Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over de NAM die de uitspraak van de Arbiter Bodembeweging niet uitvoert
Vragen van lid Beckerman (SP) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de NAM die de uitspraak van de Arbiter Bodembeweging niet uitvoert (ingezonden 25 januari 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 8 februari
2019).
Vraag 1, 9
Hoe kan het zijn dat u niet op de hoogte bent van de huidige situatie omtrent oude
schades, zoals u aangaf tijdens het debat over de afhandeling van schade en de versterkingsoperatie
Groningen vanwege de gaswinning op 16 januari 2019, terwijl u wel verantwoordelijk
bent? U houdt dat toch met de commissaris van de Koning nauwlettend in de gaten? U
hoort toch te weten dat de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) zich nog steeds
niet conformeert aan uitspraken van de Arbiter Bodembeweging?
Is u bekend dat de NAM bij arbitragezaken vaak kiest voor een niet-constructieve houding?
Antwoord 1, 9
Ik heb tijdens het debat op 16 januari 2019 aangegeven nogmaals uit te zoeken in hoeverre
de NAM zich houdt aan de afspraken van de arbiter.
In de samenwerkingsafspraken van 8 maart 2016 tussen de NAM, de Minister van Economische
Zaken en NCG is vermeld dat gedupeerden een geschil kunnen voorleggen aan de Arbiter
Bodembeweging. De regels voor deze geschilbeslechtingsprocedure zijn neergelegd in
het Reglement Arbiters Bodembeweging. In een geschilbeslechtingsprocedure heeft de
NAM op grond van het Reglement het recht om haar zienswijze naar voren te brengen.
Voorts is in de samenwerkingsafspraken van 8 maart 2016 overeengekomen dat de NAM
in beginsel uitvoering geeft aan de uitspraken van de arbiter. Dit betekent ook dat
de NAM de mogelijkheid heeft om een uitspraak van de arbiter naast zich neer te leggen.
De Arbiter Bodembeweging en de NAM hebben laten weten dat de NAM tot op heden in één
zaak fundamentele bezwaren heeft geuit en geen uitvoering heeft gegeven aan de uitspraak
van de arbiter. NAM heeft overigens in dit geval met de schademelder een regeling
getroffen die financieel aansluit bij het door de arbiter vastgestelde schadebedrag.
In andere zaken heeft de NAM tot dusver altijd uitvoering gegeven aan de uitspraken
van de arbiter.
Vraag 2, 3, 4
Bent u ermee bekend dat in januari 2018 mw. K. een bedrag van € 10.000 als voorschot
kreeg van het Centrum Veilig Wonen (CVW)?
Bent u ermee bekend dat deze mevrouw toen al langdurig op geld wachtte en al maanden
brood met pindakaas at?
Is u bekend dat dit het gevolg was van de NAM die niet betaalde, terwijl de Arbiter
Bodembeweging uitspraak had gedaan? Bent u ermee bekend dat de schade die deze mevrouw
heeft nu, weer een jaar later, nog steeds niet is vergoed? Wat is hierop uw reactie?
Antwoord 2, 3, 4
Ik heb uw Kamer toegezegd signalen over het niet opvolgen van uitspraken van de Arbiter
Bodembeweging door de NAM, onder de aandacht van de NAM te brengen. Dat heb ik ook
in dit geval gedaan. Inmiddels is in deze zaak algehele overeenstemming bereikt tussen
de NAM en de betreffende bewoner over het schadebedrag. Verder past het mij niet om
in te gaan op individuele zaken die bij de arbiter in behandeling zijn of zijn geweest.
Vraag 5, 6
Kent u zaak 17-1510, een dossier in het buitengebied, waarin de Arbiter Bodembeweging
uitspraak deed in het voordeel van de schademelder?
Bent u ermee bekend dat de NAM deze uitspraak naast zich neer legt? Bent u ermee bekend
dat dit vaker voorkomt? Wat is hierop uw reactie?
Antwoord 5, 6
Ik heb mij laten informeren over zaak 17-1510. Het betreft de zaak die ook wordt beschreven
in het antwoord op vraag 1. De Arbiter Bodembeweging heeft aangegeven tot op heden
bekend te zijn met enkel één zaak waarbij de NAM fundamentele bezwaren heeft geuit
en geen uitvoering heeft gegeven aan de uitspraak van de arbiter. Verder past het
mij niet om in te gaan op individuele zaken die bij de arbiter in behandeling zijn
of zijn geweest.
Vraag 7
Kent u zaak 16-0055, een dossier waarbij mede als gevolg van onenigheid tussen de
NAM en de Arbiter Bodembeweging de ondertekening van de mondeling overeengekomen vaststellingsovereenkomst
met ruim drie maanden werd vertraagd en waarbij de ondertekening uiteindelijk bijna
anderhalf jaar nadat de arbiter uitspraak had gedaan (waarin de NAM werd opgedragen
alle gemelde schade te vergoeden) plaatsvond? Wat is hierop uw reactie?
Antwoord 7
Ik heb mij laten informeren over zaak 16-0055. Partijen hebben uiteindelijk overeenstemming
bereikt en er is opvolging gegeven aan de gemaakte afspraken. Verder past het mij
niet om in te gaan op individuele zaken die bij de arbiter in behandeling zijn of
zijn geweest.
Vraag 8
Is u bekend dat de NAM haar juridische afdeling regelmatig brieven laat sturen naar
de Arbiter Bodembeweging waarin staat dat de Arbiter bepaalde typen schade niet mag
beoordelen onder het bewijsvermoeden en indien de Arbiter dit wel doet, zij de uitspraak
naast zich neer legt? Wat vindt u hiervan?
Antwoord 8
NAM kan ten aanzien van een concreet geschil een standpunt innemen ten aanzien van
het al dan niet van toepassing zijn van het bewijsvermoeden. NAM doet dit door het
geven van een zienswijze ten aanzien van het geschil. Dit kan op grond van het Reglement
Arbiters Bodembeweging mondeling, tijdens een hoorzitting, maar ook schriftelijk.
Voorafgaand aan de behandeling van een geschil door de Arbiters Bodembeweging beoordeelt
de arbiter of een geschil in aanmerking komt voor geschilbeslechting door de arbiter
(ontvankelijk is). NAM kan bij de Arbiter (schriftelijk) aangeven dat het van oordeel
is dat een geschil naar haar oordeel niet ontvankelijk is. Het is uiteindelijk aan
de arbiter om, onder toepassing van het Reglement Arbiters Bodembeweging, te beoordelen
of een geschil ontvankelijk is
Vraag 10
Wist u bijvoorbeeld dat vertegenwoordigers van de NAM tijdens dergelijke zaken laten
merken waar een Arbiter Bodembeweging wel iets van mag vinden en waar de Arbiter niks
van mag vinden? Wist u dat de NAM aanstuurt op een extra deskundige, dat de NAM aanstuurt
op een herzitting of dat de NAM probeert de schikkingen zo laag mogelijk te houden
en dat er dus van ruimhartigheid geen sprake is?
Antwoord 10
Zie het antwoord op vraag 8.
Vraag 11
Weet u dat de NAM schades als gevolg van verzakkingen door gaswinning pertinent ontkent
en uitsluit? Wat is daarop uw reactie?
Antwoord 11
Het is aan de arbiter die – na het horen van de zienswijze van partijen en eventuele
adviezen van door de Arbiter geraadpleegde deskundigen – een oordeel geeft over de
vraag of de schade is veroorzaakt door bodembeweging als gevolg van gaswinning uit
het Groningenveld.
Vraag 12
Is u bekend dat de NAM mensen regelmatig oplegt zelf een deel van het schadeherstel
te betalen? Wat is hierop uw reactie?
Antwoord 12
Indien een zaak aan de Arbiter Bodembeweging wordt voorgelegd, is het de arbiter die
hierin uitspraak doet. NAM kan een bewoner niet opleggen zelf bepaalde schades te
vergoeden. Indien bewoner van mening is dat de uitspraak van de arbiter niet aansluit
bij hetgeen waar hij of zij recht op heeft, staat ook de weg naar de rechter open.
Vraag 13
Bent u ermee bekend dat het idee bestaat dat in geval van schadeherstel door het CVW
naar aanleiding van een Arbiteruitspraak er sprake is van een vergelijkbare situatie
als bij versterking, waarbij de NAM de begroting van de aannemer ter discussie stelt,
en daarmee de kwaliteit van het schadeherstel probeert te verlagen? Bent u ermee bekend
dat dit gebeurt ondanks dat het anders is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst?
Antwoord 13
Ik ben hier niet mee bekend. NAM sluit, naar aanleiding van de uitspraak van de arbiter,
een vaststellingsovereenkomst met de gedupeerde. De vaststellingsovereenkomst wordt
uitgevoerd. Wanneer wordt gekozen voor schadevergoeding in geld gaat de NAM daarbij
uit van het door de arbiter in zijn uitspraak vastgestelde schadebedrag of herstelmethodiek.
Daarnaast heeft de arbiter sinds begin 2018 de uitspraken verduidelijkt door in de
uitspraak een schadeherstelbedrag vast te stellen. Hierdoor is veel onduidelijkheid
bij partijen weggenomen. Daar waar in een uitspraak geen bedrag door de arbiter is
vastgelegd, ontstaat soms discussie achteraf. In dat geval kan worden verzocht om
een vervolgzitting bij de arbiter, zodat deze alsnog een bedrag voor herstel kan vaststellen.
Vraag 14
Bent u bereid per arbiteruitspraak na te gaan of de NAM die heeft uitbetaald? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, wanneer heeft u dit afgerond?
Antwoord 14
De Arbiter Bodembeweging geeft aan bekend te zijn met één zaak waarbij de NAM fundamentele
bezwaren heeft geuit en geen uitvoering heeft gegeven aan de uitspraak van de arbiter.
Op basis van deze informatie zie ik geen aanleiding om per individueel geval na te
gaan of de NAM heeft uitbetaald.
Vraag 15
Vindt u de vertraging die de NAM doet ontstaan door het niet uitvoeren van de uitspraak
van de Arbiter nog steeds ongewenst? Zo ja, hoe gaat u er voor zorgen dat de NAM gaat
doen wat ze moet doen?
Antwoord 15
Eerder kwam het voor dat de Arbiter Bodembeweging enkel uitspraak deed over de schadeoorzaak
zonder een schadeherstelbedrag vast te stellen. Over de omvang van de schadevergoeding
kon zo discussie ontstaan en daardoor mogelijk ook vertraging. De arbiter heeft begin
2018 de uitspraken verduidelijkt door in de uitspraak een schadeherstelbedrag vast
te stellen. In het enkele geval dat de NAM fundamentele bezwaren heeft geuit, heeft
er geen vertraging opgetreden, omdat het separaat is opgelost met bewoner. Bij de
Arbiter Bodembeweging zijn geen andere signalen dat de NAM in meer zaken geen uitvoering
heeft gegeven aan de uitspraak van de arbiter
Vraag 16
Bent u bereid over te gaan op een generaal pardon voor de mensen die nog onder de
oude schades vallen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 16
NAM heeft alle gedupeerden die schade hebben gemeld voor 31 maart 2017 een aanbod
gedaan. Indien deze gedupeerden zich niet konden vinden in het aanbod dat is gedaan,
hebben zij zich tot 1 september 2018 kunnen wenden tot de Arbiter Bodembeweging voor
geschilbeslechting. Dit is ook gebeurd. Een generaal pardon is niet aan de orde voor
de betreffende gedupeerden, aangezien hun melding nog door de arbiter behandeld wordt.
Ik heb aangegeven te zullen volgen hoe deze behandeling van zaken door de arbiter
verloopt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.