Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kröger over luchtvervuiling en overlast door Tata Steel
Vragen van het lid Kröger (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over luchtvervuiling en overlast door Tata Steel (ingezonden 18 januari 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer (Infrastructuur en Waterstaat)
(ontvangen 12 februari 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «In gevecht met een «ontembaar monster»»1 en «Provincie: Harsco had twee jaar geen vergunning voor verwerken restproduct Tata
Steel»?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kent u de klachten van omwonenden van Tata Steel en Harsco over stofregens en luchtvervuiling?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Heeft u zicht op de wijze waarop de provincie Noord-Holland vergunningen uitgeeft
die deze vervuiling van de omgeving mogelijk maken?
Antwoord 3
Bij brief van 22 januari j.l. (Kamerstuk 29 826, nr. 109) heb ik uw Kamer geïnformeerd over onder meer de verantwoordelijkheidsverdeling tussen
het rijk en de provincie en over de aanpak van de provincie Noord-Holland ten aanzien
van de emissies vanaf het terrein van Tata Steel.
Controle op de vergunningverlening door de provincie verloopt via de provinciale staten.
Als Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat ben ik systeemverantwoordelijk
voor het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving, de zogenaamde VTH-taken.
Dit betreft de zorg voor de inrichting en werking van het stelsel als geheel, waarbij
iedere partij, inclusief de provincie, zijn bevoegdheden houdt. De Inspectie Leefomgeving
en Transport vervult binnen dit stelsel een adviserende rol bij de verlening van omgevingsvergunningen
door de provincies aan grote bedrijven, waaronder BRZO-bedrijven zoals Tata Steel.
De provincie is in die gevallen verplicht de ILT om advies te vragen alvorens een
vergunning te verlenen, waarop de ILT de mogelijkheid heeft daarop te adviseren.
Vraag 4
Klopt het dat Harsco jarenlang zonder vergunning een werkwijze heeft toegepast die
tot extra overlast heeft geleid?
Antwoord 4
De provincie mij laten weten dat stofverspreiding, waarbij stof met losse grafietdeeltjes
neerdaalt bij de woningen in de regio, op grond van de geldende milieuvergunning niet
is toegestaan.
Vraag 5, 7
Klopt het dat de vergunning achteraf is verleend en dat daarmee de toename van de
overlast is gelegaliseerd in plaats van bestreden?
Als de verantwoordelijk gedeputeerde in de Volkskrant zegt dat Harsco de stofproducerende
werkwijze zonder medeweten van de provincie jaren eerder had ingevoerd, is er dan
sprake van voldoende toezicht?
Antwoord 5, 7
De provincie Noord-Holland heeft mij laten weten dat in 2014 door Harsco proefnemingen
zijn uitgevoerd voor een nieuwe werkwijze, voor een afgebakende periode. Door de wijziging
van de werkwijze is geluid- en geuroverlast gereduceerd. Deze proefnemingen zijn conform
de regels gemeld en beoordeeld en pasten daarmee in de vigerende vergunning. In oktober
2014 heeft Harsco een wijziging van de vergunning aangevraagd voor deze werkwijze.
De proefnemingen zijn in 2015 voortgezet maar niet gemeld en waren daarom volgens
de provincie in die periode in strijd met de vigerende vergunning. In februari 2016
is de vergunning voor de nieuwe werkwijze definitief verleend, aldus de provincie.
Vraag 6
Heeft u zicht op de wijze waarop de provincie de voorwaarden voor de vergunning handhaaft?
Is dit in overeenstemming met de regels hiervoor? Is dit afdoende gezien de omvang
van de overlast en de klachten?
Antwoord 6
De provincie heeft mij geïnformeerd over de wijze waarop zij de handhaving op de vergunning
vormgeeft. Bovengenoemde brief aan uw Kamer gaat nader in op de reeds getroffen en
voorgenomen maatregelen. Ik heb de provincie gevraagd mij op de hoogte te houden van
de vervolgstappen en zal de uitvoering daarvan actief volgen.
Vraag 8
Bent u ervan op de hoogte dat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) in beroep
is gegaan tegen de besluiten van de provincie ten aanzien van de tekortschietende
maatregelen tegen NOx-emissies? Hoe beoordeelt u de leuze van de provincie om deze
maatregelen niet te treffen?
Antwoord 8
Ja, ik ben hiervan op de hoogte. Het is aan de rechter om tot een uitspraak in deze
zaak te komen.
Vraag 9
Hoe wordt gecontroleerd of de provincie haar controlerende taak voldoende (effectief)
uitvoert?
Antwoord 9
Gedeputeerde staten van Noord-Holland zijn het bevoegd gezag voor Tata Steel en Harsco
op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) en het Besluit omgevingsrecht
(Bor). Zij zijn verantwoordelijk voor vergunningverlening, toezicht en handhaving,
de zogenaamde VTH-taken. In het geval van Tata Steel en Harsco is de uitvoering van
deze taken belegd bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. De controle op de VTH-taken
van de provincie verloopt via de provinciale staten.
Als Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat ben ik systeemverantwoordelijk
voor het VTH-stelsel. Dit betreft de zorg voor de inrichting en werking van het stelsel
als geheel, waarbij iedere partij, inclusief de provincie, zijn bevoegdheden houdt.
De Inspectie Leefomgeving en Transport vervult binnen dit stelsel een adviserende
rol bij de verlening van omgevingsvergunningen door de provincies aan grote bedrijven,
waaronder BRZO-bedrijven zoals Tata Steel. De provincie is in die gevallen verplicht
de ILT om advies te vragen alvorens een vergunning te verlenen, waarop de ILT de mogelijkheid
heeft daarop te adviseren.
Vraag 10
Heeft de ILT voldoende middelen om haar rol hierin waar te nemen?
Antwoord 10
De ILT vult haar adviserende rol op omgevings-vergunningverleningsprocedures risicogestuurd
in op basis van een inschatting van het risico op uitstoot en/of risico’s voor de
externe veiligheid die met de vergunningverlening gepaard gaan.
Vraag 11
Wat zijn de gezondheidsgevolgen voor omwonenden van de uitstoot van stof en andere
vervuilende stoffen? Hoeveel mensen ondervinden naar verwachting schadelijke gezondheidseffecten
van de emissies van Tata Steel en Harsco?
Antwoord 11
Op basis van gesprekken tijdens bewonersavonden van 28 november en 11 december 2018
heeft de provincie onder meer besloten om de huidige gezondheidssituatie in de regio
door het RIVM te laten onderzoeken. Ik heb de provincie gevraagd mij te laten weten
wanneer de eerste resultaten hiervan te verwachten zijn en tevens gevraagd de omwonenden
nauwgezet van deze planning en onderzoeksresultaten op de hoogte te houden.
Vraag 12
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het algemeen overleg Externe Veiligheid op woensdag
23 januari 2019?
Antwoord 12
Bij de beantwoording van deze vragen is rekening gehouden met de gebruikelijke reactietermijn
van drie weken. De in de beantwoording op vraag 3 genoemde brief, waar in het ordedebat
van 17 januari 2019 om werd gevraagd, heb ik uw Kamer nog voor het algemeen overleg
Externe Veiligheid van 23 januari doen toekomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.