Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Agnes Mulder en Geurts over gevolgen van het gebrek aan netcapaciteit voor duurzame energieprojecten in Drenthe, Groningen en Overijssel
Vragen van het lid AgnesMulder en Geurts (beiden CDA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over gevolgen van het gebrek aan netcapaciteit voor duurzame energieprojecten in Drenthe, Groningen en Overijssel (ingezonden 18 januari 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 13 februari
2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1313.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Gebrek aan stroomkabels belemmert omslag naar groene
energie»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven welke gevolgen het gebrek aan netcapaciteit in Drenthe, Groningen
en Overijssel heeft voor projecten die een SDE+-subsidie toegekend hebben gekregen
maar nu niet op het net aangesloten kunnen worden?
Antwoord 2
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) voert een toets uit bij de beoordeling
van de haalbaarheid van grote zonneparken of het aannemelijk is dat een project tijdig
aangesloten kan worden op een netwerk. In de aanvraagfase worden projectontwikkelaars
nadrukkelijk gewezen op het belang van het tijdig regelen van de benodigde netaansluiting
voor het project. Hiermee wordt voorkomen dat schaars SDE+-budget bezet wordt gehouden
door projecten die niet gerealiseerd kunnen worden. Aanvragen voor projecten boven
de 1 MWp bevatten een haalbaarheidsstudie met veelal documenten waaruit blijkt dat
contact is gelegd met de netbeheerders (offertes voor kabelaansluiting e.d.). Het
is daarmee nog geen gegeven dat de netbeheerder de aansluiting van projecten met een
SDE+-beschikking kan garanderen binnen de termijn. Voor de netbeheerder kan dit op
een gegeven moment leiden tot een stapeling van grote zonneparken die in dezelfde
periode aangesloten willen worden. Tot op heden heeft RVO.nl één formeel verzoek tot
verlenging van de realisatietermijn gekregen vanwege het gebrek aan netcapaciteit.
Vraag 3
Welke termijnen vanuit de SDE+-regeling zijn er verbonden aan een de realisatie van
een zonne-energieproject?
Antwoord 3
Voor zon-PV projecten geldt een realisatietermijn van drie jaar. Vanaf 2019 geldt
voor de zon-PV projecten op daken een termijn van drie jaar en wordt voor veld- en
watersystemen een termijn van vier jaar gehanteerd, waardoor netbeheerders ook meer
tijd hebben om de benodigde netaansluiting te realiseren.
Vraag 4
Bent u bereid om de termijn op te schorten waarop projecten die SDE+-subsidie is toegekend
moeten leveren op het elektriciteitsnet, voor wat betreft projecten die niet kunnen
leveren op het net door een tekort aan capaciteit gezien dat buiten hun macht ligt
en gezien deze omstandigheid pas ver na het aanvragen van de subsidie bekend is geworden?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
RVO.nl heeft de mogelijkheid om één jaar uitstel van de realisatietermijn te verlenen
op de ingangsdatum van de subsidie. Per geval wordt bekeken of projecten hiervoor
in aanmerking komen, bijvoorbeeld doordat uitstel komt door factoren buiten de invloedssfeer
van de producent.
Vraag 5
Welke andere mogelijkheden ziet u om iets voor deze projecten te doen?
Antwoord 5
De inzet van mijn beleid is erop gericht dat iedereen aangesloten kan worden op het
net. Investeringen in het elektriciteitsnet moeten ook noodzakelijk en efficiënt zijn,
wij betalen als burgers immers allemaal mee aan de elektriciteitsnetten. Het verzwaren
van het net kost enige tijd; zo moet ruimte worden gevonden voor stations, is er tijd
nodig om een goede inspraak van onder andere burgers te organiseren en moeten nieuwe
kabels getrokken worden. Oplossingen liggen op twee vlakken: ten eerste het tijdig
investeren en uitbreiden van het elektriciteitsnet en ten tweede een locatiecheck
in de gebieden. In het ontwerpKlimaatakkoord zijn over beide zaken suggesties opgenomen.
Ik onderzoek met ACM en de netbeheerders welke oplossing passend is voor tijdig investeren
en of de regelgeving daarvoor gewijzigd moet worden.
Anderzijds krijgen de netbeheerders een adviserende rol bij het opstellen van de Regionale
Energie Strategieën (RES). Daar wordt door middel van locatiechecks ingezet op het
zo slim mogelijk koppelen van decentrale productie en beschikbaarheid op het net.
Ik ben ook samen met de netbeheerders, decentrale overheden, ACM en andere betrokkenen
aan het bezien welke overige maatregelen eerder dan via wijziging van wet- en regelgeving
en de RES soelaas kunnen bieden.
Daarnaast is er reeds intensief overleg tussen RVO.nl en de netbeheerders over de
impact van de subsidieverleningen vanuit de SDE+-verleningen.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Sienot (D66),
ingezonden 8 januari 2019 (vraagnummer 2019Z00123), en Moorlag (PvdA), ingezonden 10 januari 2019 (vraagnummer 2019Z00193).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.