Schriftelijke vragen : Het bericht dat het Duitse handelsministerie wetgeving voorbereidt die Duitse bedrijven tot gepaste zorgvuldigheid verplicht
Vagen van het lid Alkaya (SP) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht dat het Duitse handelsministerie wetgeving voorbereidt die Duitse bedrijven gepaste tot zorgvuldigheid verplicht (ingezonden 14 februari 2019).
Vraag 1
Wat vindt u er van dat Duitsland een wet voorbereidt die bedrijven zal dwingen om
de risico’s in hun waardeketen in kaart te brengen? Heeft u wetgeving op het gebied
van Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO), vergelijkbaar met
de Duitse, in voorbereiding om in te voeren indien blijkt dat de convenanten niet
aan de gestelde doelen kunnen voldoen?1 Zo nee, waarom niet en wanneer is voor u het moment wel aangebroken? Zo ja, wanneer
komt deze in consultatie?
Vraag 2
Deelt u de mening dat het voorbereiden van wetgeving in ieder geval een effectieve
manier is om bedrijven en het maatschappelijk middenveld tot overeenstemming te laten
komen, daarbij onder andere in acht nemende wat de Minister van Financiën heeft gedaan
om de bancaire sector een convenant te laten sluiten?
Vraag 3
Welke inspanningen verricht u om bedrijven die niet deelnemen aan een convenant, maar
wel actief zijn in een sector waarin er wel een convenant tot stand is gekomen, te
verleiden om toch deel te nemen? Overweegt u het ondertussen wél om op zijn minst
convenanten met een grote dekking algemeen verbindend te verklaren voor een sector?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van den Hul
(PvdA), ingezonden 13 februari 2019 (vraagnummer 2019Z02800).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.Ö. Alkaya, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.