dit rechtvaardigen er kan worden afgeweken,
namelijk als er met financiering specifieke doelstellingen worden nagestreefd die
niet tegen marktconforme voorwaarden kunnen worden bereikt. Wat zijn deze specifieke
doelstellingen? Hierbij wordt aangegeven dat iedere individuele investering wel een
positieve businesscase en rendementsverwachting moet hebben en op portefeuilleniveau
voldaan dient te blijven worden aan de randvoorwaarden van de financiële transactie.
Bedoelt de regering hiermee dat niet ieder project of onderneming waarin zij investeert
op dat moment al positief rendement maakt, maar het er om gaat dat aan het einde van
de investeringstermijn een positief rendement verwacht wordt?
De leden van de CDA-fractie vragen of het klopt het dat conform de unaniem aangenomen
motie-Van der Lee (28165–291) de beoordeling van investeringen door Invest-NL op individuele
projectbasis zal plaatsvinden, waarbij ook een projectspecifiek rendementsdoel wordt
afgesproken dat inherent is aan de businesscase en daaraan verbonden risico's van
het project. Deze leden vragen in hoeverre de investeringen revolverend zullen zijn
met het oog op de hoge risicoprofielen. Mocht blijken dat bepaalde kredieten niet
worden terugbetaald, bij wie komt dan het risico te liggen en wordt het investeringsvermogen
dan weer aangevuld?
De leden van de SP-fractie constateren met instemming dat de regering meerdere vormen
van risicokapitaalverstrekking voor Invest-NL in gedachten heeft, maar constateren
tevens dat hierbij exclusief wordt gedacht aan jonge of groeiende ondernemingen en
bij transitieprojecten. Deze leden vragen de regering waarom hierbij niet wordt gesproken
over ondernemingen die niet onder de noemers start-up of scale-up vallen.
De leden van de SP-fractie constateren dat toetsing aan criteria voor maatschappelijk
verantwoord ondernemen plaats zal vinden, maar dat Invest-NL zelf zal bepalen hoe
de «best performing standards» op het gebied van mvo worden ingevuld. Deze leden vragen
de regering de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen expliciet op te
nemen als uitgangspunt voor Invest-NL en het overtreden van of niet onderschrijven
van de OESO-richtlijnen te hanteren als uitsluitingscriterium voor projecten met grensoverschrijdende
aspecten. Zij vragen de regering deze bewoordingen over te nemen in de aanvullende
overeenkomst en als harde minimumeis te stellen aan het bestuur van Invest-NL. Tevens
vragen deze leden de regering doeleinden die met fossiele brandstoffen hebben te maken
uit te zonderen van financiering wegens de negatieve effecten op het klimaat.
De leden van de PvdA-fractie begrijpen dat Invest-NL alleen voor additionele financiering
gaat zorgen en dat het daarmee andere private mede-investeerders aantrekt. Deze leden
lezen dat «crowding in» een van de parameters van het investeringsbeleid van Invest-NL
zal zijn. Daarbij staat vermeld dat Invest-NL bij voorkeur nooit de enige externe
investeerder in een project is. Betekenen de woorden «bij voorkeur» dat bij uitzondering
Invest-NL wel de enige externe investeerder kan zijn? Zo nee, wat wordt er dan wel
bedoeld? Zo ja, in welke gevallen kan dit aan de orde zijn? Wat zegt het over de risico’s
die met een project gepaard gaan indien er geen andere externe investeerders gevonden
kunnen worden?
6.1.2.3. Taak tot uitvoering van subsidieregelingen en -besluiten (artikel 4, eerste
lid, onderdeel c)
De leden van de VVD-fractie hebben bedenkingen bij de taak voor Invest-NL tot uitvoering
van subsidieregelingen en- besluiten zoals die uiteengezet is. Kan de regering toelichten
waarom er voor is gekozen de mogelijkheid in te bouwen voor deze taak? Wat is nut
en noodzaak van deze taak? In hoeverre wijkt deze taak af van datgene wat de RVO uitvoert?
Er kan bovendien sprake zijn van belangen die niet synchroon lopen en zelfs sprake
zijn van belangenverstrengeling. Het zou kunnen voorkomen dat Invest-NL moet beslissen
over een subsidie voor een bedrijf waarin het zelf investeert/deelneemt of Invest-NL
moet beslissen over een subsidie voor een concurrerend bedrijf van een bedrijf waarin
het zelf investeert/deelneemt. Deze leden stellen vast dat er op dit moment geen voornemen
is om subsidieregelingen op het terrein van de Minister van EZK of andere Ministers
door Invest-NL uit te laten voeren, zoals genoemd in paragraaf 9.1 van de memorie
van toelichting. Aan welke subsidies denkt de regering bij het opnemen van deze mogelijkheid?
Hoe wordt de Kamer betrokken bij de beslissing om Invest-NL subsidieregelingen te
gaan laten uitvoeren? Is de aanbestedingswet niet van toepassing als de rijksoverheid
besluit om een taak als het uitvoeren van een subsidieregeling te gunnen aan een bedrijf?
6.1.2.4. Taak tot het in volmacht namens de Staat uitoefenen van aandeelhoudersbevoegdheden
(artikel 4, eerste lid, onderdeel d)
De leden van de VVD-fractie vragen wat de (juridische) gevolgen zijn van het op verlenen
van een volmacht aan Invest-NL om met betrekking tot een aandeelhouderschap in een
vennootschap namens hem bepaalde aandeelhoudersbevoegdheden uit te oefenen. Wat betekent
dit in de praktijk en waarom is dit noodzakelijk?
6.1.2.5. Delegatiegrondslag andere taken en vergoeding van kosten voor die taken
De leden van de VVD-fractie vragen of de regering kan toelichten of er een voorhangprocedure
voor de genoemde delegatiegrondslag voor andere taken voor Invest-NL is. Zo nee, waarom
niet?
7. Verantwoording en toezicht
De leden van de SGP-fractie vinden het van belang dat de Kamer voldoende geïnformeerd
wordt over het investeringsprogramma van Invest-NL. Hoe gaat de regering deze verantwoording
vormgeven?
8. Mededingingswet
De leden van de D66-fractie constateren dat er niet voor gekozen is om de Autoriteit
Consument en Markt (ACM) een rol te geven ten aanzien van de borging van de additionaliteit.
Op welke manier gaat de Minister van EZK zijn zelfstandige rol op dit gebied vormgeven?
De leden van de PvdA-fractie begrijpen dat op verschillende onderdelen van Invest-NL
verschillende wettelijke regimes, toezicht van de ACM van toepassing is. Zo is Invest-NL
bijvoorbeeld voor sommige activiteiten wel en voor andere activiteiten weer geen onderneming
in de zin van de Mededingingswet. Ook is de ACM op sommige activiteiten van Invest-NL
wel competent en op andere activiteiten weer niet. Bovendien is Invest-NL voor sommige
onderdelen wel een Rechtspersoon met een wettelijke taak (RWT) en voor andere onderdelen
weer niet. Voorts zijn er meerdere Ministers weer per bevoegdheid verantwoordelijk
voor Invest-NL. Hoewel de memorie van toelichting op tal van deze aspecten ingaat
en bijvoorbeeld ook schetst hoe de «chinese walls» binnen Invest-NL zijn opgericht,
vragen deze leden toch of een dergelijke versnippering aan wettelijke regimes en verantwoordelijkheden
in de praktijk werkbaar is. Kan de regering hier nader op ingaan?
9. Uitvoeren van de investeringstaak
De leden van de SGP-fractie hebben een vraag over de ruimte voor hoog risico investeringen
in sectoren waar 100% revolverende investeringen op korte termijn moeilijk haalbaar
zijn. Deze leden constateren dat bij impactinvesteringen door mkb-bedrijven in ontwikkelingslanden
sprake is van grote risico’s in verband met fragiele of instabiele marktsituaties.
Dergelijke investeringen zijn wel van groot belang. Inzet vanuit Invest-NL kan een
belangrijke katalysator voor andere private investeringen zijn. Dan is wel van belang
dat de eis dat de investering 100% revolverend moet zijn, losgelaten wordt. Deze leden
horen graag hoe de regering hier tegenaan kijkt.
10.1. Openbare financiën (eenmalig en structureel)
De leden van de VVD-fractie vragen waarom er jaarlijks structureel subsidie moet naar
Invest-NL voor het uitvoeren van ontwikkelactiviteiten van 10 miljoen euro (nationaal)
en 9 miljoen euro (internationaal). Waarom kan of moet Invest-NL als onderneming op
dat punt niet ook gewoon zijn eigen broek op houden, net als andere bedrijven bij
ontwikkelactiviteiten? Hoe wordt of is deze subsidie gedekt in de begroting? Eerder is door
de regering aangegeven dat er alleen sprake zou zijn van een opstartsubsidie. In hoeverre
is er bij zo’n subsidie sprake van staatssteun? Deze leden vragen of de regering kan
aangeven wat er betaald zal worden van de jaarlijkse subsidie van 19 miljoen euro.
Hoeveel mensen gaan er bij Invest-NL werken? Hoe wordt dit efficiënt, effectief, eenvoudig
en eenduidig gehouden? Deze leden vragen de regering een nadere toelichting op de
opstartkosten in de jaren 2017, 2018 en 2019. Begrijpen zij goed dat dit eenmalig
een bedrag van 15 miljoen euro betreft?
De leden van de CDA-fractie lezen dat voor de financieringsactiviteiten van Invest-NL
eenmalig 2,5 miljard euro door middel van een kapitaalstorting beschikbaar wordt gesteld,
in tranches van 500 miljoen euro. Kan de regering aangeven of dit allemaal nieuw budget
is of deels afkomstig is uit bestaande potjes? Zou de regering de Kamer kunnen voorzien
van een compleet overzicht van de verschillende geldstromen uit de diverse begrotingen
die straks – direct of indirect – vanuit de Staat richting Invest-NL (inclusief dochterondernemingen)
en het samenwerkingsverband gaan? Kan de regering inzichtelijk maken welke bestaande
financieringsinstrumenten van het Rijk en/of fondsen waarin het Rijk participeert
straks aan Invest-NL worden overgedragen en wat hiervan de financiële gevolgen zijn?
Inclusief het geheel aan organisatieonderdelen – met bijhorende mensen en middelen –
dat vanuit het Rijk naar Invest-NL zal overgaan? De leden van de CDA-fractie lezen
dat Invest-NL ook jaarlijks een subsidie zal ontvangen voor het uitvoeren van ontwikkelactiviteiten.
Vooralsnog wordt er een structurele subsidie voorzien van 10 miljoen euro voor de
nationale ontwikkelactiviteiten van Invest-NL en 9 miljoen euro voor de internationale
ontwikkelactiviteiten. Hoe zijn deze bedragen tot stand gekomen en vanuit welk potje
wordt dit gefinancierd?
10.2. Opstartkosten
De leden van de SP-fractie lezen in de memorie van toelichting dat de regering verwacht
dat Invest-NL gebruik zal maken van externe expertise, zoals op het vlak van human
resource management, ICT en financieel-economische zaken. Deze leden zijn benieuwd
welke voorwaarden hieraan worden gesteld qua duur van de aanstelling, of zij van zins
is de Roemernorm voor uitgaven aan externe inhuur voor Invest-NL te laten gelden en
zo ja, per wanneer deze norm gaat gelden.
12. Consultatie
De leden van de VVD-fractie vragen de regering een verduidelijking te geven van de
interpretatie van het dictum van de afdeling Rechtspraak van de Raad van State.
De leden van de CDA-fractie leden lezen in sommige reacties dat de zorg wordt uitgesproken
dat een te hoog normrendement belemmerend kan werken bij het bereiken van de doelstellingen
van de instelling. Ziet de regering dat ook zo? Is de regering het eens met de Raad
van State dat het voor de ruimte die Invest-NL krijgt om effectief financiering in
te zetten het van groot belang is op welke niveau het normrendement wordt bepaald?
De regering geeft aan dat de Minister van Financiën, nadat de vennootschap officieel
is opgericht, na overleg met de Minister van EZK en Invest-NL het normrendement vaststelt
en periodiek kan worden bijgesteld. Welke kaders worden hierbij gebruikt? Vanwege
het hoge risicoprofiel is de kans ook dat geld niet terug komt.
12.1. Waarborgen additionaliteit
De leden van de VVD-fractie stellen vast dat de regering van mening is dat voldoende
waarborgen in het wetsvoorstel zijn ingebouwd zodat Invest-NL additioneel aan de markt
zal handelen. De regering verwijst daarbij naar artikel 5.3 over de statutair vastgelegde
doelstellingen, artikel 8 (geen van uit oogpunt van goede marktwerking ongewenste
mededinging) en een procedure om additionaliteit te toetsen, waarbij degene die bij
Invest-NL van financiering door aanlevering van afgewezen aanvragen marktfalen onderbouwt
en de mogelijkheid om een mededingingsklacht in te dienen. Het begrip additionaliteit
is echter niet nader gespecificeerd. Kan de regering nader toelichten wanneer sprake
is van goede marktwerking en voldoende marktwerking om een segment of sector uit te
sluiten van het werkgebied van Invest-NL? Kan de regering daarnaast toelichten wanneer
er sprake is van ongewenste mededinging?
De leden van de VVD-fractie vragen met betrekking tot de zinssnede «indien de markt
hier onvoldoende in voorziet» wie dat bepaalt en hoe dat wordt beoordeeld. Wie ziet
daarop toe. Deze leden vragen tevens hoe de stelling van de regering dat Invest-NL
alleen financiering zal verstrekken indien sprake is van een gezonde businesscase
moet worden gezien tot de additionaliteit.
13. Advisering Algemene Rekenkamer
De leden van de CDA-fractie stellen vast dat de Algemene Rekenkamer (ARK)aangeeft
aan dat de inrichting en vormgeving van Invest-NL deels buiten het zicht van de Staten-Generaal
plaatsvinden, met name bij oprichten van dochtermaatschappijen, het voor het samenwerkingsverband
te sluiten overeenkomst en de bij AMvB te beleggen taken. Deze leden vinden dit een
belangrijk signaal waar zij meer duidelijkheid over willen. Zij willen aan de ene
kant voorkomen dat Invest-NL een politieke speelbal wordt met dagelijkse bemoeienis,
maar wil aan de andere kant wel dat de Staten-Generaal voldoende en goede controle
kan houden op belangrijke inrichtings- en beleidsvraagstukken. Deze leden zijn benieuwd
welke formele zeggenschap de Kamer straks nog heeft. Op welke wijze gaan de Minister
van Financiën en de Minister van EZK verantwoording afleggen aan de Kamer? Hoe wordt
voorkomen dat belangrijke inrichtings- en beleidsvraagstukken buiten de besluitvorming
van de Staten-Generaal blijven? Hoe is de publieke verantwoording geregeld bij Invest-NL?
Kan de ARK een formele rol krijgen bij Invest-NL bij de jaarstukken, zodat een externe
factor toezicht houdt?
Verder valt het de leden van de CDA-fractie ook op dat in dit wetsvoorstel geregeld
de grondslag voor een mogelijkheid om nadere regels te stellen bij AMvB wordt gecreëerd.
Een voorbeeld is dat in de memorie van toelichting wordt aangegeven dat wordt beoogd
dat Invest-NL zelf actief een mvo-beleid voert en zo niet, de mogelijkheid bestaat
om via AMvB nadere regels te stellen over de verplichting een mvo-beleid te voeren
bij het verstrekken van financiering. Kan de regering aangeven waarom zij het rechtvaardig
acht dat geregeld de mogelijkheid van een AMvB wordt gecreëerd in dit wetsvoorstel?
13.1. Inrichting en vormgeving
De leden van de SP-fractie uiten hun zorgen over de advisering van de ARK en de reactie
van de regering op deze advisering. Deze leden constateren dat de regering het parlement
ten volle zal betrekken bij de vaststelling van de kaders die de handelingsvrijheid
van Invest-NL en de Staat in deze zullen bepalen, maar constateren tevens dat de aanvullende
overeenkomst die, voor zover deze leden kunnen zien geen wettelijke status heeft,
reeds veel van de taken van Invest-NL vaststelt. Deze leden verzoeken de regering
daarom het proces waarbij het «parlement ten volle betrokken» zal worden nader toe
te lichten, hierbij ook de formele status van de aanvullende overeenkomst meenemende.
De regering beargumenteert dat haar keuze voor flexibiliteit onder andere wordt gebaseerd
op verplichtingen die uit de Comptabiliteitswet 2016 voortvloeien, omdat met een beperkte
machtiging deze ertoe zouden leiden dat de oprichting van separate dochtermaatschappijen
voorhangprocedures tot gevolg heeft. Deze leden vragen de regering tot welke problemen
dit volgens haar zou leiden en waarom dit volgens haar problematisch zou zijn. Zij
beamen dat zij graag dergelijke voorhangprocedures doorlopen teneinde het democratische
proces te waarborgen. Deze leden vragen de regering daarom toe te lichten hoe veel
en hoe vaak dochtermaatschappijen zouden worden opgericht door Invest-NL en of deze
frequentie betrokkenheid van het parlement niet juist zou legitimeren.
De leden van de SP-fractie maken op uit de uitleg die de regering geeft naar aanleiding
van opmerkingen van de ARK over de aanvullende overeenkomst dat de status van dit
document onduidelijk is en min of meer een onderhandeling is tussen het bestuur van
Invest-NL en de regering. Deze leden merken op dat de beoogd directeur van Invest-NL
reeds werkzaam is bij het Ministerie van Financiën en verzoeken de regering toe te
lichten hoe deze onderhandelingen op dit moment geschieden, gezien het feit dat deze
directeur nu ondergeschikt is aan de leden van de regering. Tevens vragen deze leden
hoe de Kamer op de hoogte wordt gesteld over de inwerkingtreding, inhoud en wijziging
van de aanvullende overeenkomst. Tenslotte stellen zij aan de regering de principiële
vraag waarom niet is gekozen voor een werkwijze zonder een ogenschijnlijk privaatrechtelijke
aanvullende overeenkomst waar het parlement geen invloed op lijkt te hebben.
13.2. Onderzoeksmogelijkheden ARK
De leden van de SP-fractie spreken hun zorgen uit over de onzekerheid van de ARK over
hun mogelijkheden op onafhankelijk onderzoek gebaseerde informatie aan de Staten-Generaal
te kunnen leveren omdat de structuur van Invest-NL nog niet bekend is. Deze leden
constateren dat de regering hierop reageert in de memorie van toelichting, maar constateren
tevens dat de ARK hierbij niet aangeeft of zij gerust is gesteld over haar mogelijkheden
op onafhankelijk onderzoek gebaseerd informatie aan de Kamer te sturen.
II. ARTIKELEN
Artikel 2
De leden van de VVD-fractie vragen of de regering kan toelichten wat in artikel 2,
derde lid, de beoogde structuur wordt en hoe dit bijdraagt aan de in artikel 7 voorgeschreven
gescheiden boekhouding.
Artikel 3 en 4
De leden van de VVD-fractie stellen vast dat in artikel 3 feitelijk twee doelen staan
opgenomen, terwijl in eerdergenoemde brief van 10 februari 2017 (Kamerstuk 28 165, nr. 266) nog sprake was van drie doelen. Waarom sluit dit artikel niet op de in deze brief
genoemde doelen aan? Dat is temeer belangrijk nu in artikel 4, tweede lid, is bepaald
dat bij AMvB taken kunnen worden opgedragen voor zover deze verenigbaar zijn met de
doelen genoemd in artikel 3. Voorts is dit van belang nu in artikel 4, vierde lid,
is bepaald dat de Minister in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad
kan instemmen met het uitvoeren van andere activiteiten dan activiteiten ter uitvoering
van de taken bedoeld in het eerste en tweede lid van artikel 4.
De leden van de VVD-fractie lezen dat in artikel 3 is aangegeven dat Invest-NL activiteiten
kan ontplooien indien de markt hierin onvoldoende voorziet. Waarom is daarover in
artikel 4 niks opgenomen? Op welke wijze wordt getoetst of de markt ergens onvoldoende
in voorziet?
Artikel 4
De leden van de VVD-fractie vragen of de regering kan toelichten waarom er in artikel 4,
eerste lid, onder ten eerste geen koppeling wordt gemaakt aan Nederland, terwijl dat
nadrukkelijk wel het geval is in artikel 4, eerste lid, onder a ten tweede. Deze leden
vragen waarom er in artikel 4, eerste lid, onder b ten eerste geen koppeling wordt
gemaakt aan Nederland, terwijl dat nadrukkelijk wel het geval is in artikel 4, lid
1, onder b ten tweede.
De leden van de VVD-fractie vragen of de regering bij artikel 4, derde lid, kan toelichten
op welke wijze de Kamer wordt betrokken indien onder AMvB door de Minister wordt besloten
tot nadere regels met betrekking tot de taken als bedoeld in Artikel 4 in het eerste
en tweede lid. Deze leden vragen of de regering daarnaast bij Artikel 4, vierde lid,
kan toelichten op welke wijze de Kamer kan oordelen over de beslissing tot het toestaan
van uitvoeren van andere activiteiten dan activiteiten ter uitvoering van taken bedoeld
in het eerste en tweede lid. Hoe wordt invulling gegeven aan de kwalitatieve begrippen
in de onder a, b en c geformuleerde criteria. Meer specifiek stellen zij de vraag
hoe invulling wordt gegeven aan de begrippen «nauw verwant», «goede uitvoering» en
«mede het algemeen belang dienen».
De leden van de CDA-fractie lezen dat artikel 4, derde lid, een delegatiegrondslag
bevat om bij AMvB nieuwe taken aan Invest-NL op te kunnen dragen die passen binnen
de doelstellingen van Invest-NL. De regering geeft aan dat een dergelijke uitbreiding
van het takenpakket van Invest-NL alleen tot stand komt indien daarover overeenstemming
bestaat in de ministerraad. Kan de regering aangeven of ook de Staten Generaal wordt
betrokken bij mogelijke nieuwe taken voor Invest-NL en indien het voornemen van de
regering is dat zij daar niet bij wordt betrokken waarom zij dit voornemen hebben?
De leden van de CDA-fractie lezen in het advies van de Afdeling advisering van de
Raad van Statedat de doelomschrijving en de omschrijving van de taken van Invest-NL
in de wettekst veel ruimer zijn dan blijkens de toelichting kennelijk is beoogd. Waarom
is dit verstandig, moet de wet en de toelichting niet dezelfde lijn bevatten? De Afdeling
advisering van de Raad van State wijst hierbij onder andere op de zinssnede «of aan
de Nederlandse economie» en adviseren deze te schrappen. De regering is hier geen
voorstander van. Is de regering het wel eens dat deze zinssnede ten koste gaat van
de focus? Is het niet verstandig deze zinssnede in ieder geval aan te scherpen om
te voorkomen dat alles onder Invest-NL gaat vallen, waardoor de hoofddoelen niet worden
behaald en kans bestaat op marktverstoring?
Artikel 8
De leden van de VVD-fractie vragen wanneer volgens de regering bij artikel 8, eerste
lid, sprake van vanuit een oogpunt van goede marktwerking ongewenste mededinging met
ondernemingen. Wat is een goede marktwerking? Wat is ongewenste mededinging? Wie bepaalt
of daarvan sprake is? Hoe kan daartegen bezwaar worden gemaakt? Op welke wijze kan
de Kamer de onder artikel 8, tweede lid, te stellen regels toetsen?
De leden van de CDA-fractie lezen dat de Afdeling advisering van de Raad van State
in haar advies kritisch is over de criteria van additionaliteit in het voorgestelde
artikel 8 en pleit voor scherpere criteria. De regering geeft in haar reactie aan
dat er ruimte is om op basis van praktijkervaringen in de loop van de tijd die procedure
bij de stellen en aan te scherpen waar dat nodig mocht blijken te zijn. Kan de regering
aangeven waarom volgens haar nu geen scherpere criteria nodig zijn en of dit er niet
voor zorgt dat voor zowel Invest-NL als voor marktpartijen onvoldoende houvast ontstaat?
Hoe wordt marktverstoring voorkomen? Waarom is er niet voor gekozen om de ACM een
rol te geven ten aanzien van borging van de additionaliteit? Waarom is het verstandig
deze rol bij de Minister van EZK te beleggen?
Artikel 9
De leden van de VVD-fractie vragen hoe de Kamer een oordeel kan vormen over een door
de Minister te verlenen ontheffing, zoals bepaald in artikel 9.
Artikel 10
De leden van de VVD-fractie vragen een toelichting op artikel 10 van het wetsvoorstel.
Waarom moet een mededingingsklacht worden ingediend bij Invest-NL? Waarom moet dit
niet worden ingediend bij de ACM? Is overwogen daarvoor een andere instelling aan
te wijzen? Kan de Wet Markt en Overheid een rol spelen bij de beoordeling van de activiteiten
van Invest-NL?
Artikel 17
De leden van de VVD-fractie vragen de regering of de mogelijkheid bestaat om bij de
evaluatie in artikel 17 ook de eventueel ingediende klachten en de rapportage daaromtrent
mee te nemen, mocht de Kamer niet al eerder van dergelijke klachten op de hoogte worden
gebracht.
III. Voorgestelde statuten oprichting Invest-NL N.V.
Artikel 5.1
De leden van de VVD-fractie vragen toelichting op de in artikel 5.1 opgenomen statutaire
beperking van overdracht van aandelen. Beperkt dit ook de ruimte voor eventuele beleidswijzigingen
(verkoop, pensioenfondsen laten instappen en dergelijke)?
Artikel 30.1
De leden van de VVD-fractie vragen de regering toe te lichten waarom in artikel 30.1
de winstbestemming wordt gebonden aan een voorstel van de Raad van Bestuur en de Raad
van Commissarissen. Waarom wordt dit niet conform Boek twee van het Burgerlijk Wetboek
aan de Algemene vergadering van Aandeelhouders gelaten?
De voorzitter van de commissie, Diks
De adjunct-griffier van de commissie, Kruithof
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
L.I. Diks, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
L.N. Kruithof, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.