Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Toorenburg en Bergkamp over het bericht ‘Vrouwen zoeken vaker én eerder hulp na verkrachting’
Vragen van de leden Van Toorenburg (CDA) en Bergkamp (D66) aan de Ministers voor Medische Zorg en voor Rechtsbescherming over het bericht «Vrouwen zoeken vaker én eerder hulp na verkrachting» (ingezonden 14 december 2018).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg),mede namens de Minister voor Rechtsbescherming
(ontvangen 13 februari 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019,
nr. 1072 en 1241.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Vrouwen zoeken vaker én eerder hulp na verkrachting»
en aanvullend daarop het Twitterbericht van het Centrum Seksueel Geweld?1 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven of het klopt dat sporenonderzoek, uitgevoerd in een Centrum Seksueel
Geweld, na bijvoorbeeld een verkrachting ten koste gaat van het eigen risico? Zo ja,
acht u dit wenselijk?
Antwoord 2
Het afnemen van sporen ten behoeve van forensisch onderzoek wordt verricht door een
forensisch arts. De kosten van zijn werkzaamheden en de kosten voor het uitvoeren
van onderzoek naar het afgenomen materiaal, wordt bekostigd door de justitieketen.
Die kosten gelden niet als medische kosten en gaan daarmee niet ten koste van het
eigen risico van het slachtoffer.
De Centra Seksueel Geweld zijn ingesteld om multidisciplinaire hulp te bieden en zijn
gevestigd bij afdelingen spoedeisende hulp van een ziekenhuis of verbonden aan bijvoorbeeld
een buitenpolikliniek van een ziekenhuis. Daarmee hoeft een slachtoffer van seksueel
geweld niet op verschillende plekken het verhaal te houden en/of lichamelijk onderzoek
te ondergaan. Het afnemen van materiaal voor forensisch onderzoek kan zo tegelijkertijd
met het afnemen van materiaal voor medisch onderzoek (bijvoorbeeld naar seksueel overdraagbare
ziekten) geschieden. Het slachtoffer kan ook psychische hulp krijgen in het Centrum
Seksueel Geweld. De medische kosten die worden gemaakt, komen ten laste van de zorgverzekering
en tellen – net als bij iedere verzekerde van 18 jaar of ouder – mee voor het eigen
risico. Dit geldt alleen voor zover het eigen risico voor dat jaar nog niet is aangesproken.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u het risico dat een slachtoffer vanwege financiële overwegingen afziet
van het laten uitvoeren van sporenonderzoek en dat daarmee bruikbaar bewijs verloren
kan gaan?
Antwoord 3
De kosten van het sporenonderzoek komen niet voor rekening van het eigen risico van
het slachtoffer. De medische zorg die het slachtoffer ontvangt, gaan – net als voor
iedere andere Zorgverzekeringswet (Zvw)-verzekerde van 18 jaar of ouder – wel ten
koste van het eigen risico. Er is geen inzicht in de mate waarin het eigen risico
voor slachtoffers een drempel vormt om naar een Centrum Seksueel Geweld te gaan. Zie
ook het antwoord op vraag 5.
Vraag 4
Worden slachtoffers van seksueel geweld nog met andere (medische) kosten geconfronteerd
zodra zij zich melden bij een Spoedeisende Hulp of Centrum Seksueel Geweld?
Antwoord 4
In een Centrum Seksueel Geweld kan medisch onderzoek worden gedaan om na te gaan of
het slachtoffer geen seksueel overdraagbare ziekten heeft opgelopen en kan psychische
hulp worden geboden. Bij letsel als gevolg van het seksueel geweld krijgt het slachtoffer
ook medische hulp. Deze kosten gelden als medische kosten die ten koste gaan van het
eigen risico als het slachtoffer een Zvw-verzekerde is van 18 jaar of ouder.
Vraag 5
Welke mogelijkheden ziet u om te bewerkstelligen dat behandelingen en onderzoeken
in een Centrum Seksueel Geweld vrijgesteld worden van het eigen risico? Bent u bereid
in gesprek te gaan met zorgverzekeraars om dit mogelijk te maken?
Antwoord 5
Het kabinet neemt de bestrijding van seksueel geweld serieus. De Centra Seksueel Geweld
vormen een belangrijke schakel om de drempel tot het doen van aangifte te verlagen,
hulp te bieden en de kans op succesvolle opsporing en vervolging van de dader te vergroten.
Het eigen risico heeft geen betrekking op het strafrechtelijk aspect van seksueel
geweld maar op de zorgverlening. Het verplicht eigen risico vormt een essentieel onderdeel
van de Zorgverzekeringswet. Medische zorg komt ten laste van het eigen risico, dat
geldt voor alle slachtoffers. Slachtoffers van geweldsmisdrijven, waaronder seksueel
geweld, hebben de mogelijkheid om een financiële tegemoetkoming bij het Schadefonds
Geweldsmisdrijven (SGM) aan te vragen. Hiermee ondersteunt de overheid slachtoffers
van geweldsmisdrijven als zij hun schade niet kunnen verhalen op een dader.
De tegemoetkoming is een vast bedrag, dat onder andere de kosten van het aangesproken
eigen risico dekt. Slachtoffers die hulp zoeken bij een Centrum Seksueel Geweld worden
op deze mogelijkheid gewezen en door Slachtofferhulp Nederland geholpen bij het doen
van een aanvraag.
Het SGM toetst verzoeken om een financiële tegemoetkoming. De toetsingsnorm geldt
voor alle slachtoffers die een beroep doen op het SGM. Aannemelijk moet worden gemaakt
dat het gaat om een geweldsmisdrijf in de zin van de wet SGM. Voldoende duidelijk
moet zijn wat de toedracht van het geweldsmisdrijf is, wat de aanleiding was en onder
welke omstandigheden het plaatsvond. Het kan voorkomen dat een slachtoffer die hulp
zoekt bij het CSG niet hieraan voldoet, waardoor het verzoek moet worden afgewezen.
Verder hebben slachtoffers van strafbare feiten de mogelijkheid om schade, zoals de
gemaakte kosten, te verhalen op de dader in het strafproces door zich als benadeelde
partij te voegen.
Specifiek voor de slachtoffers van seksueel geweld is dat het een kwetsbare groep
slachtoffers betreft, waarbij de drempel om hulp te zoeken en het seksueel geweld
te melden als hoog kan worden ervaren.
Daarom zijn wij met betrokken partijen in gesprek om mogelijkheden te vinden om de
toegang tot het Centrum Seksueel Geweld verder te verbeteren. Zo zetten wij erop in
om een tijdelijke voorziening voor één jaar in te richten waarbij slachtoffers van
seksueel geweld die in de acute fase hulp zoeken bij het CSG, een vergoeding krijgen
van de gemaakte kosten voor het eigen risico. Het doel van de tijdelijke voorziening
is om te kunnen zien wat het effect is van het in die situaties vergoeden van het
eigen risico op de (mogelijke) drempel die slachtoffers van seksueel geweld ervaren
bij het zoeken van hulp of het melden van het geweld.
Wij zijn verder in gesprek met Slachtofferhulp Nederland, gemeenten en medische professionals
(zoals huisartsen) om slachtoffers standaard te laten wijzen op de mogelijkheid om
een aanvraag voor een financiële tegemoetkoming te doen bij het SGM. Over de uitkomsten
van deze gesprekken wordt de Kamer geïnformeerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg -
Mede namens
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.