Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de Wijziging tariefsoort eerstelijnsdiagnostiek (Kamerstuk 33578-59)
2019D06463 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties
behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister voor Medische
Zorg over de brief d.d. 18 december 2018 inzake Wijziging tariefsoort eerstelijnsdiagnostiek
(Kamerstuk 33 578, nr. 59).
De voorzitter van de commissie, Lodders
De adjunct-griffier van de commissie, Bakker
Inhoudsopgave
blz.
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
II.
Reactie van de Minister
3
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister over
de wijziging van de tariefsoort eerstelijnsdiagnostiek. Deze leden hebben hier enkele
vragen bij.
Sinds 2012 is geen systematische analyse meer uitgevoerd naar de verdeling over het
vrije en gereguleerde segment van de medisch specialistische zorg. De leden van de
CDA-fractie vragen waarom in de afgelopen jaren geen analyses zijn uitgevoerd. Van
welke veldpartijen heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) signalen ontvangen dat
er een wens was om bepaalde vormen van zorg over te hevelen naar vrije tarieven?
De NZa geeft aan dat de contracteergraad voor eerstelijnsdiagnostiek hoog is. De leden
van de CDA-fractie vragen of dit ook op regionaal niveau onderzocht is. De NZa laat
in Lorenz-curves zien hoe het gesteld is met de verdeling van de omzet over de aanbieders.
Genoemde leden vragen wanneer er naar mening van de NZa sprake is van een voldoende
gelijkmatige verdeling in de Lorenz-curve. Laat de Lorenz-curve voor Overig Zorgproduct
(OZP) Eerstelijnsdiagnostiek niet juist een scheve verdeling zien? Is bekend of hierin
regionale verschillen zijn? Klopt het dat er in 2016 in totaal 182 aanbieders eerstelijnsdiagnostiek
waren1, of gaat het hier om een ander aantal?
Voor de geriatrische en medisch specialistische revalidatie geldt dat gewerkt wordt
aan een nieuwe product-/prestatiestructuur. De leden van de CDA-fractie vragen wat
hiervan de stand van zaken is.
Genoemde leden vragen waarin de overlap tussen kaakchirurgie en de eerstelijns mondzorg
zit. Wat is de stand van zaken van de nadere analysen van beide groepen hiervan? Voor
kindergeneeskunde adviseert de NZa de tarieven niet vrij te geven omdat nog een verbeterslag
gemaakt kan worden over de inhoud en afbakening van de productstructuur. De leden
van de CDA-fractie vragen of er niet tegelijkertijd ook sprake is van een (regionaal)
tekort aan kindergeneeskundigen, en dat daardoor vrijgeven van de tarieven ook niet
aan de orde kan zijn.
De Minister schrijft dat het vrijgeven van de tarieven bijdraagt aan de vermindering
van administratieve lasten. De leden van de CDA-fractie vragen hier een nadere onderbouwing
van, aangezien het onderhandelen en verantwoorden over vrije tarieven immers ook administratieve
lasten met zich mee zal brengen.
De NZa zal in de eerste periode de impact van de overheveling monitoren. Hoe lang
duurt deze periode? De leden van de CDA-fractie vragen hoe de Kamer geïnformeerd zal
worden over deze monitoring en of er in een later stadium nog mogelijkheden zijn om
de overheveling terug te draaien. Bij welke resultaten in de monitoring wordt het
terugdraaien van de overheveling overwogen? De NZa is van mening dat vrije tarieven
in de eerstelijnsdiagnostiek de mogelijkheid bieden om innovatie te belonen. De leden
van de CDA-fractie vragen aan welke soorten van innovatie hierbij gedacht wordt.
Vragen en opmerkingen van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de wijziging
tariefsoort eerstelijnsdiagnostiek. Deze leden hebben naar aanleiding van de voorgestelde
wijziging alvast onderstaande opmerkingen en vragen.
De leden van de SP-fractie constateren dat de Minister voornemens is de NZa opdracht
te geven om per 1 januari 2020 een vrij tarief te hanteren voor de eerstelijnsdiagnostiek
met uitzondering van trombosezorg in de medisch specialistische zorg. Het vrijgeven
van de tarieven zou bijdragen aan een vermindering van de administratieve lasten omdat
de zorgaanbieders in het gereguleerde segment momenteel verplicht zijn om jaarlijks
de kostprijzen bij de NZa aan te leveren voor herijking van de tarieven. Het zou ook
een bijdrage kunnen leveren aan het eerder ontvangen van juiste zorg op de juiste
plek door patiënten, zo lezen de leden van de SP-fractie. Deze leden ontvangen graag
een nadere toelichting op hoe het vrijgeven van het tarief voor eerstelijnsdiagnostiek
precies bijdraagt aan het eerder de juiste zorg ontvangen op de juiste plek. Zij vragen
daarnaast hoe de wijziging precies bijdraagt aan een vermindering van de administratieve
lasten. Is het niet zo dat het vrijgeven van het tarief juist leidt tot onderhandelingen
over contracten met zorgverzekeraars, wat een tijdrovend, ergerlijk en duur proces
is?
De leden van de SP-fractie lezen in de brief van de Minister dat er op dit moment
een breed draagvlak is voor de voorgestelde wijziging. Zij vragen waaruit dit draagvlak
precies blijkt. Daarnaast lezen deze leden in de brief als argument voor draagvlak
dat de zorgverzekeraars aangeven bekend te zijn met de prestaties en dat zij zonder
maximumprijs kunnen inkopen. Genoemde leden menen dat het feit dat een partij bekend
is met een voorstel en deze kan uitvoeren niet gelijk staat aan een teken van draagvlak.
Hoe wordt er met een vrij tarief voor gezorgd dat aan de ene kant de tarieven niet
door de bodem zakken waardoor zorgverleners niet meer de zorg kunnen verlenen, en
hoe wordt er aan de andere kant voor gezorgd dat de zorg betaalbaar en toegankelijk
gehouden wordt? De leden van de SP-fractie verzoeken de Minister een overzicht te
geven van wat er nu precies gaat verbeteren voor de patiënt ten opzichte van de huidige
situatie en of er ook mogelijke risico’s aan de voorgestelde wijziging zitten. Daarbij
verzoeken genoemde leden de Minister ook aan te gegeven wat de mogelijke positieve,
dan wel negatieve effecten zijn van de voorgestelde wijziging voor de aanbieders van
de eerstelijnsdiagnostiek.
De leden van de SP-fractie vragen vervolgens welke bedragen er op dit moment om gaan
in de eerstelijnsdiagnostiek, hoeveel van deze zorg door zorgverzekeraars is ingekocht
en hoeveel mensen hier jaarlijks gebruik van maken. Deze leden zijn ook benieuwd of
al bekend is hoe hoog de tarieven worden nu de NZa de tarieven vrij gaat geven. Wanneer
wordt een voorstel van de NZa verwacht?
In het geheel gezien, maakt deze voorgestelde wijziging het werken voor een aanbieder
van eerstelijnsdiagnostiek nu simpeler of ingewikkelder? De leden van de SP-fractie
vragen hierop een uitgebreide toelichting.
II. Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.J.H. Lodders, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
J. Bakker, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.