Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Molen, Van den Berg en Omtzigt over het bericht ‘Topambtenaar kreeg ruim 40.000 euro voor achttien dagen Curaçao’
Vragen van de leden Van der Molen, Van den Berg en Omtzigt (allen CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Topambtenaar kreeg ruim 40.000 euro voor achttien dagen Curaçao» (ingezonden 23 november 2018).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en van
Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 11 februari
2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Topambtenaar kreeg ruim 40.000 euro voor achttien
dagen Curaçao?1
Vraag 2
Kunt u aangeven welke buitenlandvergoeding overeengekomen is?
Vraag 3
Kunt u aangeven hoeveel de forfaitaire buitenlandvergoeding bedroeg sinds september
2017?
Vraag 4
Kunt u de onderliggende contracten aan de Kamer doen toekomen (over de periode 2015
tot heden)?
Vraag 5
Wanneer heeft welke bewindspersoon toestemming gegeven voor deze contracten?
Vraag 6
Zijn de contracten rechtmatig opgesteld?
Vraag 7
Zijn de contracten doelmatig opgesteld?
Vraag 8
Zijn de contracten rechtmatig uitgevoerd, met name op het punt van de genoten forfaitaire
vergoedingen, gezien de omstandigheid dat slechts een beperkt aantal dagen gereisd
is?
Vraag 9
Moet een ambtenaar een forfaitaire vergoeding die hij ontvangt voor verblijf buiten
Nederland terugbetalen als hij niet naar het buitenland reist?
Vraag 10
Moet een ambtenaar, die een netto forfaitaire vergoeding genoten heeft voor een reis
die hij niet gemaakt heeft (of die fors korter geduurd heeft dan waarvoor de forfaitaire
vergoeding bedoeld is), die vergoeding opgeven als loon en daar belasting over betalen?
Vraag 11
Indien een ambtenaar een netto forfaitaire vergoeding genoten heeft voor een reis
die hij niet gemaakt heeft (of die fors korter geduurd heeft dan waarvoor de forfaitaire
vergoeding bedoeld is), telt de forfaitaire vergoeding dan mee voor het inkomen als
bedoeld in de Wet normering topinkomens (WNT)?
Vraag 12
Heeft u een inhoudelijk en moreel oordeel over de verstrekte vergoedingen en de wijze
waarop daarmee is omgegaan?
Vraag 13
Wilt u de Auditdienst Rijk de opdracht geven de totstandkoming en de uitvoering van
dit contract te onderzoeken?
Vraag 14
Kunt u deze vragen een voor een en binnen twee weken beantwoorden?
Antwoord
De schriftelijke vragen van het lid Van der Molen, Van den Berg en Omtzigt (allen
CDA), vraagnummer 2018Z22060, zijn beantwoord middels brief «Het graaigedrag rondom een Nederlandse topambtenaar
op Curaçao» (Kamerstuk 35 000 VII en 35 000 IV, nr. 89).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.