Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Moorlag over het aantal gehouden varkens in Nederland en over fraude met productierechten van varkens
Vragen van het lid Moorlag (PvdA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het aantal gehouden varkens in Nederland en over fraude met dierproductierechten van varkens (ingezonden 23 januari 2019).
Mededeling van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen
13 februari 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Miljoenen varkens meer gefokt in Nederland dan toegestaan»?1
Vraag 2
Acht u het, op grond van de berekeningen van de Stichting Varkens in Nood, aannemelijk
dat er meer varkens in Nederland worden gehouden dan er op grond van dierproductierechten
gehouden mogen worden? Zo ja, om hoeveel varkens gaat het? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Deelt u de opvatting van de in het bericht geraadpleegde medewerker van de Wageningen
Universiteit «Het lijkt er op dat we 2,3 miljoen dieren meer produceren per jaar»?
Zo ja, wat zijn de gevolgen daarvan voor bijvoorbeeld de milieubelasting? Zo nee,
waarom niet en op grond van welke gegevens is de opvatting onjuist?2
Vraag 4
Is het waar dat er een gat zit tussen de Nederlandse exportcijfers van varkens vanuit
Nederland naar Duitsland en de Duitse importcijfers van varkens vanuit Nederland naar
Duitsland? Zo ja, was het u eerder bekend dat er een verschil tussen de export- en
importcijfers zit, was u bekend hoe groot dat verschil is en welke acties heeft u
sindsdien ondernomen? Zo nee, waarom niet, wat is er niet waar aan het gestelde en
op grond van welke gegevens baseert u dat?
Vraag 5
In het geval dat u nu pas kennisneemt van het verschil tussen de export- en importcijfers,
welke acties gaat u alsnog ondernemen?
Vraag 6
Is de bewering in het nieuwsbericht waar dat volgens het Openbaar Ministerie jaarlijks
tientallen ondernemers zijn veroordeeld omdat ze meer dieren hielden dan toegestaan?
Zo ja, was dit bij u bekend en was dat voor u een signaal dat het systeem van vergunningverlening,
toezicht en handhaving (VTH) van dierproductierechten onvolkomenheden bevat en is
dat aanleiding geweest om het systeem aan te passen en waaruit hebben die aanpassingen
bestaan? En als u het systeem desondanks niet hebt aangepast, waarom niet? Zo nee,
wat is er niet waar aan de genoemde bewering?
Vraag 7
Is het waar dat uit inspecties van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
blijkt dat bij een op de vijf zogenaamde risicobedrijven meer varkens worden gehouden
dan toegestaan? Zo ja, welke conclusies heeft u daaruit getrokken? Zo nee, wat zijn
de juiste constateringen van de NVWA ten aanzien van het overschrijden van de dierproductierechten?
Vraag 8
Bent u van oordeel dat het systeem van VTH voor dierproductierechten adequaat functioneert?
Zo ja, wat zijn voor u de kritische indicatoren die dat uitwijzen? Zo nee, op welke
onderdelen is het systeem inadequaat?
Mededeling
Het lid Moorlag heeft Kamervragen gesteld (met kenmerk 2019Z01042) over het aantal gehouden varkens in Nederland en over fraude met productierechten
van varkens. Daarnaast heeft het lid Ouwehand tijdens de regeling van werkzaamheden
van 23 januari jl. verzocht om een brief over het bericht dat er miljoenen varkens
meer gefokt worden dan officieel bekend is en dat er een gat zit tussen de Duitse
en Nederlandse cijfers import en export van varkens (Rtlnieuws.nl, 22 januari 2019).
In het Algemeen Overleg Dierhouderij van 24 januari jl. heb ik de toezegging gedaan
om met een analyse te komen van de bevindingen van het rapport Varkens in Nood inzake
de aantallen varkens in Nederland en deze uw Kamer in maart toe te doen komen. Daarin
zal ik ook de vragen van het lid Moorlag meenemen en geef ik invulling van het verzoek
van het lid Ouwehand.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.