Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Raemakers en Van Weyenberg over zzp’ers zonder schuldhulp
Vragen van de leden Raemakers en Van Weyenberg (beiden D66) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over zzp’ers zonder schuldhulp (ingezonden 24 januari 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen
14 februari 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Overheid laat zzp’ers in geldnood vaak in de kou staan»?1
Antwoord 1
Ik ben bekend met het bericht.
Vraag 2
Klopt het dat 24 van de 44 grootste gemeenten geen schuldhulpverlening aan zelfstandigen
zonder personeel (zzp’ers) verlenen? Hoe past dit bij de mening van het kabinet dat
iedereen, ook zzp’ers, met (dreigende) problematische schulden toegang moet hebben
tot hulp?
Antwoord 2
Ik vind het zorgwekkend dat zelfstandigen met schulden nog onvoldoende toegang krijgen
tot de gemeentelijke schuldhulpverlening.
De afgelopen jaren zijn de verschillende mogelijkheden voor schuldhulpverlening aan
zelfstandigen onder de aandacht gebracht bij gemeenten. Schuldhulpverlening aan zelfstandigen
vraagt extra kennis en een goede samenwerking tussen de uitvoerders van verschillende
wetten en regelingen. Ondanks de inspanningen van gemeenten om schuldhulpverlening
aan zelfstandigen te verbeteren, laten de recente berichten en onderzoeken zien dat
gemeenten meer moeten doen om de schuldhulpverlening voor zelfstandigen toegankelijker
te maken en om te zorgen dat er een passend hulpverleningsaanbod is.
Vraag 3
Bent u bekend met het voorbeeld dat een zzp’er geen toegang tot de schuldhulpverlening
krijgt, omdat de partner van deze ondernemer € 4,86 per maand te veel zou verdienen?
Zijn er meer van zulke voorbeelden? Vindt u deze situatie gewenst? Hoe zouden zulke
situaties voorkomen kunnen worden?
Antwoord 3
Gezien u meerdere vragen stelt, zal ik deze in twee delen beantwoorden.
Bent u bekend met het voorbeeld dat een zzp’er geen toegang tot de schuldhulpverlening
krijgt, omdat de partner van deze ondernemer € 4,86 per maand te veel zou verdienen?
Zijn er meer van zulke voorbeelden? Vindt u deze situatie gewenst?
Het klopt dat als iemand vraagt om in aanmerking te komen voor het Besluit bijstandverlening
zelfstandigen 2004 (Bbz), er ook wordt gekeken naar het inkomen van de partner. Bijstandsverlening
is immers een vangnet dat niet bedoeld is voor een huishouden met een te hoog inkomen.
Wat hier mis gaat, is dat iemand die niet in aanmerking komt voor het Bbz, ook geen
andere vormen van hulp krijgt, terwijl dit wel kan. Zelfstandigen mogen niet als groep
worden uitgesloten van schuldhulpverlening. De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
(Wgs) is hierbij geen obstakel, maar geeft gemeenten juist grote beleidsvrijheid in
het optimaal organiseren van de toegang. De Wgs2 is duidelijk: In artikel 3, eerste lid, van de wet is de verantwoordelijkheid van
het college voor de schuldhulpverlening aan de inwoners van de gemeente vastgelegd.
De wet maakt geen uitzondering voor zelfstandigen. In lid 4 van artikel 3 van de Wgs
staat de enige categoriale uitsluitingsgrond: een vreemdeling kan voor het verlenen
van schuldhulpverlening slechts in aanmerking komen indien hij een ingezetene is die
rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 8, onder a tot en met
e en l, van de Vreemdelingenwet 2000.
Om te kunnen beoordelen of iemand wordt toegelaten tot schuldhulpverlening, zal het
college altijd een individuele toets moeten uitvoeren. Het belang van deze toets is
meermaals benadrukt. In de verzamelbrief aan gemeenten 2015–1 stond het volgende:
«Niemand mag de toegang tot schuldhulpverlening worden ontzegd vanwege het enkele
feit dat hij of zij een koophuis heeft, geen inkomen heeft, als zelfstandige een onderneming
heeft of een behandeling ondergaat in de verslavingszorg. Gemeenten mogen deze en
andere uitsluitingsgronden niet toepassen».3 In de verzamelbrief aan gemeenten 2017–3 is dit punt bekrachtigd.4 In dezelfde verzamelbrief zijn gemeenten ook gewezen op de vijf filmpjes die SZW
heeft laten maken. Onder de titel «Ondernemend uit de schulden, gemeenten bieden hulp»,
laten de filmpjes vier organisaties zien die gemeenten kunnen inzetten om te helpen
bij de schuldhulpverlening aan zelfstandigen.
Het is de memorie van toelichting (MvT) uit 2012 die onduidelijkheid veroorzaakt over
schuldhulpverlening aan zelfstandigen. De passage over schuldhulpverlening aan zelfstandigen
in de MvT gaat ten onrechte alleen in op de situatie dat een zelfstandige zijn onderneming
heeft beëindigd en schuldhulpverleners vraagt een schuldregeling met de schuldeisers
tot stand te brengen. De achterliggende reden is dat investeren op krediet en wisselende
omzetten bij ondernemen horen, maar voor schuldeisers een belemmering kunnen zijn
om mee te werken aan afbetalingsregeling en een gedeeltelijke kwijtschelding van schulden.
Omdat het juridisch niet mogelijk is de MvT aan te passen, geef ik op andere manieren
duidelijkheid. Naast het schuldregelen heeft de schuldhulpverlening namelijk meer
instrumenten die ingezet kunnen worden. In de afgelopen jaren investeerden gemeenten,
gefaciliteerd door de rijksoverheid, juist in dit brede palet aan dienst- en hulpverlening.
Het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) wordt in de MvT daarnaast te
stellig beschreven als voorliggende voorziening. Bij uitvoerders van het Bbz is inderdaad
vaak veel kennis aanwezig over ondernemen, maar het Bbz kan niet in alle gevallen
een passende oplossing bieden. Deze lezing van de MvT kan, ondanks het ontbreken van
een relevante uitsluitingsgrond in de wet, als reden gebruikt worden om zelfstandigen
met schulden die zich melden voor schuldhulpverlening naar het Bbz loket te sturen.
Ze worden zo afgewezen voor schuldhulpverlening en lopen het risico dat het Bbz ook
geen passende oplossing kan bieden. Dit kan nooit de bedoeling zijn. Langs verschillende
wegen zet ik mij in om duidelijkheid te scheppen.
Hoe zouden zulke situaties voorkomen kunnen worden?
Ik werk aan een wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening onder meer
om uitwisseling van persoonsgegevens voor betere en snellere dienstverlening te faciliteren.
Met de wetswijziging wil ik ook de naleving van de nieuwe Europese privacyregels waarborgen.
U bent hierover geïnformeerd in de Kamerbrief in reactie op het rapport «Knellende
Schuldenwetgeving».5 In het kader van deze wetswijziging wil ik ook aandacht besteden aan de brede toegang
tot schuldhulpverlening van onder anderen zzp-ers. Voor juiste en minimale gegevensuitwisseling
is het belangrijk dat gemeenten een helder besluit met een plan van aanpak afgeven
als iemand wordt toegelaten tot de schuldhulpverlening. De rechtspositie van de aanvrager
wordt door deze wijziging van de Wgs steviger, want ook als een zelfstandige afgewezen
wordt, zal de gemeente in het besluit duidelijk moeten maken waarom dit gebeurt. De
zelfstandige kan bovendien tegen het besluit bezwaar maken. Mijn inzet en verwachting
is dat gemeenten met deze afwijzing gelijk doorverwijzen naar meer passende dienst-
of hulpverlening.
De memorie van toelichting van de Wgs uit 2012 wordt door deze wijziging niet aangepast.
Gemeenten moeten de wetswijziging dan ook zeker niet afwachten. In het land zijn meerdere
goede voorbeelden van gemeenten die de toegang tot de schuldhulpverlening al laagdrempelig
en breed organiseren. Dit kan bijvoorbeeld door altijd het gesprek, zoals bedoeld
in artikel 4 van de Wgs, aan te gaan als een zelfstandige met schulden zich meldt.
De gemeente kan zorgen dat de professionals die het gesprek voeren zowel voldoende
op de hoogte zijn van de schuldhulpverlening als van het Bbz. Gedurende dit gesprek
kan het duidelijk worden welke dienstverlening passend is en welke instrumenten de
gemeente kan inzetten. Gemeenten zijn het beste in staat om deze afweging te maken.
Als schuldhulpverlening wordt geweigerd, kan de zelfstandige daartegen bezwaar maken.
Vraag 4
Hoe groot is de groep zzp’ers die geen toegang heeft tot de schuldhulpverlening?
Antwoord 4
De Inspectie SZW stelde in 2017 in haar rapport over de toegankelijkheid van de schuldhulpverlening
het volgende: «Ook is er geen sprake van wijdverbreide categoriale uitsluiting van
bepaalde doelgroepen. Wel zien we dat nog vrij veel gemeenten de toegang beperken
voor zelfstandigen (41%), mensen met fraudeschulden (20%) en mensen die al eerder
gebruik hebben gemaakt van een vorm van schuldhulpverlening (21%). Zelfstandigen met
financiële problemen worden doorverwezen naar een gemeentelijke regeling die voor
deze doelgroep in het leven is geroepen (de Bbz, Besluit bijstandverlening zelfstandigen).
Voor de andere groepen waarbij een weigeringsgrond van toepassing is, vindt er in
toenemende mate een brede individuele afweging plaats voordat een gemeente een besluit
neemt.»6
Vraag 5
Hoe groot is de groep zzp’ers die niet aanmerking komt voor het besluit bijstandsverlening
zelfstandigen (bbz)?
Antwoord 5
De groep gevestigde zelfstandigen die niet in aanmerking komt en de groep die wel
in aanmerking komt maar het Bbz niet gebruikt, is onbekend en niet goed statistisch
te onderzoeken.
Vraag 6
Welke redenen dragen gemeenten aan om de aanvraag van zzp’ers voor schuldhulpverlening
af te wijzen? Kan hierbij een uitsplitsing worden gemaakt naar afwijzingen per onderliggende
reden?
Antwoord 6
Ik heb geen statistische gegevens beschikbaar over de afwijzingsgronden die gemeenten
aandragen bij het afwijzen van een aanvraag. In de onderzoeken van de Inspectie SZW
en de Nationale ombudsman komen afwijzingen op basis van fraude of recidive naar voren.
Gemeenten mogen op basis van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) deze afwijzingsgronden
gebruiken. Daarnaast worden zelfstandigen als groep vaker afgewezen. Zie ook mijn
antwoord op vraag 4.
Vraag 7
In hoeverre dragen deze afwijzingen bij tot een vergroting of verergering van problematische
schulden?
Antwoord 7
In sommige gevallen zal een afwijzing tot schuldhulpverlening een vergroting of verergering
van problematische schulden veroorzaken. In andere gevallen zal de gemeente een andere
vorm van hulpverlening aanbieden. Ook zullen sommige zelfstandigen zelf hun problemen
te boven komen.
Vraag 8
Hoe heeft de toegang van zzp’ers tot schuldhulpverlening zich sinds het verschijnen
van de Brede schuldenaanpak en sinds de beantwoording van schriftelijke vragen van
25 juni 2018 ontwikkeld?7
Antwoord 8
In het afgelopen half jaar is er door de Inspectie SZW geen onderzoek gedaan naar
de ontwikkeling van de toegang tot de schuldhulpverlening voor zelfstandigen. Wel
heeft de Nationale ombudsman in september zijn resultaten uitgebracht van het vervolgonderzoek
naar de toegang tot de gemeentelijke schuldhulpverlening. Het lid Gijs van Dijk (PvdA)
heeft hierover Kamervragen gesteld, die door mij zijn beantwoord.8
Vraag 9, 10
Welke reacties heeft u van gemeenten ontvangen op de aandacht die is besteed aan de
toegang tot de schuldhulpverlening voor zzp’ers in het Gemeentenieuws van SZW?
Welke stappen heeft u in aanvulling op het bericht in het Gemeentenieuws genomen om
samen met gemeenten het kennisniveau rond zzp’ers met schulden te verhogen?
Antwoord 9, 10
Ik neem aan dat u verwijst naar de toezegging die tijden het AO over de Brede Schuldenaanpak
(d.d. 14 juni 2018) gedaan is. Ik werk aan het uitvoeren van deze toezegging. Medewerkers
van het ministerie SZW zijn eerst met experts in gesprek gegaan om te kijken wat er
verder nodig is om gemeenten te ondersteunen in het toegankelijker maken van de schuldhulpverlening.
Zoals u kunt lezen in het antwoord op vraag 3, hebben eerdere oproepen in verzamelbrieven
tot het niet uitsluiten van groepen als zelfstandigen nog onvoldoende effect gehad.
Daarom zullen in 2019 het Platform voor Publieke Ondernemersadviesorganisaties (PPO
Nederland; een samenwerkingsverband van zelfstandigenloketten die voor meerdere gemeenten
het Bbz uitvoeren) en Schouders Eronder (samenwerkingsverband tussen Divosa, Landelijke
Cliëntenraad, NVVK, Sociaal Werk Nederland en VNG) samen optrekken om in het land
bijeenkomsten te organiseren over dit onderwerp. Door het delen van kennis en goede
voorbeelden, worden gemeenten optimaal gefaciliteerd in het verbeteren van de toegang.
In het eerstvolgende Gemeentenieuws van SZW (voorheen verzamelbrief gemeenten) zullen
gemeenten hierover geïnformeerd worden en zal de toezegging formeel worden uitgevoerd
(rond mei 2019).
Vraag 11
Op welke wijze is het budget ter versterking van de landelijke ondersteuning van gemeenten
door kennisontwikkeling, professionalisering, kennisuitwisseling, monitoring en coördinatie,
ingezet voor het verbeteren van het kennisniveau rond zzp’ers met schulden?
Antwoord 11
In de Kamerbrief over de Brede Schuldenaanpak bent u geïnformeerd over de besteding
van deze middelen.9 In de voortgangsbrief Brede Schuldenaanpak zult u dit voorjaar verder geïnformeerd
worden over de voortgang. Een deel van deze middelen gaan naar de goedlopende programma’s
Schouders Eronder en Vakkundig aan het werk. Zij dragen bij aan kennisdeling, professionalisering
en aan het verbeteren van de kwaliteit van de schuldhulpverlening. Schouders Eronder
is actief betrokken bij het verbeteren van de toegang tot schuldhulpverlening.
Vraag 12
Is de bekendheid van de bbz onder ondernemers het afgelopen half jaar toegenomen?
Kent u goede voorbeelden van wijzen waarop gemeenten de bekendheid van de bbz onder
ondernemers hebben vergroot?
Antwoord 12
Het Bbz is niet bij alle zelfstandigen bekend, dat is jammer. Het Bbz is er immers
zeker niet alleen voor de zelfstandige met schulden.
Met name de grotere en samenwerkende gemeenten besteden periodiek aandacht aan de
relatie met onder meer lokale banken en accountantskantoren om de bekendheid van het
Bbz te vergroten bij zelfstandigen en hun adviseurs. Deze partijen zien het vaak als
een van de eersten als het niet goed gaat in een onderneming en kunnen daardoor vroegtijdig
wijzen op mogelijke hulp van de gemeente.
Een goed voorbeeld van het vergroten van de bekendheid van het Bbz door gemeenten
is een filmpje dat de gemeente Nijmegen heeft laten ontwikkelen om de potentiële doelgroep
voor te lichten over het Bbz. Meerdere gemeenten zijn enthousiast geraakt over dit
filmpje en hebben het naar de eigen praktijk vertaald en verder verspreid. Een voorbeeld
is https://www.youtube.com/watch?v=j0Mm_t5MyPc.
Overigens heeft de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) op verzoek van mijn
ministerie en van het Ministerie van EZK onlangs haar website aangepast en informatie
toegevoegd over mogelijkheden voor financiering voor ondernemers met financiële problemen:
https://www.rvo.nl/onderwerpen/innovatief-ondernemen/innovatiefinancier…
Vraag 13
Zijn er, volgend op het onderzoek van SEO over «Zelfstandigen in en uit de bijstand»,
verschillen in de mate waarin gemeenten ondersteuning geven aan startende ondernemers
en gevestigde ondernemers?10
Antwoord 13
Op deze vraag kom ik graag terug in de door mij aangekondigde beleidsreactie op het
onderzoek «Zelfstandig in en uit de bijstand».11
Vraag 14
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het algemeen overleg Armoede- en schuldenbeleid
van 14 februari 2019?
Antwoord 14
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.