Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ziengs over het bericht ‘Kringloopeconomie komt nog niet van de grond’
Vragen van het lid Ziengs (VVD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Kringloopeconomie komt nog niet van de grond» (ingezonden 14 januari 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer (Infrastructuur en Waterstaat)
            (ontvangen 14 februari 2019).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «Kringloopeconomie komt nog niet van de grond»?1
Antwoord 1
            
Ja, ik ben van dit bericht op de hoogte.
Vraag 2
            
Heeft u opdracht gegeven voor het onderzoek naar de kringloopeconomie of is dit gedaan
               op eigen initiatief van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)?
            
Antwoord 2
            
Het onderzoek is op eigen initiatief van PBL opgezet.
Vraag 3
            
Kunt u het PBL verzoeken de top 25 van meest beperkende wet- en regelgeving voor de
               kringloopeconomie, waar zij in dit onderzoek tegenaan zijn gelopen, zo snel mogelijk
               met de Kamer te delen? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 3
            
PBL heeft – op basis van literatuuronderzoek, een beperkte enquête, interviews en
               de inventarisatie van initiatieven – hindernissen voor circulaire initiatieven in
               kaart gebracht. Deze betreffen niet alleen wet- en regelgeving, maar ook in de maatschappij
               heersende normen, gewoontegedrag en onvolledige beprijzing van milieugebruik. In het
               rapport «Circulaire Economie in kaart» (PBL, 2019) wordt aangegeven dat slechts enkele
               hindernissen zijn gevonden en worden deze kort beschreven. Een systematisch overzicht
               van alle hindernissen biedt dit rapport niet; dat zou nader onderzoek vergen. Een
               top 25 van de meest beperkende wet- en regelgeving kan PBL op basis van deze inventarisatie
               daarom niet delen.
            
Het is belangrijk dat we alert zijn op overbodige of knellende regels waar innovatieve
               ondernemers tegenaan kunnen lopen. Wijzigingen in wet- en regelgeving moeten echter
               niet leiden tot onaanvaardbare risico’s voor mens en milieu. In het Rijksbrede programma
               «Nederland Circulair in 2050»2 en de kabinetsreactie op de transitie-agenda heeft het kabinet een overzicht gegeven
               van haar aanpak voor beperkende wet- en regelgeving. In het Uitvoeringsprogramma circulaire
               economie dat uiterlijk in februari naar de Tweede Kamer wordt gestuurd is verder uitgewerkt
               welke stappen er concreet gezet worden.
            
Daarnaast kunnen sinds 2014 bij het programma «Ruimte in Regels»3 belemmeringen in regelgeving worden gemeld; deze worden vervolgens opgepakt en zo
               mogelijk weggenomen. Tot nu toe zijn ca. 150 belemmeringen opgelost.
            
Verder is in de zomer van 2018 de Taskforce Herijking Afvalstoffen gestart onder voorzitterschap
               van mevrouw Winnie Sorgdrager. De Taskforce zal knelpunten in de afvalregelgeving
               en de uitvoering en handhaving daarvan in kaart brengen en voorstellen doen voor oplossingen.
               Het gaat hierbij om knelpunten die de transitie naar een circulaire economie in de
               weg staan. De Taskforce zal na de zomer van 2019 haar rapport uitbrengen aan mij en
               de voorzitter van Unie van Waterschappen. Ik zal uw Kamer voor het eind van het jaar
               mijn reactie op het rapport sturen.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.